In een tweeluik zet Ujukarin de waarde van de sangha en de relatie tussen leraar en student uiteen. Vandaag deel een, morgen deel twee.
Tijdens het leven van Boeddha groeide het aantal volgelingen gestaag. De Eerwaarde zag daarom al snel de kracht van het delegeren in: zowel voor het aannemen van nieuwe monniken (en later nonnen) als voor het getuige zijn van de bekering (‘toevluchtname’) van een lekenvolgeling mocht elke monnik/non deze handelingen uitvoeren. Voor de ceremonieën om noviet (shramanera) of volwaardig gewijde (bhikshu/bhikshuni) te worden gelden en golden wel wat aanvullende regels over minimum aantal vereiste participanten en hun senioriteit, maar de Boeddha zelf hoefde er beslist niet bij te zijn noch goedkeuring aan te geven. Wél wilde iedere nieuwe boeddhist waar mogelijk minstens één keer de Eerwaarde zelf in persoon zien, maar dat deed niets af aan hun respect voor de monniken waarmee ze regulier kontakt hadden.
Vanuit die ordinatie- en toevluchtsceremoniëen groeide vaak een levenslange band tussen junior en senior boeddhist; het kon zelfs een discipel-goeroe relatie worden. Wat natuurlijk des te meer nodig werd na het paranibbana van de grote Wijze. En met name in mahayanascholen, inclusief zen en Tibetaans boeddhisme, is de goeroe/’meester’ erg belangrijk, ook in hun hedendaagse vormen in het Westen – zhij vormt voor hen de vervanging van Boeddha zelf. Onder theravadamonniken en –nonnen geldt hetzelfde, maar voor de theravada lekenbewegingen is door een aantal oorzaken de nadruk veel minder.
In de kern is zo’n persoonlijke band inderdaad essentieel voor het aanleren en vooral beoefenen van de dharma; uitsluitend mediteren en studeren vanuit een boekje schiet tekort om je gedrag tot-diep-in-je-poriën te veranderen. Dat veranderen is nu eenmaal nodig: vanuit de ‘gangbare’ conditionering door de drie vergiften- onwetendheid, begeerte en afkeer naar de ‘arya’ conditionering van wijsheid, vrijgevigheid en metta.
Bij een eerder verhaal over zen schreven we bijvoorbeeld:
“Maar overdragen van de Leer en de geest is uitsluitend en enkel mogelijk in een levend kontakt tussen leerling en de leraar (…). Sterker nog, een essentiële reden waarom het om levend kontakt moet gaan is de tweewegs-dialoog – de student kan vragen stellen, maar de leraar/vriend kan uit die dialoog en nader kontakt ook opmaken hoe het met de beoefening staat en daarop feedback geven.”
Leraarschap in het Westen
Maar er zitten de nodige haken en ogen aan, vandaar ook dat in het zen-verhaal het begrip ‘leraar’ oftewel in goed Indiaas taalgebruik ‘goeroe’ al genuanceerd werd naar ‘verticale spirituele vriend’ – straks meer erover. In veel omstandigheden verwarren zowel de volgelingen als soms de persoon zelf het leraarschap met een heleboel andere kwalificaties c.q. rollen.* Bijvoorbeeld
- Zhij is niet de leid(st)er van een spirituele beweging. Het hele idee van ‘beweging’ impliceert de nodige organisatorische aspecten; niets mis mee en vaak onvermijdelijk, maar het vereist hele andere kwaliteiten dan die van dharmaleraar.
- Een dharmaleraar is, interessant genoeg, niet iemand die zichzelf als ‘leraar’ beschouwt. De dharma moet namelijk worden voorgeleefd en nagevolgd tot in je poriën; het omvat natuurlijk een stuk theorie en conceptuele kennis maar is veel meer dan dat. In MN 72 bijvoorbeeld stelt de Boeddha zelf dat hij geen doctrine heeft, vrij van visies en voorbij filosofie gaand. Dus hoewel een leraar best lezingen kan geven en vragen kan beantwoorden gaat het primair om de interactie met de studenten en hoe hij/zij dingen zegt, niet primair om wat hij/zij zegt.
- Een goeroe doet haar best om niet verleid te worden mee te gaan in de emoties en projecties van die studenten die haar/hem als plaatsverlangend moeder/vader zien. Het kan heel wel zijn dat iemand, speciaal een wat jongere student, die rol voor een fase nodig heeft – maar die kan deze persoon dan het beste elders (binnen of buiten de sangha) zoeken.
