Een klassiek sprookje zou als volgt kunnen beginnen: In een land, ver hier vandaan, lang, lang geleden woonde eens een klein jongetje. Nog voordat zijn tandjes wisselden reciteerde het al een kerntantra uit dzogchen, terwijl niemand hem die geleerd had.
Toen hij slechts zeven jaar was zei het jongetje tegen zijn moeder dat hij met boeddhistische geleerden in debat wilde gaan. Veel leraren waren verbaasd en nieuwsgierig en hoorden tot hun verbijstering aan hoe het jongetje een tantra reciteerde die ging over iets voorbij oorzaak en gevolg en de ware natuur. Sommige leraren waren ook wel verontrust, want dit week nogal af van de boeddhistische weg van geleidelijkheid, oorzaak en gevolg, geloften en de beheersing van het dagelijks leven. Het moge duidelijk zijn dat het hier niet ging over een doorsnee jongetje. Hij heette Garab Dorje en wordt beschouwd als een manifestatie van Boeddha Shakyamuni. De Boeddha heeft aanwijzingen gegeven dat er in de toekomst een leraar zou verschijnen die onderricht zou geven over de staat voorbij oorzaak en gevolg. Dit wordt dzogchen-onderricht genoemd.
Geen religie, systeem of leer
Dzogchen is geen religie, filosofie, systeem of een leer. Dzogchen is een staat van zijn. Niet zomaar een staat van zijn zoals verblijf in de leegte of een andere meditatieve ervaring, maar de perfecte staat van zijn van elk individu. De werkelijke, natuurlijke staat van zijn, die iedereen al bezit en die alleen nog maar ontdekt hoeft te worden, een staat voorbij alle concepten. ‘Wat is dat, die perfecte staat van zijn? Beschrijf het eens?’ vraagt een ieder die dit voor de eerste keer hoort. Antwoord: ‘Iets wat de normale menselijke begrippen te boven gaat. Iets wat niet valt uit te leggen met woorden. Zelfs Boeddha kon geen woorden vinden toen hij deze staat ontdekte. Het is een beetje alsof je aan iemand die het totaal niet kent uit zou moeten leggen wat de smaak van suiker is. Je kunt er dikke wetenschappelijke verhandelingen over laten lezen, of films over vertonen. Dan nog weet je niet waar het over gaat. Hooguit op een intellectuele manier, maar de essentie van suiker kent hij nog steeds niet. Eén korreltje suiker op de tong maakt hem dat ‘instant’ duidelijk. Hij proeft suiker en heeft een flits van een inzicht brengende ervaring. Degene die hem het korreltje suiker op de tong legde introduceerde de proever in de smaak van suiker. De proever twijfelt niet over die ervaring en leeft verder in de wetenschap dat de essentie van suiker – ongeacht de overige eigenschappen – de zoete smaak is en integreert die kennis in zijn leven. Het bovenstaande is een sterk vereenvoudigde weergave van wat Garab Dorje aan het eind van zijn leven kernachtig en eenvoudig samenvatte in de Drie Verklaringen:
- Directe introductie
- Niet in twijfel verblijven
- Verblijven in de staat van contemplatie
Drie series van onderricht
In relatie tot deze drie uitspraken volgde later een classificatie van het dzogchen-onderricht in drie volstrekt gelijkwaardige series: de serie van Semde, de serie van de Geest die zich richt op het basisbegrip van de staat van dzogchen. Dan de serie van Longde, de serie van de Ruimte: het overwinnen van twijfel over de staat. Tenslotte de Upadesha-serie, ook wel Mennagde genoemd. Dit is de Essentiële of Geheime serie, methodes tot het integreren van de kennis in alle aspecten van het bestaan. Integratie is een zeer belangrijk begrip in dzogchen. Het volgen van elke serie is een op zichzelf staand pad.
