De Griekse filosoof Aristoteles vond zelfliefde ook belangrijk, vooral in relaties met anderen. Hij zei: ‘wanneer je niet bevriend bent met jezelf, kun je ook geen sympathie hebben voor anderen, laat staan hun vriend zijn.’ Kortom: zonder liefde en compassie voor jezelf, doe je alles en iedereen tekort. Zelfliefde is duidelijk iets anders dan jouw ego koesteren; en authentieke gevoelens herkennen en erkennen, is niet hetzelfde als meehuilen met een gekwetst ego of een trots ego bejubelen. Jouw ego is niet jouw wezenskern. Wat jouw ego dan wel is, zal ik verderop uitleggen.
Over wat jouw wezenskern is, dáár zegt yoga niets over, hoewel er mensen zijn die menen dat yoga ‘de atman’ als wezenskern aanwijst. Maar het is niet juist. Dat begrip (atman) komt uit oorspronkelijke teksten over yoga die uit het oude India stammen. Deze teksten sluiten aan bij de filosofische opvattingen van de cultuur in die tijd. Ze maken duidelijk dat jouw diepste wezen in ieder geval niet het ego is, niet jouw ‘ïk’. Over wat jouw diepste wezen dan wel is, kun je behalve bij de oude Indiase filosofie ook te rade gaan bij een religie zoals het christendom; bij een levensbeschouwing zoals het boeddhisme of bij de moderne wetenschap. Als alles werkelijk één is – hetgeen yoga veronderstelt en als doel heeft te ervaren -, kan het ‘diepste wezen’ dat aanwezig is in ‘alles wat adem heeft’, uitsluitend door en in die éénheid volledig gekend, herkend en erkend zijn. Daar ‘mag’ het géén naam hebben; en meer valt er niet ook over te zeggen, omdat elk woord erover er alleen maar afbreuk aan doet. Vergelijk het met ‘stilte’: niemand kan iets over ‘stilte’ zeggen, zonder haar te verbreken.
Het gaat in Bhakti-yoga dus om liefdevolle overgave, toewijding, devotie en liefde voor de (of het) Ene. Liefde voor iets vaags zoals het absolute, of onbegrijpelijks als ‘het iets’ is echter bijna onmogelijk. Liefde, toewijding en devotie hebben ‘iemand’ nodig om lief te hebben, iemand’ waar je je geheel aan kunt toewijden en ‘iemand’ om je devoot aan over te geven. Die iemand noem ik ‘De geliefde’. Die ‘geliefde’ is tevens ‘De minnaar’, omdat hij jou bemint als geen ander, van voor jouw geboorte tot na jouw dood, ongeacht wat je op aarde allemaal uitvreet. Je bent en blijft zijn geliefd kind. Veel hindoes zien in Lord Krishna hun geliefde / minnaar. Gereformeerden zien hem in ‘De Heere’ en/of in Jezus Christus; katholieken zien haar ook in ‘Maria’ en weer anderen zien die iemand in JHWH; Manitou; Allah; Moeder Natuur; of …. (vul maar in). Voor de ware Bhakti-yogi maakt het eigenlijk niet uit of die IEMAND een man is of een vrouw. Yogananda zei eens: ‘de moeder is dichterbij dan de vader’. Daarmee bedoelde hij dat het voor veel mensen gemakkelijker is om al hun liefde, al hun toewijding en devotie aan iemand te geven in de moederfiguur dan aan diezelfde iemand als vaderfiguur. De moeder staat gewoon dichter bij ons voorstellingsvermogen.
Ik houd het maar even simpel en noem die geliefde / minnaar gewoon God. Het is niet nodig om als Nederlander die is opgegroeid in een maatschappij met Joods/christelijke tradities over te stappen naar oosters/ Indiase tradities. Tenzij je door opvoeding of opgelegde regels moeite hebt gekregen met personificaties als ‘De Heere’, of de pest hebt aan ‘Moeder Maria’, is er geen reden om over te stappen naar Lord Krishna, Kanzeon, of van mijn part ‘The Lady of the twinkling stars’. Als puntje bij het yogapaaltje komt, zijn ze namelijk allemaal één!