- En tot slot is een goeroe geen persoonlijke raadgever (counselor), althans niet in de vorm die veel studenten willen. Zhij kan wel degelijk advies geven maar op je spirituele pad zal dat vaak inhouden dat je uit je comfortzone geslingerd moet worden; onoplosbaar geformuleerde puzzels (koans?) zoals ‘help mij om zowel perfect vader te zijn als fulltime carrièreman als vier avonden per week helper in de tempel’ zal de goeroe dus niet intrappen.
Wat is de leraar dan wél, en dat is belangrijker dan dat zhij soms tijdelijk één van de bovengenoemde rollen kan spelen: zhij is iemand die de dharma voor-leeft zodat studenten die langzaam leren na-leven. Daarbij horen sessies met vragen en antwoorden, meditatie-instructie (niet: ‘les’), veel persoonlijk contact en dergelijke, maar het gaat vooral om de woordeloze communicatie die tussen leraar en student langzaamaan groeit.
Individu of collectief?
En dat groeiproces heeft veel aandacht en tijd nodig. Wederzijds, een leraar leert óók volop van de leerlingen. En dat betekent een kleine schare (directe) studenten; meer dan 10-15 kan eigenlijk niet. Dus voor de bekendere leraren met veel ‘volgelingen’ zal het kontakt vrijwel altijd indirect zijn, via een getrapt stelsel van studenten van hen die zelf weer ‘les’ geven – natuurlijk deels op basis van boeken, lezingen, mogelijk zelfs video’s van de bekende leraar. En daarnaast mogen al die studenten natuurlijk ook zo af en toe naar groot-publiek lezingen van hun leraar komen en misschien zelfs een enkele vraag stellen – maar dat telt allemaal dus gewoon niet mee voor een échte leraar-leerling band. Een veel werkbaarder model voor het Westen is dus
- Je zoekt niet zozeer een enkele leraar maar contact met een aantal mensen die verder op het pad zijn dan jij. Je zou ze ‘verticale spirituele vriend’ kunnen noemen in plaats van ‘goeroe’. In deel twee meer over deze vriendschapsmodellen.
- Al deze leraren hebben een vorm van onderlinge samenwerking zodat ze gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor de ‘gedeelde’ studenten.
- En dat ‘verder op het pad zijn’ wordt dan mede bepaald door hun sangha, die op de één of andere manier een lineage (overdrachts- of afstammingsroute) kent waardoor ze naar de studenten en andere sangha’s toe kan verdedigen dat ze een bona fide boeddhistische school (nikaya) vormt.
Dit model zie je in de realiteit eigenlijk terug bij alle moderne sangha’s, hoezeer het ook in zekere zin in tegenspraak is met de officiële teachings van met name de Tibetaanse scholen maar ook veel zentradities. Maar als je dan in een interview de lama/roshi (hoofd van de school) vraagt hoeveel studenten hij dan wel niet heeft dan blijken er wel degelijk twee antwoorden te zijn: de hele sangha (soms duizenden) die allemaal hem als leraar noemt, en de erg kleine groep die volgens bovengenoemde criteria het intensieve tweerichtingscontact met de hoofdleraar heeft waardoor ze hem écht als directe leraar kunnen benoemen. Al die anderen mogen dan op papier zijn student zijn, in de praktijk zitten er zeker 2-3 tussenlagen van lesgeef-geauthenticeerden binnen die sangha tussen. Waarmee de studenten netjes kunnen zeggen ‘Lama xxx of zenmeesteres yyy is mijn leraar’ maar in feite bedoelen ‘ik studeer boeddhisme in de traditie van xxx/yyy’ (en doe dat primair via door xxx/yyy opgeleide en geautoriseerde assistenten.) En dat is ook beduidend beter – dát zijn dan voor de student de ‘verticale spirituele vrienden’. Zij die dat willen ontkennen en zich alleen student van deze goeroe-ver-weg noemen kunnen twee problemen hebben:
- a) Ze trappen in één der voetangels op het pad: je eigen ego vergroten door spirituele status te claimen. Waarbij natuurlijk niets beter is dan de status van een zo hoog mogelijk bekend staande goeroe op jou te laten afstralen in plaats van de ‘mindere goden’ die wél les aan jou geven….
