Deze tekst is de letterlijke herhaling van de weblog van 6 oktober 2020, vanwege de recente gebeurtenissen in Palestina en Israël.
‘Ik zou liever hebben dat wij een redelijk akkoord met de Arabieren sluiten waarin wij stellen dat wij vreedzaam naast elkaar willen leven dan dat wij een Joodse staat zouden stichten.’
Albert Einstein 1942
Nederland vindt zichzelf vaak erg humaan, vrij en democratisch. Dat ben je echter pas als je consequent ook anderen hun vrijheid, welvaart en rechten gunt. Sterker nog, dat je solidair bent en anderen helpt hun rechten te verwezenlijken.
En dan blijkt Nederland zo vrij nog niet, soms eerder beperkt en egoïstisch. Vanuit gebrekkige kennis en soms schaamte over wat Hitler de Joden aandeed en de passiviteit van Nederland toentertijd, vinden veel Nederlanders het vanzelfsprekend de Joodse staat Israël te steunen. Steun aan mensen die een rechtvaardige strijd voeren of aan onderdrukking lijden is natuurlijk hoogstnoodzakelijk, maar wat betreft de geschiedenis van het ontstaan van de Joodse staat houdt de interesse die strijd goed te begrijpen veel te voorbarig op. Die geschiedenis is echter uiterst problematisch.
Men denkt soms dat pas bij de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog het conflict tussen Joden en Palestijnen ontstond. Dat klopt niet. In 1896 schreef Theodor Herzl het boek ‘Der Judenstaat’ waarmee hij een grondslag legt voor de zionistische ideologie. Mede vanwege de vele Jodenvervolgingen pleit hij voor een exclusief eigen Joodse staat. Die zionistische ideologie gaat heel ver en claimt het recht in de nieuwe staat de bestaande bevolking weg te jagen. Dat standpunt is nog steeds de achtergrond van veel van de Israëlische politiek, een grondslag van de hedendaagse houding van de staat Israël.
In 1923 schreef de journalist en schrijver Vladimir Jabotinsky een artikel over de door hem voorgestane strijd voor een nieuw land voor de Joden. Hij stelde hierin: ‘Wij zullen alle zionistische kolonisatie, ook een heel beperkte, ofwel moeten opgeven, ofwel zullen wij ze moeten doorzetten tegen de wil in van de oorspronkelijke bevolking. Daarom kan onze kolonisatie zich alleen ontwikkelen onder de hoede van een grootmacht die niet omziet naar wat de lokale bevolking wil, zodat het mogelijk wordt om ons van die bevolking af te scheiden met een ondoordringbare ijzeren muur …’ (Citaat ontleend aan Catherine)
In deze passage herken je een scherp inzicht in wat de aarde, de grond, de woonplaats betekent voor volkeren. En nog steeds is dat de grondtoon bij kolonisaties in Israël, steeds als we weer horen van een nieuwe Joodse kolonie in Palestijns gebied. Het is het misbruik daarvan en de bijbehorende ideologie die bij de grote groep scherpslijpers in Israël nog altijd leidend is. Dit is dus ook niet zozeer een naïeve opvatting maar een egoïstisch, zelfzuchtig en racistisch idee. Qua ontstaansgrond misschien begrijpelijk vanuit de geschiedenis, maar daarmee beslist niet te rechtvaardigen.
Ieder volk telt, maar het geciteerde zionistische idee gaat alleen van een vermeend eigenbelang uit, en op basis daarvan het zoeken naar de noodzakelijk bijbehorende ondersteunende militaire grootmacht. Waarbij je momenteel natuurlijk denkt aan de Verenigde Staten, en wat betreft de periode van rond de Tweede Wereldoorlog vooral aan Groot-Brittannië.
In Palestina woonden voor, tijdens en na de oprichting van de staat Israël (in 1948) een aanvankelijk vrij kleine minderheid van Joden en een overgrote meerderheid van Arabieren. Onder deze Palestijnen bestonden weer meerdere bevolkingsgroepen, religies en tradities.
Naast de verschillende directe oorlogen, waarin de Israëli’s ruimschoots door het Westen van wapens werd voorzien, bestond en bestaat de bejegening van de Palestijnen vooral uit wegjagen, treiteren en moorden. Waarbij de Palestijnse grond, de landerijen en de tuinen verpest werden en vervolgens ingepikt. Door er nieuwe exclusief Joodse kolonies te vestigen.
