Voor we het kunnen hebben over onze ideeën waar bewustzijn vandaan komt, moeten we een werkbare definitie hebben van wat we onder bewustzijn verstaan. Wij willen hier onder bewustzijn verstaan alles dat je als persoon ervaart en waar je ook van gewaar bent dat je het ervaart. Het gaat dus om ervaring die we bewust ervaren. Daarnaast ervaren we ook van alles zonder ons hiervan bewust te zijn. Een mens is onderhevig aan allerlei niveaus van informatie, zowel vanuit onze binnenwereld als vanuit onze buitenwereld. Het overgrote deel van deze informatie ervaren we wel, maar niet bewust.
We kunnen onze wil, gedachtes, emoties en lichamelijk sensaties waarnemen. We noemen dat onze binnenwereld. Voor de buitenwereld hebben we onze zintuigen. Ons bewustzijn is eigenlijk een soort intermediair tussen onze binnen- en buitenwereld. Een groot gedeelte van alle informatie die ons bereikt gaat buiten ons bewustzijn om.
Andere informatie waar we mee te maken hebben is wat A. Schopenhauer “der Wille” (De Wil) noemt en F.W.J. Schelling “die Weltseele”. In het boeddhisme spreekt men van “openheid vol potentie”. Ook de term “wordingsdrang” wordt gebruikt. Bedoeld wordt iets als een stroom energie die door de kosmos stroomt, waar alles uit voortkomt en waarmee alles doordrenkt is.
Als analogie wordt wel een stromende rivier gebruikt. De rivier is niets anders dan stromend water, totdat het een oneffenheid oftewel een weerstand ontmoet, iets dat anders is dat de rivier zelf is. Hierdoor ontstaat een draaikolk. Deze draaikolk is dus voortgekomen uit de rivier, bestaat uit water van de rivier en zal op een gegeven moment weer verder gaan als rivier.
Onder Weltseele verstaan wij een soort intelligentie of informatie die alles beïnvloedt en doordrenkt. Van deze informatie zijn we ons over het algemeen niet bewust. Het is mogelijk dat bij drugsgebruik of een ‘nabij de dood ervaringen’ deze informatie bewust kan worden. Vermoedelijk omdat het bouwwerk van de representaties en modellen van de linkerhersenhelft (L.H.) al of niet deels als een kaartenhuis zijn ingestort en daardoor weinig negatief meer kan interfereren op de ervaringen van de rechterhersenhelft (R.H.) In onze moderne wereld is de L.H. dominant geworden, waardoor we ons weinig meer identificeren met de rechtstreekse ervaringen van de R.H. Door het drugsgebruik of de “nabij de dood situatie” kan er weer een groter bewustzijn ontstaan van de kenbare informatie in de R.H. Het is mogelijk dat in het dagelijks leven in de moderne samenleving de informatieverwerking van de L.H. zo afleidend en dominant kan zijn dat informatie vanuit de “Weltseele” niet bewust ervaren kan worden door ons.
Die Weltseele laat zich misschien begrijpen als openheid vol potentie, een complementaire verhouding van enerzijds velden van informatieve sturing en anderzijds de aanwezigheid van een sfeer van mogelijkheden oftewel potentie. We noemen het complementair, omdat deze beide invloeden essentieel zijn voor creatie, waardoor potentie zich manifesteert als iets dat we ervaren. Daarbij is creatie dan niet volstrekt willekeurig en tevens ook niet volledig gedetermineerd.
Met de R.H. kunnen we iets rechtstreeks, zonder model of concept, ervaren en bewust worden. Woorden zijn niet toereikend om deze ervaringen te beschrijven. De LH heeft geen rechtstreekse ervaring en gebruikt woorden. Daarmee deel je in, categoriseer je, vergelijk je. De R.H. ervaart een woordeloos bewust-zijn. De R.H. kan zich meer uitdrukken in beelden en metaforen van wat het ervaart in relatie met de wereld. Met behulp van de L.H. kunnen we ervaringen woorden geven ter beschrijving, terwijl hetgeen omschreven wordt met woorden nooit echt kan samenvallen met wat ervaren wordt. We kunnen bijvoorbeeld vanuit onze R.H. een verbondenheid ervaren met de wereld waarin we leven. Het woord verbondenheid is aan aanduiding van wat we ervaren, terwijl wat we ervaren eigenlijk niet te vangen is in woorden.
We zijn gewoon om over bewust-zijn te praten alsof het een statisch ding is. Maar dat bedoelen we niet, we zien bewust-zijn als een proces. We kunnen het daarom beter hebben over bewust-worden. Daarmee drukken we uit dat we bewust-zijn zien als iets dat ontstaat.
Hoe ontstaat het bewust worden volgens ons?