- b) Ze hebben mogelijk simpelweg te weinig sangha. Want alleen maar boeken en video’s van de Grote-Wijze consumeren en je dan misschien een paar keer per jaar te vertonen op een sangha-bijeenkomst of retraite is simpelweg geen basis voor spirituele ontwikkeling. Voor die ontwikkeling is écht wat intensiever onder begeleiding werken aan je meditatie en dharmabeoefening essentieel….
Tussenconclusie
En met dit model werken we al toe naar het bredere issue wat hier eigenlijk speelt: wat is nu precies het derde Juweel van toevlucht oftewel de sangha? Want dat is het bredere concept achter de nadruk van de mahayanascholen op de leraar-leerlingrelatie: zhij is voor jou min of meer de plaatsvervanger op aarde van de Boeddha, de drager van de dharma en je primaire persoon binnen de sangha . Sangha is een uitermate belangrijk onderdeel binnen het boeddhisme, zonder welk je eigenlijk geen serieuze reden hebt jezelf ‘boeddhist’ te noemen. In deel twee morgen meer erover…
bart zegt
Wat is een Sangha zonder leraar?
Wat is een leraar zonder gezag?
Wat is een leraar zonder autoriteit?
Wie onderricht wie?
Wat leer je als de sangha de dienst gaat uitmaken?
Piet Nusteleijn zegt
De plaatsvervanger op aarde van de Boeddha?
Bestaan er dan op het spirituele voetbalveld coaches die de spelers wisselen. In de 78e minuut wordt Boeddha met nummer 9 vervangen door de jonge, veel belovende speler met rugnummer…..vul maar in. Ik bedoel maar, wat staat er nou,
“De plaatsvervanger op aarde van de Boeddha”. Dat kan toch niet. Die man of vrouw bestaat toch niet. Met groet.
Ujukarin zegt
Hoi Piet,
In onze sangha (niet direkt Mahayana, wij noemen ons Westers boeddhist) gaan we ook niet zo met de leraren/verticale vrienden om. Doch vraag het aan elke Tibetaans Boeddhistische student, speciaal monnikken/nonnen met een vrij direkte band met hun Lama, en dit is écht hun gevoel en mening. En dat is maar één voorbeeld van de “nadruk van de mahayanascholen op de leraar-leerlingrelatie”; bij Zen komt zoiets ook wel voor en in die recente BOS-docu over een Nederlands monnik met ‘verlichte’ Thaise leraar bespeurde ik er ook erg veel van. Dus ik heb het hier als observatie neergeschreven van hoe veel boeddhisten het ervaren, zonder direkt waarde-oordeel of het al dan niet mogelijk/realistisch is.
With folded palms,
Johannes zegt
Dag Ujukarin,
Het stuk komt op mij heel warrig over. Ik heb het wel drie keer over moeten lezen om er iets van te snappen{kan aan mij liggen}.
Na je toelichting op Piet begin ik er meer van te snappen.
Wat is je motivatie dit stuk te schrijven????
-“In je eigen sangha is het anders dan je beschrijft.”
-“Volgens jou heeft het tibetaans boeddhisme dit model.” Zou kunnen. Ikzelf weet er onvoldoende van.
-“In zen komt zoiets voor” Zoiets klinkt wat vaag. Ikzelf heb dat idee helemaal totaal niet.
-“Naar aanleiding van een Bos-documentaire bespeurde er veel van.” Het lijkt mij wat karig om je op 1 documentaire te baseren.
-En hoe jij denkt hoe het in de tijd van Boeddha ging lijkt om ook moeilijk te controleren. Daar zullen de meningen ook wel over verdeeld zijn. Wij zijn er niet bij geweest.
Groeten,
Johannes
Ujukarin zegt
Hoi Johannes,
Is altijd subjectief. Ik heb ‘m 2 weken terug IRL in onze sangha besproken en die vonden ‘m erg helder, dus smaken verschillen blijkbaar.
