Onze democratische rechtsstaat heeft net als een tapijt een mooie voorkant en een rafelige achterkant, constateren mr. Frank van den Heuvel en dr. Patrick Overeem in de inleiding van hun boek Een vitale rechtsstaat. Zij benadrukken dat dit boek geen klaagzang wil zijn, maar het begin van het nadenken over verbeteringen. Omdat in een democratische rechtsstaat de feiten van groot belang zijn, ook een uitstapje naar het boek De zoektocht naar de feiten van mr. Luc Verhey.
Dr. Emma Cohen de Lara schrijft in haar bijdrage Meer dan recht alleen dat de principes van de liberale rechtsstaat volgens de gangbare opvatting gestalte kregen in de 17de eeuw, dankzij filosofen als Locke en Montesquieu. De oude Grieken kenden deze principes echter niet en het klassieke Athene was ook ‘geen staat als abstract geheel van instituties bevolkt door machthebbers en bureaucraten.’
Gemeenschapswezen
Cohen de Lara noemt de stadstaat Athene een voorbeeld van een directe democratie, waarbij de mannelijke stadsburgers elkaar opvolgden in het ‘bestuur van het publieke leven.’ Over het individu hielden de oude Grieken er een andere opvatting op na dan wij. Voor hen was het ondenkbaar de mens als autonoom te zien, los van de gemeenschap. Zij verwijst naar Aristoteles die opmerkte dat een buiten de gemeenschap levend mens geen mens maar een god of een beest kan zijn. Het is immers binnen de gemeenschap dat de mens zijn vermogen tot de spraak en de rede ontwikkelt. De mens is in wezen een gemeenschapswezen.
Machtsmisbruik
De oude Grieken waren zich ervan bewust dat machtsmisbruik moest worden voorkomen. De auteur beschrijft deels uit bewondering hiervoor hoe zij dit deden. Vooral ook omdat ‘de aannames van de vroegmoderne filosofen over wie we zijn als mens en hoe we samenleven, significante beperkingen hebben.’ Zij baseerden hun theorie over de rechtsstaat op de idee dat het individu zelfbehoud en eigenbelang nastreeft. Dit is belangrijk, maar voor filosofen als Plato en Aristoteles maken deze instincten deel uit van een veel rijkere psyche en ze moeten worden bezien als deel van een groter geheel. ‘De oude Grieken, zo durf ik te stellen, staan in hun mensbeeld dan ook dichterbij onze eigen realiteit waarin de mens zich als complex wezen toont met allerlei verschillende en soms tegenstrijdige drijfveren, die deels egoïstisch en deels sociaal zijn,’ bladzijde 18. Vanuit hun integrale mensbeeld bieden de klassieke filosofen waardevolle inzichten over machtsmisbruik en daarom is het de moeite waard om een uitstapje te maken naar het klassieke Athene, schrijft ze.
Schroom
Plato besteedt in zijn Wetten niet alleen aandacht aan rechtsregels, maar ook aan de moraal in de stadstaat. Samen hebben deze tot doel de heerschappij van het recht te waarborgen. Hierbij richt hij zich op wat de auteur vertaalt als ‘verstandige gematigdheid’ (Gr. sophrosyne). Volgens hem is sophrosyne belangrijk voor burgers en politici in een samenleving waarin het recht regeert en niet de willekeur.
‘Gepaste schaamte, eerbied of schroom’ (Gr. aidôs) is essentieel, omdat zij erop gericht is ‘om relaties met anderen in stand te houden.’ Het is een ‘gevoel van vrees dat leidt tot een eervol gedrag, niet vanuit een persoonlijke ambitie maar vanuit een besef van verbondenheid met voorouders, medestrijders en de eigen gemeenschap.’ Door het voorkomen van roekeloos en buitensporig gedrag helpt zij de mens zichzelf psychisch en moreel te sturen om eenvoudiger de rede te kunnen volgen. Hierdoor kan de burger zich aan de rechtsregels te houden, mits deze regels ook redelijk zijn ‘in een politieke gemeenschap waar het recht regeert.’ Omdat in wetten en regels niet alles is te vatten, blijft de samenleving mede afhankelijk van de morele zelfsturing van de burger.