Drie hoofdmethodes van onderricht
Om nog even in de drie-cijfers te blijven: Er zijn in dzogchen drie hoofdmethodes van transmissie, n.l. de mondelinge, de symbolische en de directe introductie. 1. Mondeling, met behulp van symbolen en de directe transmissie. Bij de mondelinge overdracht vertelt de leraar iets over de basis, wat werkelijke kennis is en hoe we aan die kennis kunnen komen. 2. Symbolen: de leraar kan hierbij gebruik maken van symbolen, waarvan de spiegel wel een hele belangrijke is. Wat is een spiegel? In dzogchen-termen kijken we niet zozeer naar het voorwerp, maar vooral naar de aard van een spiegel. De aard van een spiegel is dat hij weergeeft wat er voor verschijnt. Even makkelijk reflecteert de spiegel een berglandschap als een speldenknop. Even makkelijk een gouden Boeddhabeeld als het kadaver van een rat. Zonder oordeel, zonder analyse, zonder afwijzen of accepteren. De symboliek is een analogie voor de waarnemende, menselijke geest. De student leert om naar verschijnselen (samsara) te kijken met een geest als de aard van een spiegel. Niet-dualistisch, zonder oordeel of analyse. Hierdoor bevrijden die verschijnselen zichzelf en geven geen karma meer. 3. Directe Introductie: bij de derde methode gaat de leraar ervan uit dat de student al kennis heeft van de mondelinge en symbolische transmissie. De student kan dan, op hetzelfde moment als de leraar, in zijn ware natuur verblijven en dan ontstaat de mogelijkheid om directe introductie te ontvangen. Een belangrijke beoefening in dit verband is de Guru Yoga, waarbij de student in dezelfde staat komt als de leraar. Guru Padmasambhava , die een leerling van Garab Dorje was en dzogchen in Tibet introduceerde, zei: “Alle verlichte wezens in deze werkelijke staat zijn van hetzelfde principe; in wijsheid zijn alle verlichte wezens hetzelfde.”
Lichaam, Spraak en Geest
Alweer het cijfer drie; volgens de dzogchenleer bestaat elk individu uit drie aspecten: lichaam, spraak en geest. Deze drie aspecten vormen onze relatieve staat van zijn, dus het fysieke bestaan in de wereld, die onderworpen is aan leven in de tijd en aan de dualistische scheiding van subject en object (ik en het of ik en de ander). Wanneer we aan onszelf denken is de eerst opkomende gedachte aan die van ons lichaam, ons fysieke bestaan en het gevoel van een ‘ik.’ Vanuit die materiële dimensie van het lichaam kunnen we de energie begrijpen, oftewel de Spraak, het tweede aspect van het individu. De trilling, de klank, oftewel de energie van de stem is subtieler dan de grovere dimensie van het lichaam en moeilijker te begrijpen. De spraak is verbonden met de ademhaling en de levensenergie van het individu. Deze energie kan bijvoorbeeld tot uiting komen in het reciteren van mantra’s. De geest is het meest subtiele en verborgen aspect van het individu. Je zou de geest kunnen zien als het ‘administratiekantoor’ van ons samsarisch bestaan. Op een subtieler niveau is de geest de zetel van ons bewustzijn. Om voorbij de beperkingen van onze dualistische staat te gaan, kunnen we beginnen met ons bewust te worden van het lichaam, de stem en de geest. Hier inzicht in verkrijgen betekent inzicht hebben in onze relatieve staat van zijn. Die relatieve staat van zijn is alles wat we doen in samsara. Overdenken, oordelen, afwijzen of accepteren; zelfs het doen van praktijk is relatief. We kunnen leren om deze staat van zijn in diens ware aard te integreren zodat we weer worden als een spiegel die alles helder reflecteert .
De Drie Paden
Vanuit dzogchenperspectief zijn er (alweer) drie paden die een persoon die verlichting zoekt kan volgen: 1. Het Pad van Opgeven of afstand doen. Om een halt toe te roepen aan de oorzaken van lijden en wedergeboorte moet de beoefenaar afzien van daden die negatief karma voortbrengen. Hierbij volgt men de sutra-onderrichtingen zoals de Boeddha deze onderwees. Dit pad wordt wel het Hinayana of Theravada genoemd. 2. Het Pad van Transformatie. Dit pad wordt gevonden in de Tantra-leer. In deze leer wordt er van niets afgezien, maar de energie wordt gebruikt om negatieve daden om te zetten in wijsheid. Ik ben me ervan bewust dat de bocht hier wel erg kort wordt afgesneden, maar een nadere uiteenzetting gaat verder dan het doel van dit artikel: iets over dzogchen en dzogchen in Nederland vertellen. 3. Het Pad van Zelfbevrijding. Hierbij valt er niets op te geven of te transformeren, maar alle daden en verschijnselen, positief of negatief bevrijden zichzelf door er geen bijzondere aandacht aan te besteden, niet anders dan door onszelf gade te slaan als met de aard van een spiegel. De Drie Paden passen bij verschillende individuen met verschillende capaciteiten. Voor alle duidelijkheid: capaciteit heeft hier niets met intelligentie of verstandelijke vermogens te maken.