Alle informatie waar we mee in aanraking komen, afkomstig van zowel onze binnen-als buitenwereld, inclusief informatie van de Weltseele, kan in ons op weerstand stuiten. De informatie die tot ons komt, is in eerste instantie nog niet kenbaar. Het wordt pas kenbaar als het in aanraking komt met materie. In ons geval de materie van onze receptoren en onze hersenen. Dat noemen we “weerstand”. Als de genoemde informatie en de receptoren/ hersenen elkaar ontmoeten geeft dat een weerstand. In de weerstand ontstaat er een amplitude (een verandering in het veld). Je kan het je voorstellen als een “verdikking”, zoals de draaikolk in de rivier. De verdikking herbergt kenbare informatie in zich.
In die ontmoeting van trilling/informatie en materie/zintuig/hersenen/natuur (of anders gezegd: golf en materie) ontstaat een oplichting van nu kenbare informatie. Die kenbare informatie ontstaat enkel in het moment van de ontmoeting. Een voorbeeld van ons zintuig de ogen (receptoren). Als de receptoren in onze ogen (materie) in aanraking komen met fotonen/licht/trilling ontstaat er informatie. Als wij onze aandacht gericht hebben op deze nu kenbare informatie worden we ons bewust van deze informatie. Bewust worden is daarmee een voortvloeisel van een samenspel van aandacht en de kenbare informatie. Voor bewust worden is informatie alleen niet voldoende. Bewust worden ontstaat als we onze aandacht daarop richten. De aandacht richten doen we met onze hersenen.
De rol van de hersenen is bij deze verklaring van bewustzijn duidelijk anders dan we in de westerse wereld over het algemeen denken. Het is niet zo dat de hersenen bewust-worden creëren, maar de hersenen laten bewust-worden toe. In onze gedachtegang spelen de hersenen de rol van poortwachter, die besluit welke informatie toegelaten wordt en waar aandacht aan besteed wordt. Daardoor kan bewustzijn ontstaan. De voorwaarden daarvoor zijn altijd aanwezig, maar de hersenen, met name de L.H. kan de informatie overrulen en versperren.
De R.H. is in verbinding met de wereld en kan een ervaringsbewust-worden geven in tegenstelling tot de L.H. die een conceptueel bewust-worden kan geven. De L.H. en de R.H. staan met elkaar in verbinding. In deze verbinding kan informatie van beide hemisferen elkaar ontmoeten. In deze ontmoeting ontstaat weer kenbare informatie waar door de L.H. woorden aan gegeven kan worden. Als aandacht gericht wordt op deze ontmoeting van informatie kan er een conceptueel bewust-worden zich vormen.
Een conceptueel bewust-worden gaat over modellen, visies hoe we onszelf en onze wereld kunnen begrijpen. Het gaat dan over hoe we de verhoudingen tussen de verschillende fenomenen geloven te begrijpen. Het begrijpen vanuit een conceptueel bewustzijn kan niet gaan over het begrijpen van de essentie van het zijn, omdat de essentie van het zijn niet in woorden en modellen te vangen is. Ook al kunnen we daar van alles over fantaseren, zoals wij dat hier ook doen.
Bij een conceptueel bewustzijn is er bij ons het gevaar dat we daar waarheid aan gaan toekennen, terwijl dat wat waar is enkel is toe te kennen aan wat we met onze rechterhemisfeer waarnemen als ervaring. Voorbeelden genoeg tegenwoordig in de westerse wereld die laten zien wat er gebeurt als het model van de L.H. tot waarheid verheven wordt. Denk aan het toeslagenschandaal. Op basis van een model worden mensen hun huis uitgezet en kinderen elders geplaatst, zonder enige empathie. Ook nadat er feedback kwam vanuit de samenleving dat het beleid vreselijke gevolgen had, ging de belastingdienst ongestoord verder, overtuigd van het eigen gelijk. Vanuit hun geloof de waarheid te pakken te hebben werden ze extremist. Kijk om je heen en je ziet hoe de wereld eruit ziet als de L.H. zich niet meer als assistent opstelt, maar de leiding neemt.
robq zegt
Dank u heren. Eindelijk ook eens een knap artikel dat wijst naar de wetenschappelijke binnenkant van het geestelijk gebeuren. De Dhamma lijkt soms wel als een oefening om de rechterhelft van ons brein trainen. Maar dat mag vaak niet gezegd worden want de ‘enige’ zogezegde goede bronnen zijn de Pali Canon, een hoop sutta’s en allerlei meesters en guru’s. Mijn bodymind heeft reeds kort op mijn weg, die eigenlijk een veld van mogelijkheden is, wetenschap en filosofie erbij betrokken. Dit gaf een duidelijker en sneller inzicht in mijn geval. Dit is niet voor iedereen misschien maar sommige Dhamma beoefenaars zouden veel baat hebben om ook in die hoek wat te onderzoeken. Hopelijk is uw duidelijke uitleg een aanzet hiervoor. 🙏❤️