We keren terug naar een weergave van het spirituele pad die ik in een eerder praatje al gegeven had: alles wordt samengevat in vijf groepen. Te weten integratie (zelfkennis en -ontwikkeling), positieve emoties, ontvankelijkheid voor dharma, ‘spirituele dood’ (van je oude persoonlijkheid) en ‘spirituele wedergeboorte’ als zo-boeddhistisch-mogelijk persoon. Net zoals bij het Achtvoudig Pad zit er wel een zekere volgordelijkheid in, maar veel van de groepen overlappen qua tijd. En deze keer zoomen we in op die laatste fase: wedergeboorte.
De andere fasen
In het praatje dit voorjaar had ik het over integratie, horizontaal en verticaal. Verticale integratie, oftewel binnenbrengen van bodhicitta in je leven, kan ook heel wat elementen hebben van die ‘hogere’ groepen tot aan spirituele wedergeboorte toe. Over de fasen ‘positieve emoties ontwikkelen’ en ‘ontvankelijkheid voor dharma’ stap ik nu maar even met zevenmijlslaarzen heen. Voorbeelden van spirituele dood kennen we allemaal, hoe klein ook. Zo werd er in mijn eerste jaren als meditatiestudent sterk op aangedrongen dat ik als wederdienst ook kwam meehelpen in ons Centrum. En ik meende écht niet de avonden na drukke kantoortijd te kunnen opofferen, dus werd het een dagdeel op zondag – pas de week tevoren hoorde ik dat ik ja gezegd had op wekelijkse inzet van 8 tot 11 uur. Dat was dus de doodstraf voor een heel stuk van mijn comfort zone, maar ik had het niet willen missen want het was een sangha-ervaring waar de energie van af spatte en waar ik nog steeds blij op terugkijk.
Een ander stukje uit mijn verleden, te maken hebbend met de meditatieve kant van spirituele dood (en wedergeboorte), heb ik een paar jaar geleden al verteld. https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/127362-van-spirituele-dood-tot-spiritueel-hoogtepunt/
Bodhicitta
Ik wil nu vooral kijken naar wat er gebeurt als je gedrag langzaamaan meer ‘boeddhistisch’ wordt, dus die spirituele wedergeboorte. Het is en blijft, zo benadruk ik altijd, iets wat van binnenuit gebeurt. Je realiseert je gaandeweg dat je via de wet van oorzaak en gevolg nauw met je medemensen verbonden bent. En dat is iets dat je zelf ontdekt en zelf de verantwoordelijkheid voor houdt, niet een ‘onderwerpen aan’ zoals dat in de theïstische religies de norm is. Het eindresultaat kan wel degelijk zijn een bijsturen van je leven, zoals in de twee Blues Brothers films de preken van dominee Cleophus James (James Brown) een onuitwisbare indruk maken op één der hoofdrolspelers. En met dat bijsturen komt ook een dankbaarheid naar wat je allemaal ervaren en geleerd hebt van je medemensen, en een soort ‘morele plicht’ om hen op jouw beurt weer te helpen. Het innerlijke stemmetje dat hierbij hoort wordt dus één van de leidende basisprincipes in je leven, net zoals Jake Blues hun het-doel-heiligt-alle-middelen plan weet te verkopen als “We’re on a mission from God”.
Other Power
De kern heb je nu, maar ik wil toch nog iets meer uitwerken met welke symbolieken je dit gedrag verder kunt uitdrukken. Ik beschreef al eens eerder mijn ervaringen in een Tibetaans dharmacentrum:
“Bekaf dus, en de vrijdagavond-lezing was van pittig niveau; afgewisseld door korte meditaties en mantra’s zingen. Daarna gingen we met grote lantaarns als groep, al mantra’s zingend, rond de schrijn in de tuin buiten lopen. Bijna in trance. Toch was het voor mij vooral verbijten van de kou en de vermoeidheid, tot na een half uur of zo [wham] een vonk van energie binnensprong. Of beter gezegd een compleet vuur, ik voelde me klaarwakker en zong en wandelde met dubbele energie; waarbij ook de kwaliteiten van Tara, actief mededogen, op de één of andere wijze ‘via mij naar de anderen toestroomden’. De rest van het weekend was ik een stuk enthousiaster…”
En hiermee heb je een voorbeeld dat de kracht van Tara en andere mahayana-symbolen meer is dan zomaar een symbool in de Oosterse mythologie. Voorzover wij met een groep mensen échte sangha vormen, en écht onderling communiceren en mededogen in actie brengen, creëren wij de aanwezigheid van Tara. Net zoals in de halleluja-sessies in de Blues Brothers-kerken een hoofdrolspeler gegrepen wordt door zijn interpretatie van het ideaal, en daarna zijn leven in ieder geval in naam omgooit.
