Bij mij in de buurt noemen ze mij soms “ ’t vogeltje” doordat ik vrijwel altijd liedjes fluit zodra ik buiten ben. Dat doe ik al zolang ik mij dat kan herinneren, dus pak ‘m beet: zo’n jaar of zeventig. Het gaat mij ook best goed af, vind ik zelf. De melodieën variëren van ‘Die Forelle’ van Franz Schubert tot kinderliedjes die wij uit volle borst op de lagere school zongen, begeleidt door een meester of juf die vaardig was met een blokfluit. Helaas wordt er tegenwoordig op school nog maar zelden muziek gemaakt of gezongen. Maar eerlijk is eerlijk: niet iedereen is van vrolijkheid gecharmeerd.
Dharmapelgrim
Over Antropologie 4: cultuur (II)
Cultuur is aangeleerd en beperkt zich niet tot een enkel individu. Cultuur omvat een breed spectrum van aandachtsvelden (van kunst tot politiek en van economie tot religie) en gaat over waarden, normen, symbolen, rituelen en ga zo maar door. En tenslotte moet gezegd worden dat cultuur niet statisch is, zich weet aan te passen aan veranderende omstandigheden. En doordat de omstandigheden over de hele wereld niet overal hetzelfde zijn, is cultuur ook niet overal hetzelfde. Dat geldt ook voor tijdsperioden. De Nederlandse cultuur in de 17de eeuw is niet dezelfde als die in de 21ste eeuw. En de Nederlandse cultuur is vandaag de dag evenmin hetzelfde als die in Engeland, Frankrijk, Duitsland, Amerika of enig ander land. En, wen er maar aan … de Nederlandse cultuur verandert, of je dat nu leuk vindt of niet. Je kunt veranderingen niet tegenhouden. Zelfs niet wanneer je het hele land op slot zou zetten en zou isoleren van de rest van de wereld.
Gesprekjes: als een engel
Er lopen nogal wat mensen met dukkha rond. Ik verbeeld mij dat ik dat regelmatig bij ouderen aan hun gezichtsuitdrukking aflees. Hangende mondhoeken. Lijnen in hun huid. Een lachrimpel ziet er volgens mij echt anders uit dan een rimpel veroorzaakt door norsheid, boosheid of diepe droefenis. Soms meen ik het zelfs te kunnen zien aan de hele manier van lopen: hangende schouders en een zware, slepende tred. En zo zijn er meer uiterlijke ‘dukkha’ gerelateerde uitingen. Natuurlijk is het allemaal nattevingerwerk en ik zal mij ongetwijfeld meer dan eens vergissen, dus blijft het voor mij oppassen dat ik niet te snel conclusies trek.
Verrassend – Zeshin en Caroline
Voor mij is dit het bewijs dat kunstmatige intelligentie onbetrouwbare antwoorden geeft. Zeshin en Caroline zijn totaal verschillende mensen, en het is absurd te vermelden dat de mannelijke Zenmonnik Zeshin is veranderd in de vrouw Caroline, oprichtster van de BBB.
Over Antropologie 3: De basis
Iedere antropoloog beschikt over een aantal basisinstrumenten: de meest gebruikte zijn observeren en beschrijven wat je waarneemt, vraaggesprekken organiseren tussen twee of meer personen, boeken en artikelen lezen en statistisch onderzoek verrichten. Het gaat daarbij vooral om het verkrijgen van inzichten, het verlenen van betekenis aan contexten en het verkrijgen van meningen van mensen en inzicht in hun beweegredenen. Tenslotte komt daar nog het in kaart brengen van situaties aan de hand van meetbare gegevens bij.
Gesprekjes: In het landsbelang
In de politiek van tegenwoordig gaat het helemaal niet meer om wat goed is voor Nederland, maar om wie met de minste slaap toe kan. Gewoon doorlullen tot iedereen het moe is. Degene die het langst voet bij stuk kan houden en zijn ogen open … die wint.
Over Antropologie 2: Culturele antropologie
Als je een andere cultuur dan de jouwe wilt begrijpen, bijvoorbeeld een ‘boeddhistische’, moet je er voor oppassen dat je niet gaat ‘culturaliseren’. Anders gezegd: pas op dat je niet alles wat jou opvalt als bijzonder of zelfs spectaculair gaat aanmerken. Welbeschouwd zijn allerlei zaken vanuit een andere cultuur minder vreemd dan ze op het eerste gezicht lijken, terwijl zaken uit jouw eigen cultuur bij vreemder zijn dan je wellicht denkt. Anders gezegd: aanbid badwater niet als het om een kind gaat, en gooi kinderen niet met hun badwater weg! Laat ik het zo zeggen: Gooi geen waardevolle joods/christelijke cultuurelementen weg wanneer je je in Aziatisch-boeddhistische wateren begeeft en verwerp waardevolle boeddhistische elementen niet samen met wat daar aan vast hangt.
