Pacifisten aller landen, verenigt u! ‘Pour la Paix’, scandeerden de demonstranten voor de vrede onlangs in Parijs. En in Londen voegde Jeremy Corbyn, de voormalige leider van Labour in het Britse Lagerhuis, zich in het gelid. Politici praten te veel over wapens voor Oekraïne en te weinig over vrede, verklaarde hij.
Worden zij op hun wenken bediend? Er treedt een voorzichtige kanteling op in het politieke discours en de publieke opinie. Een jaar lang overheerste de strijdvaardige taal over de agressieoorlog van Rusland tegen zijn soevereine buurstaat. Waarnemers verkneukelden zich over de mislukte poging om de regering in Kiev uit te schakelen en de haperende commandovoering van de Russische troepen. Ondanks de pijn die burgers in het Westen in hun portemonnee voelden door de hoge energieprijzen, leek er onder politici, deskundigen en journalisten sprake van een collectieve zelfcensuur. De oostflank moest worden versterkt. In Oekraïne zelf zou en moest de agressor verslagen worden, tegen iedere prijs.
Maar nu komt boontje om zijn loontje. Taigu wil niet meedoen aan de desinformatie van het Kremlin en zijn bondgenoten, integendeel. Een zeker nuchter realiteitsbesef is echter op zijn plaats. Oekraïne heeft het Westen gevraagd om drie- tot vierhonderd tanks om te helpen het Russische leger te verdrijven uit het oosten van het land en uit het zuiden, inclusief de Krim. De westerse machten hebben hierop twee tankbataljons toegezegd, waarvoor bij elkaar wel ongeveer zestig (!) tanks benodigd zijn.
Deze te vinden, blijkt echter een grote uitdaging. Sinds de val van de Sovjetunie in 1991 heeft het Westen niet meer geloofd dat er op Europees grondgebied ooit nog een landoorlog zou uitbreken zoals de Russische regering een jaar geleden heeft aangevangen. Er zijn wel tanks onder de Europese verdragspartners, maar een deel ervan is niet inzetbaar door toedoen van jarenlange bezuinigingen, bijvoorbeeld door mankerend onderhoud of een gebrek aan onderdelen en munitie. Wat ze aan parate tanks hebben, dat willen de Europese regeringen liever zelf achter de hand houden. Tanks voor Oekraïne worden hierdoor tot dusver makkelijker beloofd dan beschikbaar gesteld.
Taigu is geen pacifist, nooit geweest ook, hoezeer dit in zekere zin ook wringt met zijn zenbeoefening. Hij is evenmin tégen pacifisten; ieder zijn meug, vrijheid, blijheid. In wat achteraf de nadagen van de Koude Oorlog bleken te zijn, gaf Taigu als luchtmachtofficier onderricht aan cadetten over een breed palet aan onderwerpen, van veiligheid tot mensenrechten, van de geschiedenis van de internationale betrekkingen tot nucleaire, bacteriologische en chemische oorlogvoering, en nog het een en ander aan meer of minder vrolijk makende issues. Het IJzeren Gordijn stond er nog net, maar Gorbatsjov was inmiddels secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjetunie en beleed glasnost en perestrojka. Het was voor iedereen een verwarrende tijd die pas naderhand kon worden geduid.
Ongeacht wat teksten over de Tao of boeddhistische sutra’s beweren, papier is geduldig. Vrijwel iedereen is tegen oorlog, totdat de pleuris uitbreekt. Niets heeft boeddhisten er ooit van weerhouden de wapens op te nemen, tegen anderen of tegen elkaar. Nood breekt wet, of beter misschien: nood breekt dharma. Behalve de vrede van de wijsheid voorbij alle wijsheid, bestaat er ook de vrede van de wijsheid vôôr de hemelse vrede, zoals Taigu op deze plaats eerder betoogd heeft. Sheng-yen, als beginnend zenmonnik ternauwernood aan de opmars van de Rode legers op het Chinese vasteland ontsnapt, mocht na zijn oversteek naar Taiwan onmiddellijk dienen in de krijgsmacht van de Kuomintang. Eruit komen bleek voor hem moeilijker dan erin.