Gebrek
Het risico van het gebrek aan schroom en verstandige gematigdheid wordt groter als het gaat om machthebbers. Hun overtredingen ondermijnen de rechtsstaat des te meer, omdat zij een voorbeeldfunctie hebben. Zij kunnen echter proberen het recht op te rekken uit hebzucht, eigenbelang of ambitie. Emma Cohen de Lara sluit haar bijdrage op bladzijde 24 af met: ‘Als Plato gelijk heeft, dan zijn wetten en regels niet afdoende om een vrije samenleving te waarborgen en is een herwaardering van schroom en de deugd van de verstandige gematigdheid zo gek nog niet.’
Ondermijnende criminaliteit
Een overstap van Plato van het belang van de voorbeeldfunctie van machthebbers naar de ondermijning van de democratische rechtsstaat door criminaliteit in ons land is groot. Deze ondermijning wordt met name veroorzaakt door de drugsproductie- en handel. Dr. Peter Tops schrijft in zijn bijdrage De drugseconomie van Nederland en haar maatschappelijke effecten: ‘In ons land komen allerlei drugsstromen bij elkaar. Het kan daardoor worden beschouwd als de belangrijkste logistieke draaischijf voor grensoverschrijdende drugshandel.’
Verschillende factoren maken ons land aantrekkelijk voor deze miljardenindustrie en -handel. Dit zijn niet alleen de ligging als toegang tot het Europese achterland, de infrastructuur van onder andere havens, vliegvelden en wegen en de financiële en digitale infrastructuur, maar vooral ook de sterk ontwikkelde handelsgeest, de ‘VOC-mentaliteit’. De handelsgeest bracht volgens de auteur welvaart, maar heeft ook schaduwkanten. Hij schrijft: ‘Controle en toezicht staan bijvoorbeeld altijd in het perspectief van het zo gering mogelijk verstoren van het reguliere handelsverkeer.’ Een andere factor is dat ons land sinds de jaren 1960 een relatief tolerante houding heeft gehad rond drugs, aldus de auteur. Dit gold in eerste instantie het gebruik, waarbij het gezondheidsaspect het primaat had in het drugsbeleid.
Effecten
Het grote probleem zijn de enorme financiële stromen die met de productie en handel samenhangen en de effecten hiervan. De auteur onderscheidt verschillende niveaus waarop de effecten te voelen zijn.
De effecten op individueel niveau worden veroorzaakt doordat de criminele drugswereld overal aanwezig is en laagdrempelig en voor sommigen zeer aantrekkelijk. Vooral twee groepen hebben de belangstelling van drugscriminelen: sociaal of economisch kwetsbaren en mensen op vitale posities of met specialistische kennis.
De sociale effecten zijn voelbaar in de wijken waar de ondermijnende criminaliteit zich op allerlei manieren vermengt en inbedt in het dagelijks leven van veel ‘gewone’ mensen. Dit komt voor bij onder andere de combinatie van ‘gesloten, kansarme gemeenschappen en de invloed van een criminele drugswereld waar vaak sneller veel geld te verdienen is dan het voor hen lastiger bereikbare legale deel van het systeem,’ bladzijde 51. Zie hiervoor de link van RTL Nieuws.
Er zijn systeemeffecten op het economische en rechtstatelijke systeem. Onder de economische effecten vallen bijvoorbeeld kosten als milieuschade door afvaldumpingen en ‘de kosten die de inspanningen van overheidsdiensten, gemeenten en bedrijfsleven vragen om de samenleving (en zichzelf) tegen ondermijnende criminaliteit te weren.’ De financiële sector blijkt onvoldoende weerbaar tegen misbruik door criminele activiteiten en veroorzaakt onder andere vermenging van geldstromen uit legale en illegale bronnen. Op rechtstatelijk niveau zien we ook ondermijnende activiteiten omdat ‘criminele elementen geld, intimidatie en geweld inzetten om bestuurders, het rechtssysteem en uitvoerende ambtenaren en journalisten op illegale wijze te beïnvloeden in de uitvoering van hun taken,’ bladzijde 52.
