1 – Waarom meer progressieve machtsvorming nodig is en de praktijk van nu
Politieke macht kan alleen bestaan wanneer deze door een zekere macht van het getal wordt geschraagd. Daarom is linkse samenwerking noodzakelijk. Om meer voor te stellen dan wat we nu zijn. Waarom komt hier in de praktijk zo weinig van terecht? Zwart-wit gezegd: omdat er vaak aan de verkeerde kant mee wordt begonnen. Samenwerking aan de top is geen vanzelfsprekende optimale route naar meer sociale en democratische macht.
Want hoe gaat dat in z’n werk? Bijvoorbeeld zó: ca. 100 dagen voor verkiezingen maken de media de balans op en voorspellen meer zetels bij meer samenwerking. Dat lijkt mooi, maar die blijft in de regel vervolgens hangen bij besprekingen en samenwerking in het hogere partijkader, en wordt na tegenslag weer gauw vergeten. Tot de volgende ronde.
Zulke fusies of pogingen daartoe hebben weinig of geen praktische waarde. Fusies die een goede continuïteit handhaven zijn moeilijk te bereiken en slechts alleen als de lokale politieke fundamenten in orde zijn en zich democratisch mee ontwikkelen. Bovendien geldt nog steeds: fusies zijn nooit doel op zich.
De kansen en valkuilen van het samenwerkings- en fusiegebeuren raken alle linkse organisaties. Zowel de politiek van partijen, vakbonden, milieubewegingen, buurtinitiatieven, en natuurlijk ook de antifascistische en vredesacties. Het gaat om vragen van nu waarvan de antwoorden mede de toekomst bepalen. Natuurlijk zijn deze niet elke dag hetzelfde, maar het gaat om terugkerende vragen en om de macht van het getal. En hoe staat het met de internationale actie en solidariteit?
De kernvraag die zich opdringt is of onder linkse mensen en organisaties geen sterkere samenwerking, opbouwend debat en bundeling van inzichten en krachten mogelijk is, dan nu bestaat. Wat kan daar de basis voor vormen?
2 – Wat zijn vroeger en nu belangrijke thema’s wanneer wel wordt samengewerkt?
Het is goed bij zo’n vraag wat afstand te nemen. Is er in de praktijk geen vakbondswerk, klimaatactie, politiek samenwerken in de wijk, belangenbehartiging, enzovoorts mogelijk? Zijn er geen kortdurende acties én daarnaast lichtende voorbeelden van noeste jarenlange inzet?
Dan blijkt het inspirerend nog eens het ‘oude’ Communistisch Manifest’ ‘erbij te pakken en dat nog eens goed te lezen. Als je dit doet valt een sterke historische continuïteit op in doelen en drijfveren. In het ‘Het Communistisch Manifest’ staan naast vérgaande doelen van structurele verandering concrete eisen ten aanzien van vrijheden, verbod op kinderarbeid, recht op kosteloze opvoeding van alle kinderen, gezamenlijke grondeigendom, progressieve belastingen, centralisatie van het kredietwezen, gemeenschappelijke fabrieken en andere herkenbare antikapitalistische punten met betrekking tot het levensonderhoud. (2) Ook vragen over goede huisvesting voor alle gezinnen duiken bij Marx en Engels herhaaldelijk op. En niet te vergeten de kwestie van oorlog en vrede. Immers, de opgetrommelde soldaten waren vooral jongens en mannen uit het gewone volk.
Het zijn de levensterreinen die noodzakelijk bestaan, maar waar ook schaarste en ongelijkheid heersen. Ook de gebieden waar geproduceerd wordt en arbeiders wel moeten werken om van het loon te kunnen leven. Het is het terrein waar de klassenstrijd wordt uitgevochten, niet alleen het einddoel van een sociale klassenvrije samenleving, ook van de strijd voor meedoen aan de concrete behoeften van dié specifieke fase van de geschiedenis.