Gesprekjes: Gevaarlijke tijden.
De uitdrukking op de gezichten van mijn tafelgenoten is werkelijk bijzonder interessant. Ze vertonen een mengeling van irritatie, geamuseerdheid en regelrechte verbouwereerdheid. Ik ga door: “Wanneer er vroeger een keer iemand werd vermoord, las je dat op zijn vroegst de volgende dag een keer in een krant. En als er ergens op de wereld een boot zonk, hoorde je dat pas dagen later. En wanneer er in een ver land waar niemand interesse in had een ramp plaats vond, hoorde je dat pas – als je geluk had – maanden of zelfs jaren later. Nu hoor je drie minuten nadat iemand een ergens een scheet liet precies waar het naar rook. Kom op zeg
Over Antropologie 1: Wat is antropologie?
In vergelijk met andere wetenschappen is de antropologie vrij laat ontstaan. Het is wat je noemt een jonge wetenschap. Een antropoloog houdt zich vooral bezig met waarnemen en interpreteren wat iemand anders precies doet en wat dat zou kunnen betekenen. En dat alles in de context waarin die ander zich bevindt.
Gesprekjes: Babbeldebabbeldebabbel
“Weet je wat je voor de grap eens moet proberen? … Gewoon midden in een verhaal stoppen, en dan afwachten wat er gebeurt. Zeer verhelderend… echt.” De vrouw die dit tegen mij zei, knipoogde, stond op, maakte aanstalten weg te lopen, maar draaide zich nog één keer naar mij om. “Dat moet je natuurlijk wel op een daarvoor geschikt moment doen hè, bijvoorbeeld wanneer jullie even afgeleid worden. Niet zomaar…” En weg was ze.
Gesprekjes: Op wie stemt u?
We staan in een winkelcentrum voor de Bruna. Ik wacht op iemand, en hij ook heb ik het idee. Een rijzige man, mooi wit haar, leunend op een wandelstok. Hij bestudeert aandachtig het rek met kranten: Volkskrant, Trouw, NRC, AD, en ga zo maar door. Koppensnellen, noem ik het.
Menno – slot
Kort na 2003 heb ik voor mijn alter ego de naam “Dharmapelgrim” bedacht. Het begrip ‘alter ego’ betekent letterlijk “ander ik”. Denk nu niet dat ik een soort psychiatrische stoornis heb met meerdere ‘ikken’. Vergelijk het liever met de boven- en onderkant van een muntstuk. Kop en munt: zijn één geheel, en geen twee losse zaken. Ik ben Menno en tegelijkertijd bén ik ook Dharmapelgrim, en tussen die twee ervaar ikzelf geen enkel verschil. Ik gebruik mijn alter ego om mijn creativiteit en spiritualiteit te benadrukken. Ik schrijf als Dharmapelgrim voor het BD, zoals ik als opa op mijn kleinkinderen pas
Gesprekjes: DES-dochter
Het is nog vroeg in de morgen. Erg vroeg zelfs. De stad slaapt nog. Ik kijk de vrouw tegenover mij aan terwijl zij kalm voortgaat met het inpakken van haar rugzak. Eline. We hebben een nacht doorgebracht in de refugio (pelgrims-verblijf) van de kerk in Sittard*. Ieder in een eigen opklapbed dat we uit een soort kast moesten trekken.
Menno – Xavier
Het gesprek neemt een bijzondere wending, vindt Menno. Hij raakt erdoor in de war. Eerst wil de man geen adressen uitwisselen, daarna wil hij niet vertellen wat voor werk hij doet en nu zit ‘ie over liefde te praten als het enige dat ertoe doet.
Gesprekjes: Hoe was het toen?
Ik ben lid van een klein gezelschap ‘historische vertellers’. Wij zijn zelf uiteraard in geen enkel opzicht historisch te noemen, maar vertellen over een denkbeeldig leven ergens in het verleden. Zo speel ik in de ene keer dat ik Henric Coeur ben, meester-metselaar en bouwheer van de monumentale kerk in het Groningse Harkstede; een andere keer ben ik Durk van ’t Hoeze, dienaar van de drossaard van Gruoningen tijdens het beleg van die stad in het rampjaar1672. En laatst was ik Bernardus van klooster Bloemhof, een oude kanunnik in 1276, die in zijn jonge jaren mee is gegaan met de vijfde kruistocht en als bevrijder van het Heilige Land verschrikkelijke dingen heeft gedaan.
