Tot slot nog dit: De Lotus-soetra en eigenlijk alle soetra’s die we kennen, zijn gedateerd. Ze zijn geschreven in een andere culturele omgeving, in een andere taal, voor andere mensen dan de Nederlandse. Tegelijkertijd is de boodschap bestemd voor alle tijden, alle culturen, alle mensen. De vertaling, uitleg, aansporing en realisatie is gelegen in het hart.
Dharmapelgrim
Over de Lotus soetra (47) – alomvattende deugd
Ben en blijf ik dan voortdurend in verbinding met een gemeenschap van mensen die trouw zijn aan …? Dat hangt er maar vanaf hoe je zo’n gemeenschap voor je ziet. Een sangha van louter boeddhisten? Nee. Ben ik geen lid van. En van andere gemeenschappen met speciale regels en zo? Ook niet. Ik heb het in mijn leven wel geprobeerd hoor, ergens bij te (willen) horen, maar ik was of te jong, of te oud, of te weinig dit dan wel te veel dat en soms waren er wat bezwaren tegen zus of voelde men te weinig enthousiasme voor zo. Kortom: ik ben een loslopende pelgrim geworden die niet bij een of ander select clubje hoort. Toch voel ik mij diep en diep verbonden met de grote anonieme gemeenschap van mensen over de hele wereld die het beste voor hebben met alles wat leeft.
Over de Lotus-soetra (46) – voorbeeld doet volgen
De ongeloofwaardigheid ligt er in de Lotus-soetra zo duimendik bovenop dat ik alle verhalen daarin beslist niet letterlijk neem. Volgens mij zijn de verhalen die in het Joodse, Christelijke en Islamitische geloof rondgaan niet ongeloofwaardig genoeg, waardoor er nogal wat mensen zijn die denken dat ze wel echt waar zijn. En daar begint dan de ellende, want als je gelooft dat je ongeloofwaardige verhalen toch letterlijk moet nemen, mis je de werkelijke betekenis ervan. En die betekenis is niet in woorden te vatten. En ik ga daar nu ook geen poging toe doen. Ik zou op Tijl Uilenspiegel lijken, die een zak openhield om die met zonlicht te vullen.
Dharmapelgrim – Over de Lotus-Soetra (44) – ollekebolleke
De Lotus-soetra wijdt een hoofdstuk aan dharani’s, een onvertaalbaar begrip, dat ondanks de onvertaalbaarheid toch vertaald wordt, omdat menigeen het tegenwoordig algemeen noodzakelijk vindt de betekenis van een begrip te kennen. Vooruit dan maar: een dharani is een bezwering (luidt de vertaling); een lange mantra (luidt een andere vertaling); een boeddhistisch gezang (luidt weer een andere vertaling); een te reciteren geheugensteun (vertaling nummer zoveel). Ik noem het gewoon een ollekebollekerebusollekeollekebollekeknol.
Over de Lotus-soetra (45): Barmhartigheid
Je hoeft maar naar het nieuws van de afgelopen tijd te kijken: Congo, Jemen, Oekraïne, Gaza, en alle andere godverlaten oorden hebben allemaal barmhartigheid nodig. Maar je hoeft daar niet eens naartoe. Welnee. Iedere stad, ieder dorp, iedere buurt heeft eigen noden en behoeften. Je kunt overal een van de duizend armen van Quanyin zijn. In jouw eigen straat, jouw eigen rijtje huizen, jouw eigen woning! Dat is wat de Lotus soetra jou (en mij) leert.
Over de Lotus-soetra (43): Shapeshifter
De Lotus-soetra wijdt een heel hoofdstuk aan de bodhisattva met de heerlijke stem. Deze bodhisattva verblijft in een heerlijk domein waar de christelijke hemel een beetje armoedig bij afsteekt. Tenminste, wanneer je afgaat op de omschrijving ervan. Om een lang verhaal kort te maken: deze bodhisattva is een shapeshifter.
Over de Lotus-soetra (42): Moeder van alle wijsheid
Hoe beter ik ‘de moeder van alle wijsheid en alle heiligheid’ leer kennen, hoe meer ik meen te verstaan dat ik haar niet letterlijk mag nemen. Neem bijvoorbeeld het stukje tekst dat verhaalt over een bodhisattva die zichzelf in brand steekt en daarna wel 1200 jaar lang blijft fikken. Dat gaat natuurlijk nooit over een brandend fysiek lijf. Los van het feit dat het nooit zolang blijft branden, is het ook nooit bedoeld geweest om letterlijk navolging te krijgen. Dat sommige boeddhistische monniken dat wél deden (o.a. in Thailand, Vietnam, Tibet) en zichzelf eerst met benzine overgoten en daarna demonstratief ‘offerden’ is diep en diep tragisch.
Geen illusies meer
Ik heb vrienden gemaakt, en weer verloren
Mensen geholpen en in de steek gelaten
Over de Lotus-soetra (41): Tekenen van macht
Het eenentwintigste hoofdstuk van de Lotus-soetra is volgens kenners heel belangrijk omdat het twee hoofdbestanddelen van de soetra bij elkaar brengt: de Wet van de verschijning en de Wet van de oorsprong. De eerste heeft te maken met de mens Shakyamuni, de ander met de Eeuwige Boeddha. En ik denk dan: dat hadden we toch al gehad? Maar ok, beter dubbel dan helemaal niet: Shakyamuni boeddha is de in een menselijk lichaam verschenen Eeuwige boeddha. De eerste gaat dood, net zoals jij en ik, de ander gaat nooit dood, want die was, is en zal altijd zijn, onveranderlijk in een oneindige variatie van manifestaties waar Shakyamuni er slechts één van is.
Over de Lotus-soetra (40B): Intermezzo
Deze bijdrage gaat over het schrijven van deze column over de Lotus=soetra. Ik heb het gevoel dat het nodig is een en ander toe te lichten, om misverstanden te voorkomen. Om te beginnen meen ik te mogen concluderen dat er mensen zijn die denken dat ik een deskundige ben op het gebied van soetra’s in het algemeen. Nee! Dat ben ik niet. Ik ben geen soetra-loog, soetra-soof of soetra-bolleboos. Het lezen van de Lotus-soetra brengt mij op allerlei gedachten, en die schrijf ik op.
Over de Lotus-soetra (40): Materialisme
Zelf meen ik dat wanneer ik zelf de boeddhanatuur heb, anderen die ook bezitten. Zowel de heel ‘goede’ als notoir ‘slechte’ mensen en alle mensen daartussen hebben dus ook de boeddhanatuur. Dat kan gewoon niet anders.
Over de Lotus-soetra (39): Nooit Misprijzen
Vanmorgen stonden er twee Jehova-getuigen voor mijn deur. Twee vriendelijke dames. Ik doe voor Jehova getuigen altijd de deur open en sta ze ook altijd even te woord. Ze doen hun best, en ik misprijs hen ook nooit, hoewel ik het absoluut niet met een aantal zaken eens ben. Volgens mij kunnen ze evenwel met hun al dan door indoctrinatie aangewakkerde geloofsijver een voorbeeld voor velen zijn. Ze blijven volharden in hun geloof dat ieder mens, uiteindelijk gered kan worden door zich volledig aan hem toe te vertrouwen. Namu amida Jehova.