Een enorme inspiratie is voor velen het bekende gedicht van Thich Nath Hanh : ‘Noem me bij mijn ware namen.’ Een gedicht dat zo hartverscheurend mooi eindigt met de zin: ‘dat de deur van mijn hart open kan blijven. De deur van mededogen’.
Noem me bij mijn ware namen.
Zeg niet dat ik morgen zal vertrekken,
want vandaag zelfs kom ik voortdurend aan.
Kijk goed: ik arriveer elke seconde
als een knop aan een lentetak,
als een jong vogeltje met tere vleugels,
dat leert zingen in zijn nieuwe nest,
als een rups in het hart van een bloem,
als een juweel verborgen in een steen.
Ik blijf komen om te lachen en te huilen,
te vrezen en te hopen.
Het kloppen van mijn hart is de geboorte en de dood van al wat leeft.Ik ben het eendagsvliegje dat zich vlak boven de rivier ontpopt en ik ben de vogel die, als de lente komt, bijtijds arriveert om het vliegje op te eten.
Ik ben de kikker die vrolijk rondzwemt in het heldere water van de vijver en ik ben de ringslang die onhoorbaar nadert en zich met de kikker voedt.Ik ben het kind in Oeganda, vel over been,
mijn benen zo dun als bamboestokjes
en ik ben de wapenhandelaar
die dodelijke wapens aan Oeganda verkoopt.
Ik ben het twaalfjarig meisje,
vluchteling op een klein bootje,
dat overboord springt,
na verkracht te zijn door een zeerover.
En ik ben de zeerover, mijn hart nog niet in staat tot liefde en begrip.
Ik ben een lid van het Politbureau,
met onbeperkte macht in mijn handen.
En ik ben de man die, langzaam stervend in een heropvoedingskamp, zijn “bloedschuld” aan zijn volk moet betalen.
Mijn vreugde is als de lente, zo warm
dat zij bloemen doet bloeien langs alle paden van het leven.
Mijn pijn is als een rivier van tranen, zo vol
dat zij vier oceanen vult.
Alsjeblieft, noem me bij mijn ware namen
zodat ik al mijn huilen en lachen tegelijk kan horen,
zodat ik kan zien dat mijn vreugde en pijn één zijn.
Alsjeblieft, noem me bij mijn ware namen,
zodat ik kan ontwaken
en de deur van mijn hart open kan blijven,
de deur van mededogen.