Wie ook niet van pacifisme en/of desinformatie kan worden beticht, is Petr Pavel, die volgende week als de nieuw gekozen president van Tsjechië wordt geïnstalleerd. Pavel werd militair in communistisch Tsjechoslowakije en schopte het na de val van het IJzeren Gordijn tot opperbevelhebber van de strijdkrachten van zijn land en vervolgens tot de hoogste ambtelijke functie in de NAVO, die van chef van het militaire comité en de voornaamste militair adviseur van de secretaris-generaal. Tijdens de jaarlijkse conferentie over internationale veiligheid, onlangs in München, deed Pavel een aantal voorzichtige, maar opmerkelijke uitspraken. Hij uitte twijfels of het Oekraïne zou lukken om de Russische troepen in hun geheel te verdrijven, gezien de tol aan slachtoffers die dit aan Oekraïense zijde zou vergen. Met zoveel woorden stelde hij de vraag aan de orde, wanneer is genoeg genoeg? Officieel heet het dat een besluit over onderhandelingen met Rusland aan Oekraïne toekomt, maar de druk van Europese regeringen neemt toe.
Politici en publiek in het Westen zouden een vorm van collectieve shocktherapie krijgen toegediend, wanneer Rusland weg zou komen met zijn agressie tegen Oekraïne. Ook al zou de uitkomst niet de eerste voorkeur van Moskou zijn geweest, president Vladimir Poetin zal iedere gebiedswinst presenteren als een overwinning. De uitkomst kan een wapenstilstand zijn, de gebiedswinst kan betwist worden door Oekraïne, het Westen kan Poetin en zijn generaals als oorlogsmisdadigers beschouwen, het zal de Russische president niet deren. Als een sluwe vos heeft hij het Westen jarenlang op het verkeerde been gezet en een uitbraak geforceerd.
Als de patstelling standhoudt, dan wint Rusland. Dat is een teken voor China, Iran en andere autocratische landen, dat de verhoudingen in de wereld zich in een scharniermoment bevinden. De invloed van de westerse wereld is tanende! Als Rusland met zijn bondgenoten, met Chinees kapitaal, de wederopbouw van de bezette zuidelijke strook van Marioepol tot Cherson ter hand neemt, dan verandert de regionale politiek, van Georgië tot Azerbedzjan, van Turkije tot Israël en het hele Midden-Oosten, tot en met Egypte en Djibouti (waar de Chinese marine nu een vlootbasis heeft).
Oekraïne is voor zijn export en dus zijn welvaart dan afhankelijk van de corrupte stromannen die met de wederopbouw van de zuidelijke strook zullen meekomen. Reken er maar op dat China uit is op de grondstoffen van het land en op havens die een felbegeerde toegang tot de Middellandse Zee bieden, via de Bosporus. Oekraïne is dan de facto een ‘failed state’ geworden.
De democratische landen die nu op de wip zitten, in Azië, Afrika en Zuid-Amerika, zullen handelen al naar gelang de wind waait. In Europa zullen wij anders aankijken tegen de retoriek en het handelen van een hele generatie politieke leiders, achtereenvolgende Amerikaanse presidenten inbegrepen. En tegen pacifisten van welke snit dan ook. Als de psychologische schok indaalt dat het Europese NAVO-gebied te land, ter zee, in de lucht en in de cyberspace tegenover een hele reeks nieuwe dreigingen staat, dan zullen er moeilijke vragen ter tafel komen. Hoe heeft het zo ver kunnen komen en wat moeten we doen om onszelf te beveiligen?
Dit is wat in het geding is. Er zijn twee kampen, enerzijds de mensen die de bui zien hangen en alles willen doen om Oekraïne te redden, op het gevaar af van een nucleaire escalatie op het Europese continent. Anderzijds zijn er denkers, die doelen en mogelijkheden tegen elkaar afwegen. De keuze tussen beide scenario’s is een duivels dilemma. De kans bestaat dat de wereld die wij dachten te kennen, in een onverwachte wending achter de horizon verdwijnt. Niet alles is op slag verloren, maar de invloed van autocratische landen op onze vrijheid wordt dan groter. Dit is wat bedoeld wordt, wanneer men zegt dat het lot van Oekraïne de toekomst van de westerse democratie in de waagschaal stelt. Misschien gebeurt er nog een wonder tijdens de verwachte intensivering van de strijd dit jaar, maar het is verstandig, zij het misschien ook pijnlijk, om vooruit te blikken naar wat ons te wachten kan staan in een nieuwe geopolitieke werkelijkheid.