Metta is een Pali woord dat vaak vertaald wordt als liefdevolle vriendelijkheid. Het heeft overeenkomsten in andere talen: chesed in het Hebreeuws, agape in het Grieks, caritas in het Latijn.
Metta is in het gewone spraakgebruik van de boeddhistische praktijk en liturgie terecht gekomen als de Karaṇīya Mettā Sutta (Sn1.8), de verhandeling over liefdevolle vriendelijkheid. De oorspronkelijke tekst, die vaak wordt gereciteerd of gezongen, identificeert morele deugden en kwaliteiten, en beschrijft vervolgens de praktijk van het liefdevol uitstralen van deze deugden – door ze eerst naar jezelf uit te stralen, en dan in wijde kring naar alle wezens. Tijdens de saffraanrevolutie van 2007 in Birma vulden duizenden monniken, nonnen en leken de straten met het geluid van deze kostbare woorden toen zij protesteerden tegen het militaire regime. Die praktijk gaat vandaag door onder het gewicht van de huidige junta.
Dit metta gebed dat ik met u deel werd gecomponeerd voor een interreligieuze bijeenkomst in 1994 door mijn overleden dharmazuster Maylie Scott, een zenpriester toegewijd aan het pad van actieve geweldloosheid. Geïnspireerd door de metta sutta, leidt zij deze praktijk naar het gebied van geëngageerd boeddhisme en sociale rechtvaardigheid, waar liefde het noodzakelijke tegengif is voor de woede die gemakkelijk de kop opsteekt in het aangezicht van onrechtvaardigheid en onderdrukking.
Metta gebed
Moge het mij goed gaan, liefdevol en vredig zijn. Mogen alle wezens gezond, liefdevol en vredig zijn.
Moge ik op mijn gemak zijn in mijn lichaam, de grond voelen onder mijn zitvlak en voeten, mijn rug lang en recht laten zijn, genieten van mijn ademhaling zoals die stijgt en daalt en stijgt.
Moge ik mijn lichaam en geest kennen en er intiem mee zijn, wat voor gevoel of stemming het ook heeft, kalm of opgewonden, moe of energiek, geïrriteerd of vriendelijk.
Adem in en uit, in en uit, bewust, moment voor moment, van de opkomsten en de overgangen.
Moge ik aandachtig en mild zijn voor mijn eigen ongemak en lijden.
Moge ik aandachtig en dankbaar zijn voor mijn eigen vreugde en welzijn.
Moge ik vrij en open naar anderen toe bewegen.
Moge ik anderen ontvangen met medeleven en begrip.
Moge ik het lijden van anderen tegemoet treden met vredig en aandachtig vertrouwen.
Moge ik mij de Bodhisattva van Mededogen herinneren; haar 1.000 handen, haar onmiddellijke bereidheid tot actie. Elke hand met een oog erin, het instinctieve weten wat te doen.
Moge ik voortdurend de grond van vrede voor mijzelf en anderen cultiveren en volharden, indachtig en toegewijd aan dit werk, onafhankelijk van resultaten.
Moge ik weten dat mijn vrede en de vrede van de wereld niet gescheiden zijn; dat onze vrede in de wereld een resultaat is van ons werk voor gerechtigheid.
Mogen alle wezens gezond, gelukkig en vreedzaam zijn.
Overdenken van het metta gebed:
Dit is een gebed van deugdzaamheid, opmerkzaamheid, en transformatie van zelf en samenleving. Laat me drie korte gedeelten uitlichten.
‘Moge ik mij de Bodhisattva van Mededogen herinneren; haar 1.000 handen, haar onmiddellijke bereidheid tot actie. Elke hand met een oog erin, het instinctieve weten wat te doen.’
De Bodhisattva van Mededogen-Avalokiteshvara, Guanyin, of Kannon, staat bekend als ‘degene die de kreten van de wereld waarneemt.’ Zij wordt vaak afgebeeld met ontelbare armen en handen, die elk een werktuig vasthouden waarmee zij voelende wezens kan helpen bevrijden. Het is alsof ze een prachtig spiritueel Zwitsers zakmes vasthoudt.
‘Moge ik voortdurend de grond van vrede cultiveren voor mijzelf en anderen en volhardend, indachtig en toegewijd aan dit werk, onafhankelijk van de resultaten.’
In de boeddhistische praktijk is juist handelen gebaseerd op heilzame intenties, in plaats van op de onmiddellijke aanwezigheid van een gewenst resultaat. Het werk voor vrede zal misschien pas ver in de toekomst vruchten afwerpen. In feite kunnen we zelfs van een eenvoudige handeling niet weten wat de vele gunstige of ongunstige resultaten zullen zijn. We kunnen alleen zeker zijn van onze intentie om te verbinden in plaats van te verdelen, om te doen wat heilzaam belooft te zijn. We zijn hierbij dus afhankelijk van ons geloof in de Drie Schatten – de Boeddha, de dharma en de sangha.
‘Mag ik weten dat mijn vrede en de vrede van de wereld niet gescheiden zijn; dat onze vrede in de wereld een resultaat is van ons werk voor gerechtigheid.’
We horen niet veel over rechtvaardigheid in de leer van de Boeddha, maar hij spreekt vaak over ‘rechtvaardig’. In Dhammapada nr.255 zegt Shakyamuni Boeddha: ‘Niet door willekeurig te oordelen wordt een mens rechtvaardig; een wijs mens is hij die zowel goed als kwaad onderzoekt.’
Het werk van rechtvaardigheid is essentieel voor het leven in de samenleving, voor het tot stand brengen van evenwicht en harmonie op basis van sociale gelijkheid. ‘Geen vrede, geen gerechtigheid’ is een uitdrukking die oprijst uit de Black Lives Matter-beweging in de VS. Dit heeft een tweezijdige betekenis. Ten eerste dat vrede en gerechtigheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, één sociale realiteit. Ten tweede, dat er zonder rechtvaardigheid – die juridische, politieke en mensenrechten omvat – geen vrede zal zijn. Dat is geen bedreiging, maar een onvermijdelijkheid.
Ik zou mensen willen aanmoedigen dit metta-gebed te reciteren en te onderzoeken, en het op te nemen in de liturgie van je centrum of praktijkplaats. Maar bovenal, om vastberaden te handelen vanuit de plaats waar vrede, gerechtigheid en liefdevolle vriendelijkheid elkaar ontmoeten. Onze praktijk voor de wereld verblijft op dit kruispunt.
Hozan Alan Senauke
Berkeley, Californië
Maart 2022