Je kunt stellen dat de programma’s van tal van bewegingen in binnen- en buitenland tot en met vandaag vergelijkbare strijdpunten laten zien. Al honderden jaren lang. Dat is niet zozeer omdat er weinig veranderd is op de wereld, maar omdat het de zaken zijn waar iedereen mee te maken heeft en de als onrecht en uitbuiting ervaren verschillen pijnlijk gevoeld en besproken worden. De ongelijkheid in kansen, rechten en toe-eigening doemt steeds weer op.
Betekent deze historische erkenning dat de grote maatschappelijke veranderingen niet gezien worden, de klimaatcrisis, de energietransitie, de digitalisering, of de uitwerking van de coronapandemie? Neen, juist wel, maar bij alle veranderingen moet tegelijk worden erkend dat louter individuele visies en inzet – hoe waar en doordacht ook – niet sterk genoeg zijn om de nodige sociale democratisering door te zetten. In oude, maar actuele woorden: om de klassenstrijd te voeren zoals die nu noodzakelijk is.
3 – Structuur van deze thema’s en het perspectief, voor personen, partijen en vakbonden
Veel thema’s van de strijd in de tijd van Marx en Engels en die van nu raken dezelfde kwesties als waar vandaag de dag gezinnen van arbeiders en werklozen mee te maken hebben. Natuurlijk zijn er verschillen in concrete uitwerking. Het klimaat- en biodiversiteitsvraagstuk was toen geen strijdpunt zoals nu. Maar anderzijds vind je bij Engels en Marx diverse aangrijpingspunten voor reflectie daarover. Een universeel gezond ecologisch systeem is een voorwaarde voor alles.
In essentie komt het erop neer dat de strijdpunten van de arbeidersklasse steeds weer draaien om gezond leven, huisvesting, onderwijs, en om erkenning en waardigheid. En permanent om voldoende invloed en macht te vergaren, om deze strijdpunten sociaal en democratisch te beslechten. Dat er aldus grote overeenkomsten zijn tussen het heden en een tekst van meer dan 150 jaar oud is beslist geen toeval, want de basisbehoeften van de mens zijn hier in het geding.
Geen toeval? Dat is een belangrijk gezichtspunt. Want dan bestaat hier een maatstaf voor acteren en standpunt-ontwikkeling. Dan zijn er voor de samenwerking tussen socialistische organisaties en groepen inhoudelijke criteria en doelen te noemen waar linkse samenwerking aan kan en moet voldoen. Voor partijen, bonden, comités, milieuorganisaties, enzovoort. Lokaal en overal. De doelen van diverse partijen zijn in hoge mate dezelfde. Erken dat. Over de wijze waarop die doelen behaald kunnen worden zal keer op keer discussie ontstaan, maar dat mag geen reden zijn de strijd ten gunste van de basisbehoeften van iedereen los te laten. Dus ook niet de broodnodige samenwerking voor die doelen.
4 – De waarde van zo’n sterke, stabiele leidraad die zowel stuurt als veel ruimte geeft
Kun je hier in de praktijk wat mee? Het gaat er niet om dat iedereen nu ‘Het communistisch Manifest’ op zijn of haar nachtkastje moet hebben liggen. Al kan het lezen van het begin van die tekst al inspirerend en scholend werken. Maar wél is het noodzakelijk te realiseren dat veel punten van comités en partijen (etc.) draaien om dezelfde waarden van het maatschappelijk leven, en dat die erkende gemeenschappelijkheid voor de concrete strijd waardevol is. Je kunt er organisatievormen bij bedenken van landelijke, lokale en regionale samenwerking. Uitgaan van scholing en actie, aansluiten bij bestaande én nieuwe groepen, organisaties en personen. De gemeenschappelijkheid niet alleen erkennen, maar ook uitspreken en op passende momenten solidair zijn. Soms ook: politieke ijdelheden overwinnen.
