China heeft de 70e verjaardag van de oprichting van de Tibetaanse Autonome Regio op ‘het dak van de wereld’ gemarkeerd met een oproep om de heerschappij van de Communistische Partij te aanvaarden. Peking bezet de afgelegen westelijke regio in de Himalaya sinds 1951, nadat zijn Volksbevrijdingsleger was binnengemarcheerd en de controle overnam in wat het een ‘vreedzame bevrijding’ noemde.
‘Tibet kan zich alleen ontwikkelen en bloeien onder het leiderschap van de partij en het socialisme’, zei Wang Yang, die aan het hoofd staat van een nationale organisatie die verantwoordelijk is voor ‘het verenigen van alle rassen en alle partijen onder het leiderschap van de Communistische Partij’, op de manifestatie vorige week donderdag in de hoofdstad van de regio, Lhasa.
De viering, bijgewoond door bijna 10.000 mensen, werd gehouden aan de voet van het iconische Potalapaleis, een heilige boeddhistische plaats die in verband wordt gebracht met de Dalai Lama’s. Op een landelijke live-uitzending van de viering was een vier verdiepingen hoog portret van de Chinese president Xi Jinping te zien, dat boven het publiek uittorende.
Propagandisten toonden in de jaren 1950 en 1960 op grote schaal Mao Zedongs portretten op bijeenkomsten en vieringen om een persoonlijkheidscultus rond hem op te wekken en loyaliteit te kweken. De meeste leiders na Mao verboden deze praktijk, hoewel onder het bewind van Xi zijn soloportretten en die met hem en vier eerdere leiders op grote schaal in Tibet zijn geplaatst.
De atheïstische Han-leiders van de partij in Peking hebben zich ook extra ingespannen om loyaliteit te kweken onder de Tibetanen, van wie velen devote boeddhisten zijn en traditioneel de Dalai Lama’s als hun spirituele leiders beschouwen. Peking bestempelt de huidige Dalai Lama, die naar buurland India is gevlucht en daar in ballingschap leeft, als een gevaarlijke separatist en erkent in plaats daarvan de (eigen) huidige panchen lama, die door de partij is aangesteld, als de hoogste religieuze figuur in Tibet. Als teken van de heerschappij van de partij over het Tibetaans boeddhisme overhandigde Wang de door China erkende en eigen panchen lama tijdens de ceremonie een gedenkplaat.
De door de Dalai Lama erkende panchen lama is op zesjarige leeftijd door de Chinezen ontvoerd. Van hem is nooit meer wat vernomen.