Ten slotte geeft Pieter Tops aan: ‘Het gaat bij ondermijning om criminaliteit die ook een eigen manier van leven is: eigenzinnig en vaak ook grimmig. De boodschap luidt dat men zelf wil bepalen wat de orde is in de samenleving: bemoei je niet met ons, wij zijn hier de baas. In zekere zin geven zij een eigen invulling aan het voornaamste leerstuk van de neoliberale samenleving: het zelfredzame individu.’
Niet los verkrijgbaar
Democratie en rechtsstaat zijn volgens voormalig minister van Justitie en hoogleraar Ernst Hirsch Ballin niet los van elkaar verkrijgbaar, dit merkt hij op in de slotbeschouwing De rechtsstaat: wat een democratische constitutie in leven houdt. Dit inzicht wordt niet algemeen erkend, stelt hij. Echter, wie een democratie uitsluitend ziet als beslissing bij meerderheid in het belang van een bepaalde groep, zet ‘de eerste stap in een proces van uitsluiting, uitstoting of onderwerping van de ‘anderen’.’ Een rechtsstaat is nodig om een democratie te laten slagen als ‘ordening voor en van iedere burger, en niet slechts van een groep die zich de politieke macht heeft toegeëigend.’ Hierin ligt meteen de kwetsbaarheid van de democratische rechtsstaat, omdat zijn voortbestaan afhankelijk is van een breed gesteund besef dat ‘men elkaar moet respecteren (en dus, als het gaat om machtsuitoefening, zich inhouden).’
Overgang
De auteur signaleert een onontkoombare overgang naar een staatsgrenzen overstijgende vervlechting van belangrijke leefomstandigheden op economisch, cultureel, klimatologisch en technologisch gebied. Het verlies van houvast dat dit veroorzaakt valt samen met het verlies van de bescherming door de verzorgingsstaat. Dit wordt verergerd door de onverschilligheid in leidende politieke en economische kringen ten opzichte van de onzekerheid die de veranderingen oproepen. De weerstand die dit alles opwekt neemt op veel plaatsen onder invloed van populistische en autoritaire bewegingen ‘de vorm aan van een afwijzing van anderen, andersdenkenden en andersverschijnende mensen.’ Deze bewegingen komen niet uit de lucht vallen, maar bestaan integendeel al eeuwen in Europa. De auteur noemt Edmund Burke en Gotfried Herder. De waardering voor de tradities hoeft echter niet te leiden tot een negatieve houding ten opzichte van anderen. Op voorwaarde dat men beseft dat culturen zich altijd ontwikkelden in wisselwerking tot hun omgeving, binnen en buiten de nationale grenzen. De Franse (en Europese) cultuur bijvoorbeeld heeft veel bronnen, die elkaar beïnvloeden en niet uitsluiten. Een enkelvoudige culturele identiteit is een waanidee.
Kernfunctie
Een kernfunctie van de rechtsstaat is het bieden van houvast en als deze rechtsstaat democratisch is, kan de aansluiting bij de overtuigingen van de burgers voldoende worden verzekerd. ‘Het recht (in het bijzonder het constitutionele recht) maakt veranderingen mogelijk niet uit de hand lopen.’ De auteur waarschuwt echter: ‘Een radicaal-individualistische uitwerking daarvan verliest zich in ideële leegte.’
In een democratisch politiek erkent burgerschap de mens als persoon, maar deze is meer dan een kiezer en potentieel gekozene. Burgers kunnen in allerlei opzichten zeer verschillend zijn, die veelheid is ‘het ideële krachtenveld waarvoor de democratische rechtsstaat ruimte biedt. Het respect voor die ordening is de deugd van de burger in een democratische rechtsstaat.’ Ernst Hirsch Ballin sluit zijn slotbeschouwing van het boek Een vitale rechtsstaat af met: ‘Een doorleefde, rechtstatelijke democratie maakt samenleven in vrijheid mogelijk, verruimt het zicht en geeft hoop op een toekomst in recht en vrede.’