Menno – Over en uit
Kort na de bevalling krijgen Menno en Tineke bericht dat er geen bezwaren meer zijn tegen een eventueel kerkelijke inzegening van hun huwelijk. Professor Harry Eijsink (kerkjurist) heeft zich er persoonlijk hard voor gemaakt.
Gesprekjes: waar is het water gebleven?
De hele buurt weet dat ik bijna altijd liedjes loop te fluiten wanneer ik mijn mijzelf uitlaat. Blijkbaar floot ik een Christelijk deuntje, want ineens riep een voor haar huis tuinierende dame mij toe: “O, u bent Christen!”
Menno – koude douches
Na eerdere miskramen besluiten Menno en Tineke bij een eventuele – met moeite verkregen – nieuwe zwangerschap niemand in te lichten, tot absoluut duidelijk is dat er werkelijk iets te vieren zal zijn. Nu is Tineke bijna zes maanden heen, en alles ziet er goed uit. Ze vinden het een goed idee om de ouders van Menno met Oud en Nieuw – klokslag na twaalven – het heuglijke nieuws over te brengen. Met een glas bubbeltjesdrank in de hand staan ze bij de telefoon. Buiten beginnen de buren vuurwerk af te steken. Menno toetst het nummer van zijn ouders in. Zodra aan de andere kant de hoorn van de haak genomen is, roept hij enthousiast: “gefeliciteerd.” en zonder een reactie af te wachten vervolgt hij: “jullie worden opnieuw opa en oma… Tineke is in verwachting.”
Gesprekjes: Heeft een mier een hartje?
“Weet u wat ik zo bijzonder vind?” vraagt pappa aan mij. Ik schudt het hoofd. Hoe kan ik dat nu weten? Hij glimlacht. “Wat ik bijzonder vind is dat nog niemand er in is geslaagd om een mier, te maken, of een vlo, of een vlieg. Mensen kunnen van alles, maar alles wat zij maken is levenloos, zelfs al lijkt het tegenwoordig niet zo. We kunnen robots maken die op mensen lijken en tegen ons kunnen praten. We kunnen machientjes maken die op honden lijken en mensen kunnen opsporen onder puin of modderstromen. We kunnen mini-droontjes maken die zelf hun doelen uitkiezen… maar geen mieren! Geen vliegen. Geen kip!”
Menno – zen (2)
Menno heeft zich opnieuw opgegeven voor een zevendaagse Zen-sesshin in de abdij Maria Toevlucht in Zundert. Zijn ouders passen op de pubers. Vol goede moed begint hij aan een nieuwe serie van dagenlang lang tienmaal per etmaal een half uur stilzitten. De eerste twee dagen gebeurt er helemaal niets. Hij zit. Dat is het.
Gesprekjes: Geld is belangrijker dan milieu
Langzaam meer zeker rijst de bak uit de grond. Er staan vier mannen omheen. Een vijfde bedient de hijs-arm op de vrachtwagen, met een afstandsbediening in een zwart kastje met knoppen en een joystick.
“Gaat de glasbak weg?” vraag ik, terwijl ik het antwoord al wel weet. Er staat een kiepwagen vol zand klaar om zijn vracht in het gat te storten.
Menno – zen (1)
Na een kennismakingsweekend met Zen in het Cisterciënzer klooster in Zundert schrijft Menno zich in voor een sessie van zeven volle dagen in stilte. Hij weet eigenlijk niet eens of hij nu meer Zen wil of zich opnieuw in de sfeer van de abdij wil onderdompelen. Waarschijnlijk is het beide. Het geheel wekt in ieder geval bij hem het in de loop van jaren in slaap gesoesde verlangen naar eenwording. En al neemt broeder Jeroen het woord niet eenmaal in de mond: DIT is Yoga.
Gesprekjes: niets dan goeds
“Ik ben hier niet voor de overledene,” mompelt de man schuin naast mij. Hij kijkt mij aan en zucht. “Ik ben hier voor zijn vrouw. Ik ken haar van mijn werk. Begrafenissen of crematies … de overledene heeft er niets aan dat ik bij hun uitvaart ben, maar de nabestaanden misschien.”
Menno – aids
“Gaan deze gordijnen de was in?” Belangstellend kijkt Menno op een verpleegafdeling vanuit de deuropening toe hoe een verpleegster bezig is gordijnen van de rails los te maken. Zo vaak gaan bedgordijnen de was niet in, dus op zich is het al bijzonder, vooral doordat hij vindt dat ze er nog heel schoon uitzien. ‘Nee, ze gaan de verbrandingsoven in’, zegt de verpleegster.














