Ieder mens heeft een persoonlijke identiteit, een sociale identiteit en een collectieve identiteit. Drie identiteiten die je niet zomaar door elkaar moet husselen of met elkaar moet verwarren. Je collectieve identiteit houdt in – en geeft je het gevoel – dat je tot een bepaalde groep behoort, of je dat nu wilt of niet. Zo behoor je tot een bepaalde familie (stamboom, familienaam, gelijkenissen etc.), een bepaalde klasse (ondernemersfamilie, boerenstand, adel), een bepaalde bevolkingsgroep (Friezen, Marokkanen, Molukkers) en je hebt een bepaalde nationaliteit (je bent Nederlander, Duitser, Amerikaans staatsburger of wat anders).
Dharmapelgrim
Gesprekjes: eenden
Vanaf de oever, verscholen achter de wilgen, volg ik drie op het kalme water dobberende eenden. Ineens voel ik een hand op mijn schouder. Ik kijk om. Daar staat een inmiddels vertrouwd figuur. Wij ontmoeten elkaar regelmatig tijdens onze ochtendwandelingen.
Over Antropologie 7 – Stereotypering en culturele toe-eigening
Het zit er dik in dat jij jouw gedrag, denkwijze, kledingkeuze en ga zo maar door laat (mede)bepalen door wat men in jouw sociale omgeving en cultuur waardeert. Zaken die men in jouw leefomgeving niet op prijs stelt, zul je waarschijnlijk minder uiten. Misschien ben jij de uitzondering op de regel, of doe je expres het tegenovergestelde van wat ‘de norm’ is maar meestal is het zo. Waarom dragen mannen en vrouwen, jongens en meisjes, in bepaalde streken anders klederdrachten? Waarom anders zouden ze in sommige dorpen, steden of zelfs hele landstreken op zondagen alle winkels en zelfs benzinestations op slot doen? Of regenbogen verdacht vinden? Het hele gezicht tatoeëren of juist alle tattoos verguizen? Het is niet alleen ’s lands wijs – ’s lands eer maar ook ‘s dorps wijs – ‘s dorps eer, ‘s families wijs – ‘s families eer dan wel ‘s groeps wijs – ‘s groeps eer. Zo doen wij dat hier’!
Gesprekjes: In stukjes geschiet
“Hallo,” antwoordt ze, opkijkend. Haar ogen staan anders dan anders. Geen fonkeling. Geen vrolijkheid. En haar stem klinkt ook vlakker dan ik gewend ben. Ze wijst eerst naar haar hennen en daarna naar het vroegere gemeentehuis achter haar, waar nu Oekraïense vluchtelingen wonen. “Veel vrouwen…” zegt ze mat. “Weinig eh … weinig mannen.” Vervolgens wijst ze naar een boom achter haar. “Kippenman in boom …”
Over Antropologie 6: Identiteit
Iedere ontmoeting met anderen heeft invloed op wat je zelf ervaart als jouw identiteit. Je kunt je afgewezen voelen, of juist bevestigd, gezien of genegeerd, erkend of afgewezen en wat al niet. En dat alles ook nog eens terecht of onterecht, ingebeeld of knetterhard life waargenomen.
Gesprekjes: Knuffeltjes-asiel
Het was een sombere novemberdag, maar het regende niet. Nog niet in ieder geval. Ik had voor de zekerheid wel een regenbroek in de fietstas gestopt. Langs het fietspad stonden twee jongetjes en een meisje achter een tafeltje. Op het tafeltje: twee teddyberen, allebei donkerbruin en de een ietsje groter dan de ander. De jongetjes keken nog somberder dan het weer. Het meisje speelde met haar vlechtjes. Ik remde en stond precies voor het stel stil.
Over Antropologie 5: Veldwerk
Vroeger werd er geen of nauwelijks veldwerk verricht. Antropologen bleven gewoon thuis en zagen dus niet met eigen ogen hoe het dagelijks leven ergens anders verliep. Wat ze wilden weten, haalden ze uit geschreven bronnen. Reisverhalen. Brieven. Logboeken. Ze borduurden voort op werk van anderen, en wat zij hadden opgetekend over geschiedenis en traditie. Noem het leunstoel-antropologie. Vandaag de dag zijn er mijns inziens nog veel amateur antropologen die vanuit hun leunstoel menen ‘alles te weten’ over bijvoorbeeld het boeddhisme in het verre oosten omdat ze een paar boeken hebben gelezen, of door een reisgids hebben gebladerd met mooie foto’s over pagodes. Ik zeg maar wat. Zelf bezit ik trouwens een tweedehands leunstoel.
