Spreekt Tja over zichzelf, dan spreekt ze in alle toonaarden. Noemt ze zich licht dan noemt ze zich duister.
Noemt ze zich goed dan noemt ze zich kwaad.
taoisme
Meester Tja 72 – Kleurloos als water – eeuwig fris
Leeg is de leer van de lege mens. Kleurloos als water – eeuwig fris.
Meester Tja 71 – De Grote Vrede zal je leren!
Niets kan je!
Meester Tja 70 – Waarom de wijze niet weigert
Hij zou niet weten hoe.
Meester Tja 69 – Nooit is een woord het laatste
Ruim is de geest die alle gedachten toelaat. Ruimer nog de geest die alle gedachten uitlaat. Hoe ruim is de geest die ook deze gedachten loslaat?
Meester Tja 68 – Wie Tja heeft is overal en nergens
Waar hij ook heen gaat, hij was er al. Waar hij ook is, hij is er niet.
Meester Tja 67 – De wijze is groot in zijn kleinheid
De wijze is zacht in zijn hardheid en eenduidig in zijn dubbelheid. Hij is licht in zijn duisternis en groot in zijn kleinheid.
Meester Tja 66 – Zacht is wie zijn woede kent
Hoog is wie zijn laagheid kent. Wijs is wie de mens niet kent. Thuis is wie de weg niet kent.
Meester Tja 65 – Wie er een doel van maakt, zal het nooit bereiken
Een voltooid leven bestaat erin te verdwijnen voor je sterft.
Meester Tja 64 – Een eeuwige ontlediging van de geest
Het Grote Tja is als het uitstromen van een rivier in zee, het opstijgen van de zee naar de wolken.
Meester Tja 63 – Hoe groot is een idee?
Is een geest in staat het Grote Tja te bewaren, dan keren alle gedachten zich spontaan tot hem. Ja en nee, hemel en aarde, deugd en ondeugd – alle tegenstellingen vermengen zich vrijelijk.
Meester Tja 62 – Mensen zijn onmensen, ik zeker
Mensen zijn gehecht, ik niet. Mensen zijn onthecht, ik niet. Mensen hebben antwoorden, ik niet. Mensen hebben vragen, ik niet.
Meester Tja 61 – De dienaren des levens zijn de dienaren des doods
Hetzelfde mes snijdt het vlees aan en de hals door.
Meester Tja 60 – Gezegend zijn de doden
Het is tot mijn verdriet dat ik in het doden vreugde vindt.
Meester Tja 59 – Mensen doden en laten doden
Mensen doden en laten doden, maar ze noemen het geen doden. Ze noemen het gerechtigheid. Ze noemen het euthanasie. Ze noemen het ruimen. Ze noemen het eten.
Meester Tja 58 – Zonder wapens geen wereld
Handen zijn wapens. Hoeven zijn wapens. Auto’s zijn wapens. Medicijnen zijn wapens. Kinderen zijn wapens. Woorden zijn wapens.
Meester Tja 57 – Als zelfs niet-weten is vergeten
Mag dat dan wijsheid heten?
Meester Tja 56 – Niet-weten is een weldaad voor de geest
Hoor ze toch eens tekeer gaan: ‘Alleen geweld kan een eind maken aan geweld!’ ‘Alleen geweldloosheid kan een eind maken aan geweld!’ ‘Alleen religie kan een eind maken aan geweld!’ ‘Alleen innerlijke vrede kan een eind maken aan geweld!’
Meester Tja 55 – Dwazen zoeken wijsheid, wijzen gaan er voorbij
Dwazen zoeken wijsheid, maar wijsheid is zonder wijsheid. Het is de weidsheid voorbij alle wijsheid. Wijzen gaan overal voorbij.
Meester Tja 54 – Een denkbeeld voorbij alle denkbeelden
Nooit krijg je jezelf, de mens of de wereld in een hokje gepropt. Ze zijn groter dan alle denkbeelden bij elkaar.
Meester Tja 53 – Ik verloor mijn hemel en mijn hel
maar ik ben nimmer zonder Tja
Meester Tja 52 – Zo word je ’s werelds schilder
Doorzie het witte en het zwarte, dan word je ’s werelds schilder. De tienduizend tinten zul je welkom heten als je eigen palet.
Meester Tja 51 – Niet-gaan behoeft geen voertuig
Wie niet-doet hoeft nergens heen en heeft geen voertuig nodig.
Meester Tja 50 – De wijze aanvaardt zijn weigering
Waarom wij nooit tot volledige aanvaarding van de tienduizend dingen kunnen komen.