Al in 1993 sprak de Dalai Lama in een samenzijn met boeddhistische westerse leraren in Dharamsala, India, over ethiek en verantwoordelijkheid in de relatie leraar student. In de VS waren in de voorliggende jaren al schandalen met seksueel wangedrag door boeddhistische leraren aan het licht gekomen.
Hieronder een weergave en samenvatting van delen van dat gesprek.
Dalai Lama: ‘Sinds ik anderen begon te onderwijzen, heb ik hard gewerkt, dus ik ben niet meer afhankelijk van zo’n licentie door anderen te vertellen dat ik al mijn handelingen als zuiver moet zien. Als ik een fout maak, moeten de mensen dat als een fout zien en dat openlijk zeggen. Sommigen zullen misschien zeggen dat deze houding opstandig is, maar als we er allemaal naar zouden handelen, zouden we vandaag de dag met minder problemen worden geconfronteerd.
De Boeddha was altijd nederig, en hij is onze goeroe. Hij werkte heel hard aan het pad – eenvoudig leven en voortdurend oefenen. Veel mensen denken tegenwoordig dat ze meer bevoorrecht zijn dan de Boeddha zelf en niet hoeven te doen wat hij deed. In feite staat niemand boven de Boeddha, en we zouden het voorbeeld van de Boeddha moeten volgen.
Ik heb veel leraren gehad en ik kan niet accepteren dat al hun acties als zuiver worden beschouwd. Mijn twee regenten, die tot mijn zestien onderwijzers behoorden, bevochten elkaar in een machtsstrijd waarbij zelfs het Tibetaanse leger betrokken was. Als ik op mijn meditatiestoel zit, voel vriendelijkheid en heb ik diep respect voor beiden. Hun gevechten doen er niet toe. Maar toen ik te maken kreeg met wat er (ten gevolge van hun strijd) in de samenleving gebeurde, zei ik tegen hen: “Wat je doet, is verkeerd! We moeten ons niet loyaal voelen door op deze manier op te treden. In onze praktijk kunnen we het gedrag van de goeroe zien als dat van een mahasiddha, en in de omgang met de samenleving de algemene boeddhistische aanpak volgen en zeggen dat dat gedrag verkeerd is.
Wat in het beste belang is van de boeddhadharma is veel belangrijker dan wat dan ook met betrekking tot een individuele goeroe. Daarom, als het nodig is om kritiek te leveren op een goeroe om de boeddhadharma te redden of om enkele honderden van hun studenten te helpen, aarzel dan niet. Daarna kun je naar die leraar gaan en uitleggen dat je met een pure motivatie hebt gehandeld zoals je deed. Als de goeroe boos wordt, is dit een andere indicatie van zijn tekortkomingen.
In de (boeddhistische) geschriften staat dat we niemand moeten bekritiseren, omdat we niet zeker weten wie een bodhisattva is en wie niet. In die context kan Mao gezien worden als een bodhisattva en we bekritiseren hem niet. Dat is op privé vlak, hoe we het in onze eigen geest zien. Maar met betrekking tot de Tibetaanse onafhankelijkheid kan ik niet zeggen dat Mao goed was omdat hij onze religie en ons land heeft vernietigd! Ik moet mijn stem verheffen! Deze twee opvattingen zijn niet tegenstrijdig.
Crazy whisdom
Historisch gezien, hoewel sommige boeddhistische meesters vreemde manieren van ethisch gedrag vertoonden, waren ze volledig gerealiseerde wezens en wisten wat het lange termijn voordeel voor anderen was. Maar tegenwoordig is dergelijk gedrag schadelijk voor de dharma en moet er een einde aan komen. Ook al zijn de realisaties gelijk aan die goddelijke wezens, toch moet het gedrag in overeenstemming zijn met de conventie. Als iemand zegt dat aangezien iedereen de boeddhanatuur heeft, om het even welk soort gedrag aanvaardbaar is, of dat de leraren geen ethische voorschriften moeten volgen, dat erop wijst dat zij leegte of oorzaak en gevolg niet correct begrijpen.
Iedereen is verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag. Voor iemand met een volledig besef is het innemen van urine, uitwerpselen, alcohol en menselijk vlees allemaal hetzelfde. Maar als die boeddhistische leraren die zich ethisch misdragen uitwerpselen zouden eten of urine drinken, ik betwijfel of ze ervan zouden genieten!
De beoefening van tantra is nooit een excuus voor onethisch gedrag. Als men Vajrayana goed begrijpt, zijn er geen redenen om slecht gedrag te verontschuldigen. Een van de tantra’s stelt dat de ideale lekentantra beoefenaar alle vinaya’s (kloosterdiscipline) zou moeten volgen, maar zonder gewaden te dragen of deel te nemen aan kloosterceremonies…
Als men de leringen duidelijk presenteert, hebben anderen er baat bij. Maar als iemand verondersteld wordt de dharma te propageren en zijn gedrag is schadelijk, dan is het onze verantwoordelijkheid om dit met een goede motivatie te bekritiseren. Dit is opbouwende kritiek en je hoeft je er niet ongemakkelijk bij te voelen. In “The Twenty Verses on the Bodhisattvas’ Vows” staat dat er geen schuld is aan welke actie je ook onderneemt met pure motivatie. Boeddhistische leraren die misbruik maken van seks, macht, geld, alcohol of drugs, en die, geconfronteerd met legitieme klachten van hun eigen leerlingen, hun gedrag niet corrigeren, moeten openlijk en met naam en toenaam worden bekritiseerd. Dit kan hen in verlegenheid brengen en ervoor zorgen dat ze spijt hebben van hun beledigende gedrag en er een einde aan maken. Door de belichting van het negatief neemt de ruimte voor de positieve kant toe. Bij de bekendmaking van dergelijk wangedrag moet duidelijk worden gemaakt dat dergelijke leraren het advies van de Boeddha hebben genegeerd. Bij het openbaar maken van het ethisch wangedrag van een boeddhistische leraar is het echter niet meer dan eerlijk om ook hun goede kwaliteiten te vermelden.
Boeddhistische leraren in dharmacentra zouden niets te maken moeten hebben met de financiën van het centrum. Zij zouden zich moeten concentreren op onderwijs terwijl de leden de financiën van het centrum beheren. Ook alcohol ligt vaak aan de basis van ethisch wangedrag. In de Tibetaanse samenleving drinken de meeste leken alcohol, hoewel ze zichzelf boeddhistisch noemen. Maar de Boeddha zei duidelijk dat iedereen die hem hun leraar noemt, niet eens een druppel alcohol zou moeten drinken.’
zeshin zegt
Wie zou dat kunnen tegen spreken.
Paulien van Poppel zegt
De woorden van de dalai lama zijn te genuanceerd. Het is duidelijk, dat hij niet oproept actief misbruikmisstanden aan te pakken binnen de boeddhistische gemeenschappen. Juiste motivatie of niet. Hetzelfde gebeurt binnen de katholieke kerk, jehova getuigen en ……. Misschien dat leiders er per definitie op gericht zijn de status quo te handhaven.
Bertina Maes zegt
En wat als de Dalai lama nu eens een ‘volledig gerealiseerd wezen’ is, die een autoriteitsfunctie kreeg en hierin zijn verantwoordelijkheden neemt owv zijn opdracht, en niet owv het heersende klimaat van wantrouwen. Als de basisinstelling van het vertrouwen in het goede er niet meer zou zijn… Heeft er trouwens iemand weet van de communicatie van de Dalai Lama met leraren die zich ethisch misdragen?