Hoe de definitieve oplossing van het Palestina-conflict ook zal zijn, als die een echte rechtvaardigheid wil benaderen, moeten de Palestijnen ‘de helft’ van hun grond en democratische machtsposities terugkrijgen. Nou ja, de helft, ik bedoel dit niet als laatste exacte afweging, maar als richtinggevend, misschien moet het wel meer dan de helft zijn.
Het gaat om het land, het leven, de waarden en de toekomst, met als achtergrond de herinnering aan de vele doden, die voor hun soms kleine stukjes land moesten strijden tegen een grote overmacht.
Dit perspectief kan alleen wat betekenen wanneer de Israëli’s echte humane waarden zouden willen laten gelden. En wanneer de wereld – de grote en de kleine machten –, in hun politiek niet hun (vermeende) eigenbelang, maar dat van de Palestijnen zouden laten prevaleren. Alle machten tellen hierin mee, ook de relatief kleine macht van de Nederlandse politiek en economie. Niemand kan wegkijken goedpraten.
Het wegpesten van Palestijnen en de kolonisaties gaan nog steeds door. Het Palestijns grondgebied is danig verkleind en de resten schrompelen stukje bij beetje verder in. De website The Rights Forum Nieuwsoverzicht van 22 september jl. besteedt hier ‘voor de zoveelste keer’ aandacht aan. Voor de zoveelste keer, omdat het nodig is de pesterij en het geweld te blijven noemen en daar hardop tegenin te gaan.
In dat artikel worden tweets aangehaald van de Palestijnse Unie van Landbouwkundige Werkcomités, die gaan over het Palestijnse dorp Qaryut. In dit dorp zijn gewassen en landbouwgronden vernield doordat er onbehandeld rioolwater vanuit omliggende illegale Joodse kolonies het dorp is ingestroomd. Met opzet dus. En bij het dorp Burin zijn door Joodse kolonisten landbouwgrond en een groot aantal olijfbomen in brand gezet.
De vernietiging van vruchtbaar areaal van Palestijnen wordt systematisch ondersteund door Israëlische instanties. Soms spreekt men trots over tienduizenden bomen die door Palestijnen waren geplant en door Joodse kolonisten ontworteld zijn. Het leger speelt dan een andere destructieve rol: het in beslag nemen van honderden landbouwmachines van Palestijnen.
De strijd om de macht, onderdak, levensonderhoud, cultuur en de waardigheid van de bewoners gaan samen met de strijd om de grond. De zionistische ideologie heeft dat goed gezien, maar het is hoe dan ook totaal in strijd met de menswaardigheid, de mensenrechten van de Palestijnse bevolking, en meer nog, ook in strijd met de belangen van de mensheid als geheel.
Dat laatste brengt ons bij andere geluiden uit de geschiedenis. Terwijl in de Tweede Wereldoorlog de zionisten steun wierven in de Verenigde Staten sprak Albert Einstein een wijzer woord: ‘Ik zou liever hebben dat wij een redelijk akkoord met de Arabieren sluiten waarin wij stellen dat wij vreedzaam naast elkaar willen leven dan dat wij een Joodse staat zouden stichten …’ (Citaat ontleend aan Catherine)
Als naar hem geluisterd was had dit vele duizenden mensenlevens kunnen sparen. Niet alleen in Palestina, maar ook in het hele Midden-Oosten met zijn uiteen waaierende gewelddadige conflicten, die voor een deel hun oorzaak vinden in de restanten van de koloniale cultuur. Als het gaat om de kwestie Palestina moeten stemmen als die van Einstein, desnoods tegen alle verdrukking in, blijven klinken. De moed behouden en terugwinnen, solidair blijven ook waar het heel moeilijk is.
Dat geldt ook voor Nederland, dat keer op keer weigert resoluut te zijn over de grove mensenrechtenschendingen wanneer het een schijnbaar vrije en democratische staat betreft. Het lijkt alsof de regering zich keer op keer als een klein kind laat beetnemen door een paar mooie woorden, maar ook Nederland maskeert door die houding de moedwillige schendingen. Hier bestaat een onvermijdbare verantwoordelijkheid.
Rechtvaardig en vrij? Geef de Palestijnen met hun grond hun waardigheid terug.