Hierbij moet je de rol van partij- en vakbondskader, en kaders van milieubewegingen en belangenorganisaties niet vergeten. Zij hebben verantwoordelijke taken maar die zouden dieper democratisch verankerd moeten zijn in (basale) maatschappelijke groepen en samenwerkingsverbanden. Weten wat je positie is en waar je mee bezig moet. Erkennen dat daarin een verbond kan en moet worden gevormd. En dat de macht van het getal dan ook werkt, als voordeel.
Dit is geen pleidooi voor totaal nieuwe vormen van democratische experimenten, die – voorbarig, onbesuisd – het oude of bestaande negeren. Maar er kan beter omgegaan worden met dat wat al bestaat, lokaal én op basis daarvan ‘centraal’. Verschillende standpunten en richtingen erkennen. Basisbewegingen opzetten, ruimhartigheid en ruimdenkendheid tonen, discussie, lef. Samen optrekken voor wat essentieel is in het leven van de mens en in de natuur. De continuïteit bewaren. Dat alles kan goed besproken en getoetst worden aan de hand van de korte veelzijdige tekst van Marx en Engels, ‘Het Communistisch Manifest’. Het samen lezen kan heel verrijkend zijn.
‘Werkende en solidaire mensen van alle landen, verenig je.’
(1) Link: https://www.solidariteit.nl/
(2) Zie in Het Communistisch Manifest vooral hoofdstuk II, Proletariërs en Communisten, in MEW, deel 4, pp. 474-482.
Karl Marx, Friedrich Engels, Het Communistisch Manifest, diverse Nederlandstalige uitgaven.
Voor de Nederlandse versie van Marxists.org, zie
https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/index.htm
Bert Dorrestijn zegt
Jaren terug zag ik op tv twee documentaires bij de VPRO. Één ging over een socialistische burgermeester in een klein verlaten dorpje in Italië die immigranten en asielzoekers onderdak bood in zijn dorp en ze op socialistische basis liet samenwerken. Ieder had zijn eigen taak. Het was succesvol maar de tegenwerking die hij kreeg van de regering was enorm. Het project mislukte om die reden. De andere documentaira ging over een dorpje in spanje, waar ook op socialistische wijze werd samengewerkt. Ieder had een taak in dat dorp en eens per week kwam men in het dorpshuis samen om te bespreken wat er moest gebeuren. Het zag er hoopvol uit. Of ook dit dorpje nog op die manier functioneerd weet ik niet. Hoewel Marx in theorie prachtig is om te lezen weet ik niet of het in de praktijk ook zo werkt. Het schijnt zelfs dat Marx aanvullingen heeft geschreven op zijn leer omdat hij zag dat het in de praktijk niet werkte zoals hij bedoeld had. Er zijn er altijd die macht willen uitoefenen over anderen….. De aanvullingen schijnen dan ook verdwenen te zijn……. leer en praktijk zijn twee verschillende werelden.
Willy van de Schoot zegt
Leer en praktijk zijn inderdaad twee verschillende dingen. Om die reden heeft Marx zijn beeld van de toekomstige samenleving niet gedetailleerd beschreven: die kun je niet beschrijven, die moet worden gemaakt. Dat wist hij heel goed. De samenleving is nooit “af”. Het goede moet altijd weer opnieuw worden uitgevonden en in praktijk gebracht. Waar het hier om gaat is dat je dat doet vanuit een gemeenschappelijk inzicht en een gedeeld ideaal.
Er zijn vele “navolgers” van Marx die zichzelf Marxist noemden en die wél een gedetailleerd voorschrift hebben proberen op te stellen van hoe het communisme of socialisme er dan uit zou moeten zien. Het commentaar van Marx daarop was: “Ik ben geen Marxist”. De bijdrage van Marx zit vooral in zijn analyse van het kapitalisme. En die analyse staat nog steeds als een huis.