Doel is simpelweg om de positie van leraar(es) in modern boeddhisme weer eens te bespreken, en zowel een volgens mij goed model te geven (‘collectief van verticale spirituele vrienden’) als een aantal vormen waarin e.e.a. niet goed gaat. Maar als het doel voor jou niet gehaald is, helaas – smaken verschillen ;-)
With folded palms,
Ujukarin zegt
En nog even wat vlees op de botten voor je andere twijfels:
* Tibetaans boeddhisme: ik heb er zelf 3 jaar gestudeerd en kom velen tegen via o.a. BUN. O.a. Gelugpa en Nyingma puilen uit van de ‘guru yoga’ waarbij verering van de leraar centraal staat. Of je dat echt persoonlijk ziet als een Boeddha-op-aarde is natuurlijk wat anders, de realiteit is geregeld dat meerlaagsmodel wat ik ook als beter voor deze tijd zie; maar o.a. de verering van tulkus ook door Westerlingen gaat wel degelijk vrij sterk deze kant op.
* Zen: lees maar eens opnieuw de mooie BD-bijdrage https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhisme/zen-zen-zen/68866-jiun-roshi-meesters-en-leerlingen/ Ook hierin zit weliswaar niet letterlijk Boeddha-op-aarde maar wel degelijk totale onmisbaarheid van de leraar.
* Theravada: ik zeg niet dat het BOS-voorbeeld van Hyls het enige is ;-) Ik kom zelf elk jaar in Theravada-landen en kom deze verering ‘geregeld’ tegen; het boeiende is dat de leraar-rol in Theravada-teksten veel minder dominant is dan in het Mahayana dus mensen als Hyls gaan in zekere zin tegen de ‘orthodox’ geheten leer die ze zeggen te volgen in ;-)
* En de historische ontwikkeling van de leraar-rol zoals ik ‘m beschrijf is in lijn met wat alle boeddhologische geschiedenisboeken het beschrijven. Maar jij weet het natuurlijk beter dan hen ;-)
With folded palms,
nic schrijver zegt
In mijn optiek laat Johannes helemaal niet zien dat hij het beter weet.
Hij is kritisch en terecht.
Een puntje van aandacht voor jezelf waarom je deze opmerking plaats;
” Maar jij weet het natuurlijk beter dan hen ;-)”
Ujukarin zegt
Ja, iemand die het beter denkt te weten dan de historici over de Dharma, met “En hoe jij denkt hoe het in de tijd van Boeddha ging lijkt om ook moeilijk te controleren.”, stelt zichzelf buiten elke redelijke discussie vind ik. Hij komt namelijk met geen enkel inhoudelijk tegenargument, jammer…
With folded palms,
nic schrijver zegt
Waar staat dat beter weten ?
Het Is toch ook moeilijk te controleren èn het lijkt me dat de meningen onder historici ook verdeeld zijn over wie de Boeddha was in historisch oogpunt. Anders zou er maar één boek over geschreven hoeven worden en dat is niet zo. We weten beide dat er veel meer boeken zijn geschreven over wie Boeddha geweest moet zijn en uit die geschiedschrijving maakt ieder weer voor zichzelf een reconstructie van wie Boeddha is.
Om dit effect uit te doven en open te laten wie Boeddha is bestaat er het zen adagium:
” Als je ooit een Boeddha ontmoet dood hem!”
Boeddhaschap is aan continue verandering onderhevig daarom is het niet aan te wijzen.
Ujukarin zegt
Okay, ik lees zijn respons als ‘beter weten’ want hij stelt allerlei dingen ter discussie. Zonder inhoudelijke argumenten.
Natuurlijk zijn er allerlei boeken over de historie van de sangha, ik heb echter nu juist m’n best gedaan om uit die boeken de algemene trend van ontwikkelen van leraarschap te destilleren. Daar kun je het mee oneens zijn maar dan graag op inhoud; een respons zoals hierboven klinkt me net iets teveel als ‘ik ben tegen’ en daarvoor hebben we andere sites zoals geenstijl.nl.
Bovendien is de context dat Johannes de leraar-rol in de grote sanghas zoals ik ‘m beschrijf niet herkent; wel dat heb ik nu wat meer vlees op de botten gegeven. Niet stellend dat een leraar persé vereist zou zijn in álle vormen van Theravada-Zen-Tibetaans boeddhisme, dat is juist het ver doorgeschoten ideaal wat ik niet vind passen in het Westen; maar minstens enkele mensen om je heen die verder op het Pad zijn dan jezelf is wel redelijk essentieel, ik heb die nog steeds (naast dat ikzelf die rol voor anderen vervul) en zal ze nodig hebben zolang ik niet Verlicht ben (wat ook niet zo snel dit leven zal gebeuren ;-)
With folded palms,
nic schrijver zegt
Je kunt toch zaken ter discussie stellen puur door alleen kritische vragen te stellen ?
