Met een rechte rug op een kussen je ademhaling volgen. Het eerste dat opvalt is de onrust van het denken. Je bent op zoek naar ontspanning en je hoort vooral het lawaai van het denken. “De menselijke geest is een afdwalende geest, en een afdwalende geest is een ongelukkige geest” stelt Sam Harris*. De afdwalende geest is dualistisch, heeft steeds het perspectief van een ‘ik’ tegenover de ‘ander’.
Al mediterend op je ademhaling letten is een dualistische vorm van meditatie. Je ervaart dat je een subject bent, dat op strategische wijze aandacht kan schenken aan de ademhaling of een ander onderwerp van het bewustzijn. Aandacht schenken dus aan iets dat ervaarbaar is, zoals een gedachte, een gevoel, een intentie, een herinnering, een object.
Bij een non-dualistische meditatie zoek je naar de zelfloosheid van het bewustzijn. Je kunt daarbij ervaren dat het object-subject dualisme een illusie is. Deze illusie is aangeleerd, een verhaal of anders gezegd een geloof. Je kunt door middel van non-dualistische meditatie ontdekken dat je bewustzijn vrij kan zijn van deze illusie van het zelf. Je leert zelfloosheid te ervaren en daarmee samenhangend verbondenheid met je omgeving. Het non-duale bewustzijn is zich slechts bewust van wat er verschijnt en wordt er niet door beïnvloed. Net zoals een spiegel niet verandert door hetgeen in de spiegel verschijnt. Het doel bij non-duaal mediteren is om steeds meer vertrouwd te raken met deze manier van in de wereld staan.
Dit eenheidsbewustzijn is van nature bij iedereen aanwezig. Op jonge leeftijd is deze vorm van bewustzijn dominant. Het (jonge) kind staat nog “in-de-wereld”. Bij het volwassen worden gaat het steeds meer “ik-en-de-wereld” of zelfs “ik-tegenover-de wereld” worden. De eenheidservaring verliest bij het opgroeien terrein. We gaan steeds meer met onze eigen ego-behoeften bezig en we vergeten dat we van nature een deel zijn van een onderling verbonden geheel.
Mensen die zich mediterend terugtrekken, blijken meer eenheid te ervaren. Het lijkt een tegenstrijdigheid, je terugtrekken en vervolgens meer samenhang ervaren. De verklaring hiervoor kan zijn dat wij mensen een aangeboren natuur hebben, gericht op eenheid. Het bijzondere van de mens is dat het zijn specifieke kwaliteit ging ontwikkelen, namelijk zijn abstraherend analytisch vermogen. En daarmee ontwikkelde de mens ook zijn dualistische manier van in de wereld staan en vervreemde van het “in-de-wereld-zijn”. Non-duaal bewustzijn is niet het ontwikkelen van iets nieuws, maar het ontdekken van iets dat vergeten is. Na het herontdekken moeten we vervolgens oefenen met deze opnieuw ontdekte manier van in het leven staan. Het is het terugvinden van wat ons van nature was gegeven. Het is ook het oplossen van het interne conflict, veroorzaakt door de scheiding tussen eigenbelang en gemeenschapsbelang, tussen ‘Ik’ en “Ons”. Bewustzijn van deze gecreëerde scheiding kan ons weer op de weg zetten naar het samengaan van ’Vrijheid’ en ‘Samen’. Vrij te zijn wie we zijn en verbondenheid kunnen elkaar heel goed aanvullen, al is het in de praktijk vaak anders. Toewerken naar verbondenheid zonder vrijheid van eigenheid leidt tot onderdrukking. Toewerken naar vrijheid met veronachtzaming van verbondenheid leidt tot eenzaamheid.
Een van de belangrijke gevolgen van onze eenzijdige nadruk op eigen belang is dat velen van ons zich eenzaam voelen en klachten ontwikkelen. Vaak leidt dit tot een gang naar de huisarts, apotheek of psychotherapeut. Een betere oplossing zou zijn om methoden te ontwikkelen, gericht op het verbeteren van sociale netwerken en stimuleren van ondersteunen van elkaar waar dat gewenst is. Als voorbeeld: de jeugdhulpverlening kan het werk niet meer aan. Kinderen functioneren het best in een gemeenschap, waar veiligheid en verbondenheid ervaren wordt. Helaas ontbreekt dit vaak, omdat ouders te veel in een isolement hun kinderen opvoeden. Nog meer individuele diagnostiek en hulpverlening gaan deze crisis in de jeugdzorg niet oplossen. Het kan onderdeel van het probleem zijn.