Gesprekjes: Nieuwe woorden
Bij mij in de buurt noemen ze mij soms “ ’t vogeltje” doordat ik vrijwel altijd liedjes fluit zodra ik buiten ben. Dat doe ik al zolang ik mij dat kan herinneren, dus pak ‘m beet: zo’n jaar of zeventig. Het gaat mij ook best goed af, vind ik zelf. De melodieën variëren van ‘Die Forelle’ van Franz Schubert tot kinderliedjes die wij uit volle borst op de lagere school zongen, begeleidt door een meester of juf die vaardig was met een blokfluit. Helaas wordt er tegenwoordig op school nog maar zelden muziek gemaakt of gezongen. Maar eerlijk is eerlijk: niet iedereen is van vrolijkheid gecharmeerd.
Over Antropologie 4: cultuur (II)
Cultuur is aangeleerd en beperkt zich niet tot een enkel individu. Cultuur omvat een breed spectrum van aandachtsvelden (van kunst tot politiek en van economie tot religie) en gaat over waarden, normen, symbolen, rituelen en ga zo maar door. En tenslotte moet gezegd worden dat cultuur niet statisch is, zich weet aan te passen aan veranderende omstandigheden. En doordat de omstandigheden over de hele wereld niet overal hetzelfde zijn, is cultuur ook niet overal hetzelfde. Dat geldt ook voor tijdsperioden. De Nederlandse cultuur in de 17de eeuw is niet dezelfde als die in de 21ste eeuw. En de Nederlandse cultuur is vandaag de dag evenmin hetzelfde als die in Engeland, Frankrijk, Duitsland, Amerika of enig ander land. En, wen er maar aan … de Nederlandse cultuur verandert, of je dat nu leuk vindt of niet. Je kunt veranderingen niet tegenhouden. Zelfs niet wanneer je het hele land op slot zou zetten en zou isoleren van de rest van de wereld.
Gesprekjes: als een engel
Er lopen nogal wat mensen met dukkha rond. Ik verbeeld mij dat ik dat regelmatig bij ouderen aan hun gezichtsuitdrukking aflees. Hangende mondhoeken. Lijnen in hun huid. Een lachrimpel ziet er volgens mij echt anders uit dan een rimpel veroorzaakt door norsheid, boosheid of diepe droefenis. Soms meen ik het zelfs te kunnen zien aan de hele manier van lopen: hangende schouders en een zware, slepende tred. En zo zijn er meer uiterlijke ‘dukkha’ gerelateerde uitingen. Natuurlijk is het allemaal nattevingerwerk en ik zal mij ongetwijfeld meer dan eens vergissen, dus blijft het voor mij oppassen dat ik niet te snel conclusies trek.
Verrassend – Zeshin en Caroline
Voor mij is dit het bewijs dat kunstmatige intelligentie onbetrouwbare antwoorden geeft. Zeshin en Caroline zijn totaal verschillende mensen, en het is absurd te vermelden dat de mannelijke Zenmonnik Zeshin is veranderd in de vrouw Caroline, oprichtster van de BBB.
Over Antropologie 3: De basis
Iedere antropoloog beschikt over een aantal basisinstrumenten: de meest gebruikte zijn observeren en beschrijven wat je waarneemt, vraaggesprekken organiseren tussen twee of meer personen, boeken en artikelen lezen en statistisch onderzoek verrichten. Het gaat daarbij vooral om het verkrijgen van inzichten, het verlenen van betekenis aan contexten en het verkrijgen van meningen van mensen en inzicht in hun beweegredenen. Tenslotte komt daar nog het in kaart brengen van situaties aan de hand van meetbare gegevens bij.
Gesprekjes: In het landsbelang
In de politiek van tegenwoordig gaat het helemaal niet meer om wat goed is voor Nederland, maar om wie met de minste slaap toe kan. Gewoon doorlullen tot iedereen het moe is. Degene die het langst voet bij stuk kan houden en zijn ogen open … die wint.
Over Antropologie 2: Culturele antropologie
Als je een andere cultuur dan de jouwe wilt begrijpen, bijvoorbeeld een ‘boeddhistische’, moet je er voor oppassen dat je niet gaat ‘culturaliseren’. Anders gezegd: pas op dat je niet alles wat jou opvalt als bijzonder of zelfs spectaculair gaat aanmerken. Welbeschouwd zijn allerlei zaken vanuit een andere cultuur minder vreemd dan ze op het eerste gezicht lijken, terwijl zaken uit jouw eigen cultuur bij vreemder zijn dan je wellicht denkt. Anders gezegd: aanbid badwater niet als het om een kind gaat, en gooi kinderen niet met hun badwater weg! Laat ik het zo zeggen: Gooi geen waardevolle joods/christelijke cultuurelementen weg wanneer je je in Aziatisch-boeddhistische wateren begeeft en verwerp waardevolle boeddhistische elementen niet samen met wat daar aan vast hangt.
Gesprekjes: Gevaarlijke tijden.