Zoektocht
Het is nog nooit zo geweest dat ‘de’ feiten voor zichzelf spraken en er is altijd discussie geweest over de juistheid van ‘de’ feiten. In de wetenschap is er een constant debat aan de gang ‘over wat waar, half waar of niet waar is. In die zin kan men niet, of zonder meer, spreken over ‘de’ feiten,’ aldus hoogleraar mr. Luc Verheij in zijn boek De zoektocht naar de feiten. In de politiek is het niet anders. Tegenwoordig gaat het debat over feiten echter gepaard met hoogoplopende emotionele discussies. Volgens de auteur kan dit invloed hebben op ‘de mate waarin we in een samenleving nog tot elkaar kunnen komen.’ Emoties zijn in de politiek echter niet ongepast en zijn dit ook nooit geweest, maar hoe het ook zij feiten staan onder druk. Sommigen beweren zelfs dat er geen feiten bestaan, uitsluitend meningen.
Checks and balances
Omdat ‘de’ feiten niet neutraal zijn en niet eenvoudig vast te stellen, want niemand heeft in onze complexe samenleving het overzicht, moet de vaststelling van de feiten een collectieve activiteit zijn. Alle puzzelstukjes moeten vanuit alle invalshoeken bij elkaar worden gepast, in een democratische rechtsstaat is dit een onmisbaar en een noodzakelijk proces. Sterke en hoogwaardige instituties zijn hierbij cruciaal, denk aan de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman. Zie hiervoor de link over het jaarverslag van de Nationale Ombudsman. Ook personen en organisaties buiten de overheid zijn van vitaal belang zoals de onafhankelijke wetenschap en de journalistiek. Dit wil niet zeggen dat zij de absolute wijsheid in pacht hebben.
‘Verzamelde en gerapporteerde feiten kunnen én moeten kritisch worden geanalyseerd, bevraagd, bediscussieerd en herijkt.’ Dit is geen aanleiding om te beweren ‘het is maar een mening’, maar om zoveel mogelijk tot een gedeelde erkenning van de feiten te komen, is een stelsel van ‘checks and balances’ nodig. Hierbij spelen de al genoemde instituties en de personen en organisaties buiten de overheid hun eigen rol. ‘Voor de politieke besluitvorming is dat stelsel een onmisbaar ankerpunt,’ aldus de auteur.
De journalistiek is bijvoorbeeld voor de waarheidsvinding essentieel en haar rol als ‘waakhond’ valt onder de bescherming van de vrijheid van meningsuiting, artikel 7 Grondwet en van artikel 10 van de Europese Verklaring van de Rechten van de Mens (EVRM). Om de rol van waakhond goed te kunnen vervullen, maar ook voor burgers die deelnemen aan het publieke debat, moet de overheid wettelijk toegang geven tot haar informatie. De oude Wet openbaarheid bestuur (Wob) werd kortgeleden vervangen de Wet open overheid (Woo). De auteur geeft aan dat er nog veel valt te verbeteren als het gaat om de openbaarheid van bestuur. Dit geldt ook vooral ook voor de informatieverstrekking aan de Eerste en Tweede Kamer. Zie hiervoor de link van Lubach op zondag.
Rechter
Voor de onafhankelijke rechter geldt dat ‘de’ feiten in de procedures een belangrijke rol spelen. In de wet zijn gedetailleerde voorschriften opgenomen die bepalen op welke wijze de rechter de feiten moeten vaststellen. In afzondering kan en mag hij dit niet doen, ook partijen en onafhankelijke deskundigen een belangrijke rol. Hoewel ze belangrijk zijn, is het vaststellen van de feiten soms moeilijk. Wanneer een burger in de knel komt, fungeert de rechter als een ‘cruciaal en onmisbaar vangnet. De Toeslagenaffaire heeft laten zien dat die vangnetfunctie niet altijd tijdig en toereikend wordt vervuld.’ De vraag is of de rechter altijd soelaas kan bieden als door veronachtzaming van ‘de’ feiten ‘kortsluiting plaatsvindt tussen wetgever, bestuur en uitvoering.’
