Bodhicitta is de verlichtingsgeest, niet slechts de wens om alle wezens te helpen verlichting te bereiken, maar het besluit iedereen daar naartoe te begeleiden.
Allesomvattender is nauwelijks denkbaar. IEDEREEN hoort erbij, als het gaat om bodhicitta en de bodhisattva gelofte. En elke Mahayana Boeddhist neemt de bodhisattva gelofte en neemt zich voor compassie voor alle wezens te ontwikkelen. Dat is nogal wat.
Omdat boeddhisten mensen zijn, en het om die reden niet vanzelfsprekend is dat bodhicitta in hun leven geïntegreerd is, adviseert de Tibetaans Boeddhistische traditie te beginnen met mediteren op gelijkmoedigheid (equanimity in het Engels).
Gelijkmoedigheid is de basis voor Bodhicitta, en aangezien er geen enkele vorm van geloof aan te pas komt, is het een goede beoefening voor iedereen die de vooroordelen in hun de geest onder ogen wil zien.
Mediteren op gelijkmoedigheid begint met het visualiseren van een vriend, een vreemde en een vijand. Observeer de verschillende reacties die deze drie individuen bij je oproepen. In mijn ochtendmeditatie hou ik het vaak bij het visualiseren van iemand die me recent gekwetst of beledigd heeft. Als ik die in gedachten alle goeds toe kan wensen, is het een goed begin van de dag.
Het doel van deze meditatie is niet onverschilligheid, maar een liefdevolle vriendelijkheid naar alle drie.
Racisme is recent veel in het nieuws geweest. In Nederland zijn we er weer mee geconfronteerd dat de manier waarop we de afgelopen eeuw Sinterklaas gevierd hebben, niet door iedereen als even feestelijk ervaren wordt. Hierover heb ik eerder geschreven.
We zijn, als Nederlanders, gewend te denken dat we niet racistisch zijn. Dit is een irrationeel gevoel, aangezien studie na studie aantoont dat mensen met een niet-Nederlandse achtergrond minder uitgenodigd worden voor sollicitatiegesprekken. Die baan vervolgens krijgen is uiteraard nog moeilijker.
Ook heb ik verhalen gehoord van kantoorculturen waarin niemand vreemd op kijkt als mensen met een Indonesische achtergrond ‘pinda’ genoemd worden. Verder heel vriendelijke mensen hebben niet eens het gevoel dat dit beledigend is. Ik heb er geen woorden voor – natuurlijk is dat beledigend.
Nu ben ik vermoedelijk de helft van mijn publiek al kwijt. Het ongemak van racisme zit hem onder andere in het gegeven dat we er alleen iets aan kunnen doen als we bereid zijn de ongemakkelijkheid ervan onder ogen te zien.
Zoals ik het begrijp begint racisme psychologisch gezien met vooroordelen en groepsdenken.
Vooroordelen: We organiseren onze wereld in categorieën en iedereen die buiten die categorieën staat zal het moeilijker hebben, simpelweg omdat mensen je niet kunnen plaatsen. Een moslim manager, een vrouwelijke ingenieur, een klassieke musicus met een arbeidersachtergrond: ze zullen moeite hebben erbij te horen. Deze mensen zelf hebben niet automatisch andere categorieën waarmee ze hun wereld ordenen.
Een vrouw die er in is geslaagd ingenieur te worden, zal niet heel veel makkelijker vrouwelijke collega’s helpen dan een man. Dit komt omdat, om psychologisch te overleven, ze de groepscultuur heeft overgenomen. Tegelijkertijd is ze natuurlijk toch een rolmodel voor andere vrouwelijke ingenieurs en heeft ze onwillekeurig invloed op de categorieën waarin de mensen om haar heen denken.
Groepsdenken: Wij tegenover de anderen. Als Ruud Gullit helpt een voetbalwedstrijd te winnen, is hij ‘wij’ en zal hij gevierd worden. Als een vergelijkbare zwarte man in de problemen komt met de politie, is hij opeens ‘hen’. Als hij in de ‘ons’ categorie zit, zullen we hem verdedigen en mensen die hem op het voetbalveld tegenwerken willen bestraffen. Als hij ‘hen’ is, gaan we er bij voorbaat vanuit dat hij schuldig is.