Dit soort symboliek proberen we in veel sanghas ook gezamenlijk te ervaren. Zo was er wat langer geleden in één van onze centra een groot verbouwproject, dat de ‘Mettamorfose’ gedoopt werd. En in dezelfde lijn kwam een ander centrum met een kleiner onderhoudsgebeuren, en riep iedereen op om mee te werken aan de ‘Tara task force’.
Basisprincipe
Nog even terug naar dat leidende basisprincipe, dat we al kenden van integratie. Het pad van de boeddhist is een vorm van idealisme, en zo kun je respect hebben voor – en wat leren van –idealisten op andere paden mits eveneens strikt geweldloos. Bijvoorbeeld omdat ook zij uit hun ‘comfort zone’ treden, heel wat van hun huidige zekerheden opofferen om te werken aan dat ideaal, iets van een roeping hebben, en hopelijk zelfs een stuk rust-eenvoud-tevredenheid (onze derde leefregel) in hun leven brengen. Tenminste die idealisten die zelf doen wat ze anderen ook adviseren, zo niet dan zal hun hypocrisie vroeg of laat aan het licht komen en tegen hen gaan werken.
De Blues Brothers, waarmee ik zo meteen nóg een parallel trek, hebben ook een duidelijk ideaal in de (zwakkere) 2e film. Zodra teamleden wanhopen of ze hun doel (meedoen aan een competitie van bluesbands) wel zullen bereiken vanwege achter hun vodden gezeten worden door o.a. maffia en politie, motiveert Elwood hen met
“So, you all want to quit? Well, honestly, who can blame you? I guess I’ve dragged you down
as far as living humans can go. All right. Fine. Bye. I understand.
So, what happens now?
Remember this. Walk away now and you walk away from your crafts, your skills, your vocations, leaving the next generation with nothing but recycled digitally sampled
techno grooves, quasi-synth rhythms, pseudo songs of violence-laden gangster rap,
acid pop and simpering, saccharine, soulless slush.
Depart now and you forever separate yourselves from the vital American legacies of Robert Johnson, Muddy Waters, (…) Jackie Wilson, and Elvis Presley.
Turn your backs now and you snuff out the fragile candles of blues, R&B and soul,
and when those flames flicker and expire, the light of the world is extinguished
because the music which has moved mankind through seven decades, leading to the millennium, will wither and die on the vine of abandonment and neglect.”
Dus het gaat echt om een hoger doel, in dit geval de roeping (vocation) om de ‘echte’ muziek te laten bestaan naast de ‘namaak’ muziek; los van de smaken waar je altijd over kunt twisten, het idealisme verdient respect.
India (en weer die Blues Brothers…)
Ieder heeft zijn tics, en als een bepaald thema/zanger/song me eenmaal geïnspireerd heeft dan duikt het op onverwachte plekken op. Voor mij bijvoorbeeld eind vorig jaar, toen ik voor het eerst in 4 jaar weer door India kon reizen. Gelukkig hadden de meeste vrienden de Covid-fase overleefd; een aantal projecten zat wel in zwaar weer door pro-hindoe discriminatie die nu in onderdrukkende wetten vastgelegd is. In Mumbai trof ik gelijk de eerste dag één van mijn zeer gewaardeerde broeders, Dharmachari Bodhisen, inmiddels voorzien van een spierwitte haardos. Ordelid van het oude stempel, heeft niets met WhatsApp en andere high-tech zaken, maar werkt al tientallen jaren als een paard om iedereen te helpen en dharma te verkondigen. En is uitstekend in het vertalen tussen Engels en Maharati (en Hindi).
Op de eerste avond reisde ik drie kwartier met tuk tuk naar de locatie van het dharmapraatje, en trof hem daar in goede stemming aan. Na afloop vertrok hij snel achterop een scooter want hij moest zijn ernstig zieke vrouw nog in het ziekenhuis bezoeken, en kort erna ging ik met tuk tuk terug naar mijn verblijf. En wat zagen we op de city expressway, rijdend met 60 km/u: de scooter met achterop een man in blauwe pij met een spierwitte haardos. Onmiskenbaar Bodhisen. We passeerden hem en groetten luid hoorbaar ‘Jai bhim brother’.
Dit gaf me echt een ten-voeten-uit-gevoel: als je eenmaal door de dharma geraakt bent, dan ben je bijna ‘gedoemd’ om van hot naar her te reizen om je bodhisattva-gelofte in te lossen. Dus om je ‘morele plicht’ tot het helpen van anderen te vervullen. Net als het visioen van een ghostrider-in-the-sky. En later zal ik Bodhisen ook herinneren als iemand die bij zonsondergang achterop een scooter bestuurd door een eveneens in het blauw geklede daka geruisloos omhoog naar de Eeuwige Dharmavelden rijdt – en mogelijk zullen anderen mij ook ooit zo herinneren…
Dit alles brengt me tot die Blues Brother-inspiratie, waar twee heel aparte mythes bij elkaar komen. https://www.youtube.com/watch?v=EeD7-_E2QHw
Eerst de mythe van de idealisten, in dit geval ter bescherming van hun ‘ideale’ bluesmuziek; en idealisme roept niet alleen respect op van mensen zoals ik, maar ook soms-onwaarschijnlijk-geluk al wordt dat in films natuurlijk uitvergroot. Noem het je beschermengeltjes (de ‘dakini’ en ‘daka’ in het mahayana), noem het connecties met Tara – maar het kan er écht zijn, ik kan voldoende persoonlijke ervaringen vertellen. In dit geval helpen de weergoden onze helden te ontsnappen aan niet alleen de politie (het zal ook eens niet…) maar ook aan een scherpschutter van de maffia.