Rinpoche vertegenwoordigt een traditie van meesters die teruggaat tot de tijd van Garab Dorje en Guru Padmasambhava en is een van de grootste – voor mij de grootste – dzogchenmeesters van deze tijd. Hij werd in 1938 geboren in Derghe in Oost-Tibet. In zijn vroegste jeugd ontving hij veel onderricht en initiaties van meesters uit verschillende tradities. Hij heeft daarnaast als gereïncarneerde leraar op traditionele wijze volledige opleiding ontvangen. Dit maakt rinpoche tot een geleerde op het gebied van de boeddhistische leer. In 1960 kwam hij op uitnodiging van professor Tucci naar Italië om te assisteren bij wetenschappelijk onderzoek. Hij doceerde Tibetaanse en Mongoolse taal en literatuur aan de universiteit van Napels. Eind 1976 begon hij dzogchenonderricht te geven. Eerst in Italië en later in andere landen over de hele wereld. Zijn stijl van onderricht geven kan gerust uniek genoemd worden. Veel van dit onderricht is te volgen via open Webcasts. Steeds weer benadrukt hij de ware natuur van elk individu en hoe deze te ontdekken. Voortdurend reist hij de hele wereld rond en bereikt duizenden studenten. Daarnaast heeft rinpoche vele boeken over dzogchen en methodieken geschreven en is er bijzonder veel geluids- en filmmateriaal beschikbaar.
Dzogchen Community Nederland
Behalve de International Community, verspreid over de wereld in meer dan veertig landen met duizenden deelnemers, is er ook in Nederland een Dzogchen Community.
Ter afsluiting. Na de twee goede artikelen van Robert Hartzema over dzogchen leek het mij goed om te proberen wat eenvoudige informatie over dzogchenbeoefening en in het bijzonder dzogchenbeoefening in Nederlandte verstrekken. Dit gebaseerd op het onderricht van de grote dzogchenmeester Namkhai Norbu Rinpoche. Natuurlijk heb ik ook geprobeerd om in bescheiden mate iets inhoudelijks over dzogchen in het algemeen te vertellen. Een artikel is hiertoe niet werkelijk toereikend. Misschien dat de lezer toch voldoende aanknopingspunten vindt of is er in voldoende mate belangstelling gewekt om zich verder te informeren.
Er zijn twee centra in Nederland waar het onderricht van Namkhai Norbu Rinpoche gevolgd wordt: In Amsterdam en in Groningen. Amsterdam heeft sinds zes oktober 2014 de status van ‘Ling,’ dit betekent zoveel als ‘plaats.’ De volledige naam is Rangdrolling, het centrum van natuurlijke bevrijding of zelfbevrijding. In Groningen is een kleine sangha waar elke veertien dagen collectieve beoefening is.
Dzogchen Community Nederland Postbus 11119, 1001GC Amsterdam
Dzogchen Onderricht. Het pad van spontane bevrijding
Het boek Namkhai Norbu
Asoka,
ISBN 9789056702243
Een uitstekende vertaling van Pieter Kiewiet de Jonge. Het is de weergave van onderrichtingen zoals rinpoche ze altijd geeft; helder en toegankelijk. Al lezende was het mij soms te moede alsof ik rinpoche zelf hoorde spreken en Kiewiet de Jonge is er in geslaagd om in deze vertaling de spreekstijl van rinpoche te handhaven.
Joost zegt
Beetje verwarring aan mijn kant. Wie werd er in 1938 geboren in Derghe, Oost Tibet.??