China dwingt Tibetaanse monniken sinds de jaren negentig tot ‘vaderlandslievend onderwijs’. De monniken worden vaak gedwongen om de Dalai Lama op te geven en hun trouw aan de door China benoemde Panchen Lama te betuigen.
Zestig jaar nadat China zijn greep op de Tibetaanse Autonome Regio (TAR) heeft versterkt is het begonnen zich te bemoeien met de religieuze opleiding van de boeddhistische monniken in dat gebied. Naar verluidt wordt hun verteld dat zij tests moeten doen om hun juridisch bewustzijn te verbeteren. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat dit een manier is om hun trouw aan de Communistische Partij van China (CPC) te bezegelen.
Lange tijd zag China het Tibetaans boeddhisme als een belemmering om eigen wetten in Tibet in te voeren. Nu wordt het boeddhisme aangegrepen om het systeem van binnenuit te ‘hervormen’. China heeft onlangs bijna 30.000 boeddhistische monniken en nonnen een test laten doen waarbij hun kennis werd gemeten over een groot aantal onderwerpen zoals de Chinese grondwet, antiterrorismeactiviteiten, voorschriften voor het beoefenen van religie, etc., zoals blijkt uit een rapport dat gepubliceerd is door de het Chinese staatsmedium Global Times. Naar verluidt heeft 98 procent van degenen die deze keer de tests hebben gedaan deze keer de test met goed gevolg doorstaan. Onbekend is wat er met de niet-geslaagden gaat gebeuren.
De Chinese regering heeft naar verluidt ook leden van het Democratisch Beheerscomité (DMC’s) in dienst om ervoor te zorgen dat haar beleid en richtlijnen in de boeddhistische kloosters in het gebied worden uitgevoerd. Deze DMC’s dienen in feite als overheidsinstrumenten en zijn medeplichtig aan het uitvoeren van taken op het gebied van ‘politieke vorming en onderzoek’. De DMC’s hebben een grote invloed op de activiteiten van de overheid.