En vervolgens de mythe van de Ghostriders, een lied gebaseerd op een oud volksverhaal dat in onze landen bekend is als de Bokkenrijders. https://en.wikipedia.org/wiki/(Ghost)_Riders_in_the_Sky:_A_Cowboy_Legend Blijkbaar kon een cowboy door ‘onethisch’ gedrag na overlijden gedoemd worden om eeuwig door de wolken te jagen zittend op paarden van vuur en wind. En alleen door meer ethisch te leven kon dat worden vermeden. In deze scene worden door het spelen van hun lied de échte Ghostriders tot leven geroepen, en verandert het gesternte zodanig dat de helden ontsnappen- met echt donderslagen bij een heldere hemel. Het doet denken aan een stuk inlossen van een ereschuld aan de mensheid door de Ghosts.
En daar ligt de link met die opvallende scooterpassagier in Mumbai, waar ik me qua levensdoel geregeld aan spiegel. Wedergeboren worden als zo-boeddhistisch-mogelijk persoon is ook zoiets als je realiseren dat je een Doel in je leven hebt, een ereschuld in te lossen aan de andere levende wezens. En, mogelijkerwijs, dat je een positieve vorm wordt van de ghostrider-in-the-sky…
Afsluiting
Het zijn allen mooie voorbeelden van wat je in bredere zin kunt ervaren, en doen, als je spirituele wedergeboorte gaat ervaren. Met als gevolg dat je je kleine zelfzuchtige identiteit opgeeft om spreekwoordelijk “één der duizend armen van Avalokiteshvara te worden”, oftewel lid te worden van de Tara task force. En dat je daarmee werkt aan jouw, en andermans, transformatie van egoïsme naar altruïsme.
Nogmaals, het komt allemaal van binnenuit en is geen gehoorzamen aan een Almachtige heerser buiten onszelf; ook Boeddha is en was dat beslist niet. Tara (of Avalokiteshvara of Manjushri) is meer iets als de verpersoonlijking van ons innerlijke Gewetens-stemmetje, dat ons eraan herinnert hoeveel we aan anderen te danken hebben en dus aanspoort (heel) wat terug te doen…
siebe zegt
Ik denk dat bewust en gepland goed doen vooral voortkomt uit de tergende nood dat je eigenlijk altijd maar voelt dat je niet deugt, dat je niet mag bestaan. Dat je aan jezelf en anderen moet bewijzen dat je best wel deugt, liefde en respect waard bent. Zonder goede daden te doen kun je dat niet voelen en begint het innerlijk te knagen, voel je je rot, schuldig.
Het is alsof er altijd die kern-overtuiging zit…’ik deug gewoon niet’… en zelfs al doe je goed, dat gaat ook niet weg ook.
Het is denk ik echt zo dat goed doen hier bijna een soort bewijs- en scoringsdrang betreft. Je doet eigenlijk goed omdat je je zo ellendig voelt anders. Het is niet dat je om niet goed doet, of uit liefde voor de medemens, of wereld. Zo voel ik dat niet.
Het is meer goed doen om positieve gevoelens te scoren die de rot gevoelens even bedekken.
Het is eigenlijk, ja serieus, zintuiglijk verlangen. Het is eigenlijk verlangen naar aangename gevoelens en ervaringen.
Dit goed doen is ook heel anders dan het goed doen wat hier en nu spontaan opkomt. Gewoon iets delen. Gewoon even iemand helpen. Kleine dingetjes vaak.
Ik wou dat ik kon zeggen dat ik uit liefde voor wezens goed doe maar ik zou liegen. Mara is mijn Heer.
Ujukarin zegt
Hoi Siebe,
Dank voor de toelichting. Ik ben het zonder meer met je eens dat goed doen uit veel verschillende motivaties kan voorkomen. En de motivatie die jij noemt is beduidend minder ‘behulpzaam’ dan echte Bodhicitta, en zullen velen van ons herkennen. Ook bij mij heeft ie wel eens de overhand.
De kunst is om dus gewaar te blijven wat er speelt, ook met hulp van echte Spirituele Vriendschappen (en geen meelopers, of mensen met wie jij wil meelopen omdat rotgevoel kwijt te raken). En zodra je verkeerde motivatie ontdekt, kijken waar je kunt bijsturen en meer vanuit de Tara Task Force-gedachte kunt werken…
Met gevouwen handen,