Deze twee mechanismen versterken elkaar. Toen in de VS een paar jaar geleden een buurtwacht een zwarte tiener doodschoot, vulde mijn Facebook tijdlijn zich met reacties van beide kanten.
Ik schrok het meest van de zwarte jongen die zei dat die jongen die vermoord was niet een trui met een capuchon had moeten dragen en geen gouden vullingen in zijn tanden. Als zwarte jongen was hij geconditioneerd te weten dat niet elke mode-uiting veilig is. Zijn conditionering was zo sterk, dat hij de buurtwacht verdedigde, al had deze zonder goede reden een groepsgenoot van hem vermoord. Laten we wel wezen, wat voor kleding iemand ook draagt – het kan nooit genoeg verantwoording zijn om te moorden. Dit zou gezond verstand moeten zijn.
Maar ja, we hebben het hier over diepe conditioneringen. Vooroordelen – het onderscheid maken op grond van categorieën – helpt ons in deze wereld te navigeren. Groepsdenken heeft ons veilig gehouden sinds we ons bij het kampvuur verzamelen.
Toch denk ik dat we hier iets mee moeten: we leven in een wereld waarin we elke menselijke bron nodig zullen hebben om te voorkomen dat we deze planeet en elkaar vernietigen. En daar hoort die vrouwelijke ingenieur en die moslim manager bij.
Er zijn allerlei methoden om dit probleem te verzachten en we kunnen er geen enkele negeren. Er is er echter maar een waar ik iets vanaf weet: meditatie.
Als we mediteren op de verlichtingsgeest toe willen passen op racisme, zullen we moeten leven met het ongemak van het onder ogen zien van onze conditioneringen, angsten en privileges (als blanken, indien van toepassing).
Hier mijn voorstel van een meditatie voor het verzachten van onze vooroordelen:
Stel je drie mensen voor: begin met een blanke man en kies dan twee uit de volgende:
- Een vrouw
- Een transgender (man, vrouw, anders)
- Een homoseksuele man of vrouw
- Een Marokkaan
- Een Turk
- Een Jood
- Een Moslim
- Een Surinamer
- Een Aziaat (Indo, Chinees, Hindoestaan)
- Een andere categorie mensen waar je moeite mee hebt
Kies er minstens een waar je je niet comfortabel bij voelt, bang voor bent of weerzin tegen voelt.
Stel je die drie mensen voor en concentreer je afwisselend op een van hen. Neem waar hoe je reageert: wat voel je, wat denk je, is er misschien zelfs een lichamelijke reactie?
Probeer in eerste instantie niet te oordelen. Versterk je reactie niet door het goed te praten, maar ga er ook nog niet tegen vechten. Kijk gewoon naar wat er is. Blijf hier zolang je kunt bij zitten. En nee, het is niet comfortabel.
Om de meditatie te verdiepen, kun je proberen je de levens van deze mensen voor te stellen. Hoe voelt het om op te groeien als witte man, vrouw, Jood, Marokkaan? Wees zo realistisch als je kunt. Wees nieuwsgierig.
Als je deze meditatie meerdere keren doet, wissel dan de geslachten af – behalve de blanke man. Vervang de Marokkaanse man door een Marokkaanse vrouw met hoofddoek, bijvoorbeeld. Denk je dat haar perspectief gehoord wordt?
Eerder geplaatst op: http://www.overpeinzende.nl/2014/bodhicitta-racisme-gelijkmoedigheid-meditatie/, copyright Katinka Hesselink 2014
Bert zegt
Citaat: Ik schrok het meest van de zwarte jongen die zei dat die jongen die vermoord was niet een trui met een capuchon had moeten dragen en geen gouden vullingen in zijn tanden.
Reactie:
Secundaire victimisatie: een slachtoffer de schuld geven (had hij maar niet…). Een confrontatie met onschuldige slachtoffers vormt een bedreiging van het geloof in een rechtvaardige wereld. Om dat geloof te kunnen behouden, laten mensen zich dan soms negatief uit over het slachtoffer. Wat het slachtoffer is overkomen is daardoor niet langer onverdiend en onrechtvaardig.
(Ook speelt er m.i. een element van: het zal mij niet overkomen, ik ben niet zo dom om… b.h.).