De uitdrukking op de gezichten van mijn tafelgenoten is werkelijk bijzonder interessant. Ze vertonen een mengeling van irritatie, geamuseerdheid en regelrechte verbouwereerdheid. Ik ga door: “Wanneer er vroeger een keer iemand werd vermoord, las je dat op zijn vroegst de volgende dag een keer in een krant. En als er ergens op de wereld een boot zonk, hoorde je dat pas dagen later. En wanneer er in een ver land waar niemand interesse in had een ramp plaats vond, hoorde je dat pas – als je geluk had – maanden of zelfs jaren later. Nu hoor je drie minuten nadat iemand een ergens een scheet liet precies waar het naar rook. Kom op zeg
Over Antropologie 1: Wat is antropologie?
In vergelijk met andere wetenschappen is de antropologie vrij laat ontstaan. Het is wat je noemt een jonge wetenschap. Een antropoloog houdt zich vooral bezig met waarnemen en interpreteren wat iemand anders precies doet en wat dat zou kunnen betekenen. En dat alles in de context waarin die ander zich bevindt.
Gesprekjes: Babbeldebabbeldebabbel
“Weet je wat je voor de grap eens moet proberen? … Gewoon midden in een verhaal stoppen, en dan afwachten wat er gebeurt. Zeer verhelderend… echt.” De vrouw die dit tegen mij zei, knipoogde, stond op, maakte aanstalten weg te lopen, maar draaide zich nog één keer naar mij om. “Dat moet je natuurlijk wel op een daarvoor geschikt moment doen hè, bijvoorbeeld wanneer jullie even afgeleid worden. Niet zomaar…” En weg was ze.
Gesprekjes: Op wie stemt u?
We staan in een winkelcentrum voor de Bruna. Ik wacht op iemand, en hij ook heb ik het idee. Een rijzige man, mooi wit haar, leunend op een wandelstok. Hij bestudeert aandachtig het rek met kranten: Volkskrant, Trouw, NRC, AD, en ga zo maar door. Koppensnellen, noem ik het.
Menno – slot
Kort na 2003 heb ik voor mijn alter ego de naam “Dharmapelgrim” bedacht. Het begrip ‘alter ego’ betekent letterlijk “ander ik”. Denk nu niet dat ik een soort psychiatrische stoornis heb met meerdere ‘ikken’. Vergelijk het liever met de boven- en onderkant van een muntstuk. Kop en munt: zijn één geheel, en geen twee losse zaken. Ik ben Menno en tegelijkertijd bén ik ook Dharmapelgrim, en tussen die twee ervaar ikzelf geen enkel verschil. Ik gebruik mijn alter ego om mijn creativiteit en spiritualiteit te benadrukken. Ik schrijf als Dharmapelgrim voor het BD, zoals ik als opa op mijn kleinkinderen pas
Gesprekjes: DES-dochter
Het is nog vroeg in de morgen. Erg vroeg zelfs. De stad slaapt nog. Ik kijk de vrouw tegenover mij aan terwijl zij kalm voortgaat met het inpakken van haar rugzak. Eline. We hebben een nacht doorgebracht in de refugio (pelgrims-verblijf) van de kerk in Sittard*. Ieder in een eigen opklapbed dat we uit een soort kast moesten trekken.
Menno – Xavier
Het gesprek neemt een bijzondere wending, vindt Menno. Hij raakt erdoor in de war. Eerst wil de man geen adressen uitwisselen, daarna wil hij niet vertellen wat voor werk hij doet en nu zit ‘ie over liefde te praten als het enige dat ertoe doet.
Gesprekjes: Hoe was het toen?
Ik ben lid van een klein gezelschap ‘historische vertellers’. Wij zijn zelf uiteraard in geen enkel opzicht historisch te noemen, maar vertellen over een denkbeeldig leven ergens in het verleden. Zo speel ik in de ene keer dat ik Henric Coeur ben, meester-metselaar en bouwheer van de monumentale kerk in het Groningse Harkstede; een andere keer ben ik Durk van ’t Hoeze, dienaar van de drossaard van Gruoningen tijdens het beleg van die stad in het rampjaar1672. En laatst was ik Bernardus van klooster Bloemhof, een oude kanunnik in 1276, die in zijn jonge jaren mee is gegaan met de vijfde kruistocht en als bevrijder van het Heilige Land verschrikkelijke dingen heeft gedaan.
Menno – Over en uit
Kort na de bevalling krijgen Menno en Tineke bericht dat er geen bezwaren meer zijn tegen een eventueel kerkelijke inzegening van hun huwelijk. Professor Harry Eijsink (kerkjurist) heeft zich er persoonlijk hard voor gemaakt.
Gesprekjes: waar is het water gebleven?
De hele buurt weet dat ik bijna altijd liedjes loop te fluiten wanneer ik mijn mijzelf uitlaat. Blijkbaar floot ik een Christelijk deuntje, want ineens riep een voor haar huis tuinierende dame mij toe: “O, u bent Christen!”