Dualisme heeft meerdere betekenissen, wij gebruiken het hier als dualisme binnen het individu. Opheffen van dualisme willen we reserveren voor dit interne dualisme. Niet alleen een gecreëerd dualisme tussen verbondenheid en vrijheid te zijn wie je bent, maar ook het dualisme tussen de door ons waargenomen realiteit en de betekenis die we toekennen aan deze realiteit. Door die betekenistoekenning, ontstaat er een dualisme tussen “Ik” en de “Wereld”. Het schrijven of lezen van deze column leidt vanzelf tot betekenis toekenning en dus tot dualisme. Nadenken leidt tot dualiteit. De betekenistoekenning wordt veelal gehanteerd alsof het een realiteit is en krijgt soms meer waarheid toegekend dan de feitelijk waarneembare realiteit. Het probleem is niet om over de wereld na te denken, integendeel, als we ons maar realiseren dat het om mogelijkheden gaat en niet de werkelijkheid zelf. Als je aan je beschouwingen de status van waarheid toekent, dan kom je vanzelf terecht in polarisatie, waardoor onze politici zich zo kenmerken. Niet zelden wordt er nog meer waarheidsgehalte toegekend aan onze betekenisgeving, dan aan de waargenomen realiteit. Dan is alles geoorloofd, zoals de oppositie de mond snoeren en de grootste criticus van de regering, kamerlid Omtzigt, een functie elders geven.
- Bron: Het huidige moment – Sam Harris.
Henk van Kalken zegt
Adem-meditatie is een prima manier om de geest tot rust te brengen, hoewel mijn dzogchenleraar er voor waarschuwde dat men er behoorlijk verslaafd aan kan raken.
Non-dualistische meditatie is een contradictio in terminis. Zodra iemand gaat mediteren, is er een notie dat er iets is om te mediteren, dualistisch of niet.
Dualisme heeft in relatieve zin meerdere betekenissen, maar ten diepste is dualisme, ontdaan van alle intellectuele bedenksels, geen verschil maken tussen dit en dat. Geen verschil tussen non-dualistsiche meditatie en welke vorm van meditatie dan ook. Het zijn gebeurtenissen, verschijnselen, die men op het moment van ontstaan kan bevrijden in plaats van het te duiden, te benoemen, te analyseren en te beoordelen.
Piet Nusteleijn zegt
“Het eerste wat opvalt is…”
Kijk, als je dát te pakken krijgt.
Wanneer je daarop let, op dat eerste, is het eerste, het allereerste: niets.
En dan, na dat allereerste ga je denken en bedenk je, wil je, dat wat je denkt (er is een “je” ontstaan), wat er boven komt , gaan volgen.
Je gaat praten…(in het hoofd)
Mij valt op dat wanneer er geschreven wordt over non-dualiteit, zoals in dit artikel, er zoveel nagepraat wordt. Heel veel dezelfde woorden en begrippen. Het wordt sleets. Niets meer zeggend.
Joop Ha Hoek zegt
Zie ik het verkeerd, Piet, of praat jij ook na?
Henk van Kalken zegt
Terechte opmerking, Joop, maar om het eens dualistisch te benaderen: Is niet elk woord wat door een mens geleerd wordt nagepraat? Toen ik mijn opleiding afgerond had, was 90% van wat ik in het hoofd had gekregen nagepraat.
Dus denk ik, Piet, wat is er mis met napraten?
Joop Ha Hoek zegt
Ja, we blijven papagaaien. Soms kan napraten wel gezellig zijn, na een schouwburgbezoek of zo. Zwijgen is ook mooi.
Henk van Kalken zegt
Boeddha – en andere leraren – hebben ons uitgenodigd om zelf te onderzoeken en hem/hen niet alleen maar na te praten. Zwijgen is inderdaad ook mooi, hoewel soms ongemakkelijk (zie mijn column van 22 november 2020: Ongemakkelijke stiltes).
Joop Ha Hoek zegt
Wij mensen maken stiltes ongemakkelijk, ze zijn het niet vanzelf. Ongemak is een product van onze geest, dat nare ventje.
Rob van Boven zegt
Luuk en ik hebben het in onze mijmeringen over twee vormen van intern dualisme in ons brein. Het zou mooi zijn als deze twee interne dualismen zich meer en meer kunnen opheffen.
Dat wat we ook waarnemen in ons eigen systeem of in onze buitenwereld kan niet zonder een dualisme. Als er geen verschil is tussen dit en dat valt er niets waar te nemen.