Toen Linji Minghua aandeed, vroeg de meester: ‘Waar is al dat rondreizen goed voor?’ ‘Voor mijn zolen,’ antwoordde Linji. ‘Hoezo?’ ‘Dan slijten ze nog een beetje.’ ‘Maar wat heeft al dat gereis voor zin?’ vroeg Minghua nogmaals. ‘Wat heeft al dat gepraat voor zin?’ vroeg Linji.