De Bhakti-yogi wil niets liever dan één worden met de geliefde. Hij heeft er alles voor over. Alles. Hij doet ook moeite om die éénheid te ervaren, en volgt daartoe trouw allerlei richtlijnen, regels en voorschriften die dat als resultaat beloven. In de praktijk betekent dat, dat hij uit liefde voor de Geliefde tot alles bereid is, mits overtuigend gebracht. Het is iemand dan ook nauwelijks aan te rekenen wanneer hij vanuit een vurig geloof en vervuld van een rotsvast vertrouwen alles doet wat een of andere verdwaasde voorganger, priester, zelfbenoemde goeroe of leidsman van hem vraagt…zogezegd omwille van ‘de geliefde’. Het probleem is echter dat men verzuimd zelf te toetsen of het wel klopt wat die voorganger, priester, goeroe of leidsman allemaal beweert namens de Geliefde te zeggen. Bhakti-yoga vraagt niemand om het eigen verstand en het eigen geweten uit te schakelen! De eerste toets hoort te zijn: dient wat ik denk, zeg en doe het één maken van alles en allen (één in de geliefde) of niet? Komt wat ik op het punt sta te doen of te zeggen overeen met onvoorwaardelijk liefde die het beste met alle levende wezens voorheeft? Ja? Prima. Nee? Mond houden en niet doen! Al gaat de rest van een gemeenschap op zijn kop staan.
Bhakti-yoga is uitstekend te verenigen met rituelen en ceremonies; met muziek en zingen van aan God gewijde liederen; met dans; symbolen; kunstuitingen en alles wat de liefde van de mens tot de beminde of van de minnaar tot de mens tot uitdrukking brengt, zolang de bhakta daar met zijn hart maar helemaal bij is. Het gaat altijd om de intentie, dus om dat wat vurig nagestreefd wordt: ‘vereniging met de geliefde’. Het uitvoeren van rituelen; het bijwonen of leiden van ceremonies; het maken van muziek en het zingen van liederen en wat dies meer zij, is allemaal nutteloos wanneer die intentie ontbreekt. Het is dan folklore. Meer niet.
Je bereikt geen éénheid met alles en allen (dus ook niet met de geliefde, die alles en allen is) wanneer je ervan overtuigd bent dat jouw geloof en jouw wijze van beminnen de enige juiste is en dat dus alle andere geloven en wijzen van beminnen minder zijn, slecht, zondig of zelfs duivels. Bhakti yoga sluit geen enkel geloof uit. Het sluit bijvoorbeeld het evangelie van Jezus Christus zelfs volledig in – de Christusdharma – en Jezus Christus is een perfect voorbeeld van een (Bhakti) yogi. In het zogenoemde hogepriesterlijke gebed (Joh.17) staat onder meer: ‘Zo zullen ze één met elkaar zijn, net zoals U en Ik één zijn. Ik ben één met hen en U bent één met Mij. Op diezelfde manier zullen zij één zijn met elkaar.’ Grote yogi’s als Ramakrishna, Vivekananda en Yogananda namen Jezus Christus buitengewoon serieus, stelden hem ten voorbeeld aan wie daar maar voor open stond, en stimuleerden navolging. Hoe christelijk wil je het hebben? Maar zij namen ook andere geloven serieus. Yoga is namelijk met iedere religie te verenigen die éénheid predikt. Zodra een religieus leider, voorganger of godsdienstleraar anders verkondigt, mag je daar wat mij betreft grote vraagtekens bij zetten. Yoga staat immers haaks op iedere leer die verdeeldheid zaait; mensen uitsluit of exclusiviteit bevordert.
Jezus had de zondaars lief. Zonde is een bijbels begrip en betekent ‘het doel missen’. En degene die het doel mist, is de zondaar. Yoga heeft als doel ‘ervaren van éénheid’. Dát doel missen is inderdaad zonde, maar om yoga te kunnen beoefenen, hoef je niet in de God van de bijbel te geloven; net zo min als dat je in God hoeft te geloven om wetenschap te beoefenen. De begrippen zonde en zondaar komen daarom niet in de woordenlijst van yoga voor. Yoga is ook waardenvrij. Het onderschrijft de universele wet van karma die zegt dat op iedere actie altijd een reactie volgt en dat daarom alles in het universum een oorzaak heeft. Wat ‘goed’ is om te doen en wat ‘slecht’, wat ‘juist’ of ‘onjuist’, ‘eervol’ of ‘beschamend’, ‘nastrevenswaardig’ of ‘verwerpelijk’; ‘geboden’ of ‘verboden’…hangt af van de context waarin je handelt, en van wat mensen onderling hebben afgesproken. Die afspraken zijn deels in wetten, voorschriften en richtlijnen vastgelegd, maar liggen soms ook vast in ongeschreven regels. Afspraken zijn echter altijd cultuur- en tijdgebonden en zijn niet zelden éénzijdig door gezagsdragers en machthebbers opgelegd aan de mensen waar zij gezag of macht over uitoefenen. Yoga heeft daar echter geen boodschap aan. Voor yoga telt uitsluitend de intentie: wat wil je met al jouw doen én laten bereiken? Is dat in overeenstemming met het doel van yoga of niet? Ja? Waarom zou je het laten? Nee? Waarom zou je het doen?
Karin Vermeulen zegt
Zo fijn geschreven! Dankjewel.