Een van de meest prangende vragen die sinds de oprichting van de Sangha is gesteld, is in hoeverre boeddhistische monniken betrokken moeten zijn bij de wereld. Door de aanhoudende crisis in Myanmar is die vraag meer dan ooit relevant.
sangha
Taigu – Verwacht niets groots van boeddhisme
Veel boeddhisten (de goede natuurlijk niet te na gesproken) lijken geen haar beter dan andere mensen. Boeddhisme is goed in het kleine, maar onvermogend in het grote.
De zoete broodjes van een zorgeloos boeddhisme
Als je het boeddhistische spoor volgt van bevrijding, dan kan er een punt komen dat je niet meer de dingen anders kunt doen, maar ook andere dingen moet gaan doen. Er is, met andere woorden, een soort maatstaf, al is het een pragmatische, niet een serie geboden; in de boeddhistische methodiek, van welke richting dan ook, kan en hoort een ‘systeem’ te zitten van drukpunten op geest en gedrag. Dan is boeddhisme niet vrijblijvend meer.
Met stomheid geslagen
Het boeddhisme beweegt zich op het slappe koord van de middenweg en de val van eternalisme is altijd dichtbij. Ik heb een zekere mate van allergie ontwikkeld voor woorden als leegte en eenheid. Hoe rechtvaardig je deze vanuit de fenomenologie van het boeddhisme en het voorwaardelijk ontstaan, waarin niet-weten altijd vóór de abstractie komt?
Guy – Harmonie in de Sangha
Harmonie in de Sangha is het belangrijkste. De nadruk van onze beoefening hoeft niet te liggen op de slimst uitgekiende individuele gedachte. Evenmin op de meest klinisch beschreven doctrine. Noch op de mooist versierde tempel.
De Sangha, een veilig toevluchtsoord?
De Abhidhamma lijkt voor elke school een sektarische interpretatie van het oermateriaal geweest te zijn. De nalatenschap van de Boeddha was de dhamma en de vinaya, niet de Abhidhamma.
Guy – Het schijnbaar ongerijmde
Het schijnbaar ongerijmde heeft geen bestaansgrond. Is een dwanggedachte. Een dogma.
Zitten in verbondenheid – Het onzichtbare zichtbaar
Het altaar is een centrale plek in ons huis en onze leefruimte, die de overgang naar het sacrale markeert en ons herinnert aan onze beoefening. Iedere keer als we op ons kussen plaatsnemen, zijn we ons dat bewust. In het ritueel van de meditatie brengen we dit tot uitdrukking, waarin we ons verbinden met een diepere werkelijkheid en het onzichtbare zichtbaar wordt.
Avatamsaka (8): Jezelf volledig tot uitdrukking brengen
Zittend in meditatie jezelf tot uitdrukking brengen op alle wegen van het bestaan is niet iemand anders worden dan je bent. Het is zijn wie je bent, nu in dit ogenblik, zoals je bent. Het is wat Linji noemt: ‘De ware mens zonder rang of stand’. Naakt, van alle franje ontdaan.
Sociale aspecten van het vroege boeddhisme – deel 5
De sangha en het politieke bestuur.
Sociale aspecten van het vroege boeddhisme – deel 3
De sociale samenstelling van de sangha.
Sociale aspecten van het vroege boeddhisme (deel 2)
De structuur en organisatie van de sangha.