Op de laatste bladzijde van zijn boek De zoektocht naar de feiten schrijft mr. Luc Verhey ‘Wat de Toeslagenaffaire ons geleerd heeft is dat we een overheid nodig hebben die niet alleen écht doet waarvoor ‘zij is ingehuurd’ maar die ook burgers fatsoenlijk behandelt. En politici die precies daarin het goede voorbeeld geven. Vooral in dat laatste moet onze hoop op een effectief tegengif gevestigd zijn. Maar kunnen we die gezamenlijke opdracht werkelijk aan?’
Deel 2 van dit artikel zal gaan over het boek van Bastiaan Rijpkema Weerbare democratie (2015) en het boek Waakzaam burgerschap (2022) van Ernst Hirsch Ballin.
Willy van de Schoot zegt
Wat een rijkdom aan ideeën en verbanden!
De gevolgen van de criminele drugshandel worden goed beschreven. Wat niet expliciet gezegd wordt (maar misschien wel bedoeld?) is dat een “gebrek aan schroom en verstandige gematigdheid” bij zowel burgers als machthebbers een goede voedingsbodem vormen voor het welig tieren van drugsgebruik en bijbehorende criminaliteit.
Tantra Hardrock zegt
Ik kende ambtenaren, die dan zogenaamd symbool staan voor ‘recht en order’ die dus coke snuiven. Ook zijn er politici, die dan preken over ‘recht, order, gezag, de wet’ en die gebruiken dan zelf harddrugs (overtreden de wet)
Ik kan die mensen allemaal niet meer serieus nemen. Veel Nederlandse zogenaamde ‘gezaghebbende’ kan ik gewoon écht niet serieus nemen. Ik kán het gewoon niet.
Wat de Toeslagenaffaire ons geleerd heeft is dat we een overheid nodig hebben die niet alleen écht doet waarvoor ‘zij is ingehuurd’ maar die ook burgers fatsoenlijk behandel
Wat mij betreft is dit toeslagenschandaal een bevestiging, van het feit dat ambtenaren en politici (arme) burgers diep en diep minachten. Ook het feit dat er niet echt mensen voor gestraft zijn en dat Rutte er nog gewoon zit, spreekt boekdelen. Heel typerend.
De kern van het probleem. Je wilt dus humane machthebbers. Het probleem is nou net, dat het niet de meeste humane mensen zijn, die op de macht zitten te azen. Macht trekt decadente mensen aan. Het is een klassiek dilemma, dat in een boek als ‘in de ban van de ring’ aan de orde komt.
Rafael zegt
Het begint bij de onduidelijkheid der woorden: en natuurlijk het eenzijdige willen lezen van …maar hier moet de wijze voor waken en in onduidelijkheid, duidelijk zijn. Of misschien stil.
“Het is nog nooit zo geweest dat ‘de’ feiten voor zichzelf spraken en er is altijd discussie geweest over de juistheid van ‘de’ feiten. In de wetenschap is er een constant debat aan de gang ‘over wat waar, half waar of niet waar is. In die zin kan men niet, of zonder meer, spreken over ‘de’ feiten,’ aldus hoogleraar mr. Luc Verheij
Fout meneer hoogleraar en gevaarlijk hier spinnen anderen garen bij.. dus de wetenschap is aan disussie onderhevig altijd ..fout de Alpha Wetenschappen wel. De Beta wetenschappen niet deze zijn altijd reproduceerbaar en de uitkomst blijft vaststaan.
Zeg dat dan ook, de Appel van Newton valt ALTIJD naar beneden op de aarde .. stikstofdioxide zijn exact meetbaar en bepaalde hoeveelheden zijn niet positief voor een gevarieerde natuur .. net als het injecteren van bleekmiddel niet het Coronavirus(alleen dood) meneer Trump.. laten we alsjeblieft elk woord wegen wij en de verantwoordelijke in deze fantastische en mooi democratie.. 🙏
kees moerbeek zegt
Je moet je Karl Popper maar eens nalezen, Rafael!