Een stroombetreder is een nobele discipel die ziet. Het is een edel persoon die tot inzicht gekomen is. Die de ware Dhamma verworven heeft. Die de ware Dhamma begrijpt. Die de nodige wijsheid verkregen heeft. Die de stroom van Dhamma betreden heeft.
Pali-Canon
Guy – De metafoor van de oceaan
De stroombetreder (P. sotapanna) wéét (P. janati) dat ‘geboorte’ en ‘dood’ slechts concepten zijn van zijn onwetende geest. Dat het begoochelingen zijn van het bewustzijn dat zich per se een separate plaats wil toemeten in het Geheel. Een bewustzijn dat zich—volkomen illusoir—een onafhankelijke, eeuwige ‘ziel’ droomt (P. sassata-ditthi).
Guy – Spiritueel Ontwaken
Spiritueel Ontwaken—wakker worden—is het loslaten, het oplossen, het verdampen, het vernietigen van ons geconditioneerde gewoontepatroon waardoor we als een separaat ‘ik’ kijken naar ‘ónze’ objecten. En er ons mee identificeren.
Guy – Vergankelijkheid (P. anicca)
Vergankelijkheid is de sleutel tot inzicht: beseffen dat het niet onze vergankelijkheid is die ons doet lijden, maar wél ons verlangen om bestendig te zijn.
Guy – De plaats waar je de stroom betreedt (P. sotapatti)
… Richt je aandacht op je ademhaling. Volg de inkomende adem. De uitgaande adem. Ervaar de vreugde (P. piti) en het geluk (P. sukha) van je beoefening.
Karaniya Metta Sutta
Metta, mediteren op liefdevolle vriendelijkheid, is één van de vier Brahmavihara’s. Metta wordt meer en meer beoefend in combinatie met vipassana meditatie.
Guy – Spiritueel Ontwaken
De experiëntiele ervaring van het eeuwige proces van ontstaan en vergaan van alle geconditioneerde dingen leidt tot spiritueel ontwaken. Inzicht in dit proces, in de flow van het bestaan, in de permanente transformatie van de verschijnselen brengt de dhammanuvatti tot inzicht.
Guy – De Stroom
Het kenmerk van een stroom is om te stromen. Alles wat in de stroom terechtkomt, wordt met de stroom meegevoerd.
Guy – Bevrijding (P. vimutti)
Een heilzaam gebrek aan ontzag voor geloof, macht en machthebbers maakt de mens alerter, waakzamer en minder vatbaar voor conditionering.
Guy – Weinig stof op de ogen hebben
Dan, énkel dán, priemt het licht door het bladerdak.
Guy – Omarm vergankelijkheid, onvrede en zelfloosheid
Telkens we ons verzetten tegen verandering en vergankelijkheid (P. anicca) roepen we lijden (P. dukkha) op. Als mens zijn we geconditioneerd in het amechtig grijpen naar zekerheid, naar vastigheid, naar stabiliteit. Ad absurdum. We dromen ons zelfs een wedergeboorte. Of een eeuwige ziel.
Omgaan met de (eigen) dood
Zo komt de Boeddha in de Pali-Canon, als hij met nabestaanden praat, soms schijnbaar hard en gevoelloos over. De Verhevene was geen mooiprater en troostte niet met holle woorden, maar met de waarheid, hoe onbarmhartig die ook mocht klinken. Het overlijden greep hij aan als middel om vergankelijkheid, verandering en – als dit door de betrokkene niet beseft werd – het daaruit voorvloeiende, door gehechtheid ontstane, lijden te verduidelijken.