Kun je weten wie de historische Boeddha was ?
Nee, want die is er niet meer. Je kunt een gedegen reconstructie maken maar weten doe je het niet.
Zo’n opmerking is toch terecht ? Die heeft toch niet ècht veel inhoud nodig of argumenten ?
Voor mij wordt er door die opmerking gesteld dat historici het niet weten en niemand niet.
Je kunt je er in interesseren en de reconstructies lezen die een indruk geven maar weten doet niemand wie de Boeddha was.
Geen probleem verder lijkt me. Niet iets om over te discussiëren. Klopt gewoon.
Het tweede deel van je antwoord om wat meer vlees op de botten te brengen ja, dat kun je doen. Prima.
Johannes zegt
Beste Ujukarin,
Jammer dat je zo reageert alsof je door een adder gebeten wordt. Als je niet tegen kritische vragen kunt, kan je beter geen stukjes meer plaatsen of reacties geven.
Ik stel open vragen om jou beter te begrijpen.
Ik vraag naar je motivatie en stel vragen. Je zou denken als lezer denken dat het model in jouw Sangha zo’n model heeft zoals je beschrijft.Vandaar de vraag.
Voor het tibetaans en thais model stel ik dat ik het niet weet. Daar geef je nu antwoord op.
Dat er in het hedendaagse zenmodel 2-3 tusenlagen zitten volgens jou, daar ben ik het niet mee eens. Het zal wel voorkomen, maar meestal is het niet het geval. Heb je voorbeelden daarvan?
“Dit model zie je in de realiteit eigenlijk terug bij alle moderne sangha’s, hoezeer het ook in zekere zin in tegenspraak is met de officiële teachings van met name de Tibetaanse scholen maar ook veel zentradities. Maar als je dan in een interview de lama/roshi (hoofd van de school) vraagt hoeveel studenten hij dan wel niet heeft dan blijken er wel degelijk twee antwoorden te zijn: de hele sangha (soms duizenden) die allemaal hem als leraar noemt, en de erg kleine groep die volgens bovengenoemde criteria het intensieve tweerichtingscontact met de hoofdleraar heeft waardoor ze hem écht als directe leraar kunnen benoemen. Al die anderen mogen dan op papier zijn student zijn, in de praktijk zitten er zeker 2-3 tussenlagen van lesgeef-geauthenticeerden binnen die sangha tussen. Waarmee de studenten netjes kunnen zeggen ‘Lama xxx of zenmeesteres yyy is mijn leraar’ maar in feite bedoelen ‘ik studeer boeddhisme in de traditie van xxx/yyy’ (en doe dat primair via door xxx/yyy opgeleide en geautoriseerde assistenten.) En dat is ook beduidend beter – dát zijn dan voor de student de ‘verticale spirituele vrienden’. Zij die dat willen ontkennen en zich alleen student van deze goeroe-ver-weg noemen kunnen twee problemen hebben:”
Groeten,
Johannes
Ujukarin zegt
Hoi Johannes,
De issue of je vraag voor de historie open was danwel ongefundeerd negatief laten we maar rusten, daar zijn we het blijkbaar niet over eens.
Voor Zen kun je bijvoorbeeld kijken naar de Thich Nhat Hanh sangha, die heeft heel wat tussenlagen (waaronder monnikken-nonnen maar ook leken) tussen de student om de hoek en de oude goede Meester. En ook de ‘lineage’ van Rients Ritskes, hoezeer kritiek je ook zou kunnen hebben op diens connectie met Japan, werkt met een aantal lagen van andere leraren (studenten van hem) die dan de dagelijkse les geven. Noorderpoort, waarvan ik de link gaf, lijkt op een meer traditionele wijze te werken waar iedereen die les geeft zelf ’transmissie’ als lerares/leraar zou moeten krijgen; maar ook dan is het de vraag wie door de student als zijn/haar leraar genoemd zal worden, de 1e of de 2e lijn. En daarmee vind ik ook niets mis zoals geschreven: je mag je best ‘leerling van Thich Nhat Hanh’ noemen in de zin van volgeling van Zen in diens traditie, maar niet in de zin van direkt persoonlijk kontakt want dat heb je met de 2e-3e niveau leraar onder TNH.
With folded palms,