De afgelopen weken berichtten wij over de voedselactie van Insight Myanmar in Bagan, Myanmar (Birma). Inmiddels is de voedselactie ten einde gekomen. Een verslag.
Op de dag van de donatieceremonie sprak de lokale teamleider van Insight Myanmar met een aantal monniken en nonnen voordat ze met de donatieceremonie begonnen. Hij vertelde de monniken en nonnen de volgende verhalen en citaten:
‘Ik was getuige van de tragedie van twee monniken uit twee kleine kloosters in het gebied van Oude Bagan, die meestal onbekend zijn bij de bezoekers en toeristen. Uit de verhalen van hun medemonniken bleek dat deze oude monniken ziek waren en niet konden komen om de voedselactie bij te wonen. Deze arme monniken op leeftijd waren ziek geworden door ondervoeding, door gebrek aan voedsel. Ze hadden langere tijd alleen van rijstsoep geleefd. Hun medemonniken waren blij met onze donatie, en vertelden over deze twee in de wetenschap dat ze binnenkort weer voldoende te eten zullen hebben. Het verscheurde mijn hart en ik kon mijn tranen niet bedwingen bij het horen van deze verhalen en de vreugde te hebben geholpen deze donatiegebeurtenis tot stand te brengen met al de verdiensten van zovele donoren.’
De abt van het klooster waar de tweede donatieceremonie werd georganiseerd:
‘De voedsel-bijdragen zijn echt nuttig voor de monniken in Oud Bagan nu. De monniken die in de kloosters van Oud Bagan wonen, moesten de afgelopen jaren zelf koken wat ze konden krijgen voor hun ontbijt en lunch, omdat zij daarvoor vooral afhankelijk waren van aalmoes-eten van de plaatselijke bevolking die souvenirs en plaatselijke producten, zoals lakwerk, verkochten aan toeristen in de buurt van de tempels en aan de poorten van de beroemde tempels en pagodes. Nu voelen ze medelijden en willen deze souvenirverkopers geen last bezorgen omdat die het al zo moeilijk hebben daar hun inkomsten zijn weggevallen. De monniken krijgen nu soms aalmoes-eten aangeboden dat door hun begeleiders zelf is gekookt. Nu is hun rauwe rijst bijna op en onze aalmoezen kunnen hen nog een paar weken verder helpen.’
De monnik die het dichtstbevolkte Pariyatti-klooster beheert (Kyan Sit Thar U Min Pariyatti-klooster, het grootste klooster in Bagan en omstreken):
‘Natuurlijk hebben we aalmoezen nodig voor dit grote aantal monniken dat in dit klooster woont. Als we een aalmoezenronde gaan maken voor het middagmaal, moeten we zelf het ontbijt regelen voor alle monniken en novicen. We maken ons zorgen want eerlijk gezegd raken we door ons voedsel heen. In tegenstelling tot de leken kunnen we niet zomaar rondgaan en iedereen vragen om ons te helpen of een gift te geven, want we hebben kloosterregels waar we ons aan moeten houden. Ook willen we in deze moeilijke tijd niet om hulp vragen bij de plaatselijke leken die het ook financieel moeilijk hebben. Zoals u ziet, zijn de novicen nog jong en moeten we hen op zijn minst een ontbijt geven. Nu, met deze plotselinge vrijgevigheid uit het buitenland, hoeven we ons voorlopig geen zorgen te maken!’
Nonnen ondervinden nadelen
Boeddhistische nonnen in Myanmar ondervinden veel nadelen in vergelijking met hun mannelijke tegenhangers, de monniken. Eerst en vooral mogen zij zich niet wijden en moeten zij lekenvrouw blijven. Dit betekent dat zij vaak een tweederangs status hebben. Hierdoor genieten zij niet hetzelfde respect en dezelfde steun van de bredere gemeenschap als monniken en worden zij soms gezien als weinig meer dan bedienden. Sinds de staatsgreep is het leven hard voor iedereen die nog in Myanmar woont, maar de slinkende middelen hebben het voor nonnen nog moeilijker gemaakt. Daarom hebben we er een prioriteit van gemaakt om een groot aantal nonnen uit te nodigen op onze Bagan donatie ceremonie.
‘Tijdens de ceremonie had onze lokale vrijwilligersteamleider een gesprek met een non op leeftijd. Ze vertelde hem dat zij en haar mede-nonnen vanuit het landelijke gebied in het zuiden van New Bagan naar ons donatie evenement waren gekomen, zo blij waren ze om te horen van deze voedselactie. Ze hadden ongeveer 6 kilometer gelopen om naar het verzamelpunt te komen en kregen voor op de terugweg een lift aangeboden door een plaatselijke tuk-tuk taxi.
Maar deze wandeling, zeiden ze, was niets vergeleken met hun gebruikelijke strijd. Ze benadrukten hoe ver ze elke Uposatha dag (d.w.z. om de 15 dagen) moeten lopen om aalmoezen-rijst te verzamelen voor hun voedsel. Een andere non voegde eraan toe dat ze slechts ongeveer 4 Pyis (gelijk aan 8,5 kg) krijgen door op aalmoezen-tocht te gaan door de hele stad, van huis tot huis in verschillende stadswijken van Nyaung-U, wat al hun krachten vergt. Bovendien moeten ze een manier vinden om voor hun oude, zieke medezusters te zorgen die in het nonnenklooster zijn achtergebleven. Tegen mij zeiden ze allemaal dat deze bijdrage hen voor enkele weken zal voeden. Ze waren blij dat ze in hun nonnenklooster konden blijven en mediteren op de komende Uposatha-dag, in plaats van voedsel te zoeken zoals ze gewoonlijk moeten doen. Ze vertrokken blij terug naar hun nonnenklooster, de rijstzakken op hun rug dragend.’
Bron https://insightmyanmar.org/blog/2022/8/21/feeding-bagan
https://insightmyanmar.org/blog/2022/8/28/nuns-in-bagan