Meesterproevers, de dharma is als een spreker zonder mond. Een letter zonder font. Een schijtgat in de grond.
leegte
Preek 55 – Geloof niets van wat ik zeg!
Mijn meesterschap is als een mistbank die oplost in het eerste licht.
Preek 53 – Laat de Boeddha geen fopspeen zijn!
Wil je een boeddha worden, laat je dan niet meeslepen door de dingen.
Amorror vacui *
De leerling moest een werkstuk over het vacuüm maken. Zijn beginregel was meteen de slotregel: “Het vacuüm is een niets dat we benoemen om te laten weten dat we weten dat het bestaat.”
Preek 52 – Boeddha zijn is het boeddhaschap doorzien!
De dharma’s zijn leeg. Wat valt er te zien? De leer is leeg. Wat valt er in te zien?
Preek 48 – Een recept is geen gerecht!
Leerlingen van tegenwoordig lopen vast omdat ze heilig in namen geloven.
Preek 47 – De ware mens draagt geen kledij!
De ware mens draagt geen kledij.
Preek 46 – Een boeddha is een lege pij!
‘Maar meester, u bent helemaal naakt!’
Preek 44 – Niet stellen maar ontstellen!
Wie is het die je nooit zult vinden?
Preek 41 – Verlichting doorzien!
Wie ook nog zijn verlichting doorziet, is er voorgoed op uitgekeken.
Preek 39 – Zien, niet geloven!
Meer heeft ‘het mysterieuze principe’ niet om het lijf.
Niksnatuur en de leegteverdwazing
Gautama kende de goden en Mara, voorbije levens en spirituele ervaringsverruiming. Waar zijn wij, met onze steriele beoefening? Bevooroordeeld als wij zijn zien wij onze vooroordelen niet en laten wij ons kanaal naar juist inzicht verstoppen. Zurück, zurück, gij demonen van een allesverslindend nihilisme!