• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Veertiende jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Jana Verboom
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Boekbespreking » Boeken – Niet de moffen maar de mensen

Boeken – Niet de moffen maar de mensen

22 april 2021 door de redactie

De zoon van een NSB’er komt er in de loop van zijn leven achter dat hij misschien nog wel fouter is dan zijn vader. Hij realiseert zich dat hij niet als zodanig de geschiedenis in zal gaan dankzij het feit dat hij in een andere tijd leeft. Toeval dus.

Mensen wijzen naar elkaar en naar het verleden – leert hij – het zou waarschijnlijk beter zijn als ze beseffen dat het daar uiteindelijk niet veel mee te maken heeft. Het waren niet de moffen, het zijn de mensen.

Auteur Haye van der Heyden is zelf zoon van een NSB’er. Hij werd 12 jaar na de Tweede Wereldoorlog geboren en groeide op zonder vader. Haye werd als kind vaak met de nek aangekeken vanwege zijn vader, die fout was in de oorlog. Daardoor voelde hij zich als vanzelfsprekend minder waard dan andere mensen.

Haye ontmoette zijn verwekker pas op 28 jarige leeftijd. Tot zijn schrik kon hij het goed met hem vinden. Voor het boek Niet de Moffen maar de Mensen dook hij in de archieven en voerde gesprekken met zijn vader. Om erachter te komen wie de man is wiens verleden zijn leven zo beheerst.

Om lezen toegankelijk te maken voor een groot publiek startte comedyschrijver Haye van der Heyden dit jaar de eerste uitgeverij ter wereld die boeken uitgeeft met de dramaturgische strakte en leestijd van een speelfilm. Ze lezen alsof je naar een spannende, romantische of komische film kijkt. Hij is bekend van Nederlandse tv-series zoals Familie Kruys, Kinderen geen Bezwaar en In de Vlaamsche pot.

Titel: Niet de moffen maar de mensen
Auteur: Haye van der Heyden
ISBN: 978-90-8305-580-0
Productvorm: e-boek
Uitgever: Uitgeverij Vogelvrij

De Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland (afgekort: NSB) was een Nederlandse politieke partij die van 1931 tot 1945 heeft bestaan. De NSB huldigde de ideologie van het nationaalsocialisme, presenteerde zich vanuit een antidemocratische gezindheid zelf niet als partij maar als een beweging en fungeerde ten tijde van de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog als collaboratiepartij.

De NSB was antiparlementair en autoritair en zij hechtte veel waarde aan een sterke leider. Vanaf de oprichting presenteerde de partij zich als beweging, ter onderscheiding van de gevestigde partijen in het democratisch bestel. Pas later zou de partij, onder invloed van de ontwikkelingen in nazi-Duitsland onder leiding van Adolf Hitler, steeds verder radicaliseren. Daarbij werden eveneens steeds frequenter antisemitische standpunten ingenomen. Het door de leider van de partij Anton Mussert geschreven Program was grotendeels een vertaling van dat van Hitlers NSDAP, maar rassenleer en antisemitisme ontbraken er vooralsnog in.

Na een jaar van zorgvuldige voorbereiding in kleine kring trad de NSB op 7 januari 1933 voor het eerst in de openbaarheid met een door 600 aanhangers bezochte ‘Landdag’ in Utrecht. Toen werd ook het partijweekblad Volk en Vaderland (met als hoofdredacteur de schrijver en uitgever George Kettmann) geïntroduceerd. Ook werd op de Utrechtse Mariaplaats voor het eerst gemarcheerd door de eerste formaties van de zwart-geüniformeerde Weerbaarheidsafdeling (WA).

Een snelle groei nam zijn aanvang: van circa 1000 leden in januari 1933 naar 21.000 op 1 januari 1934, 33.000 op 1 januari 1935 en 52.000 op 1 januari 1936. Er werden ook enige duizenden leden ingeschreven in Nederlands-Indië (deze voor het merendeel vermogende leden vormden de belangrijkste groep financiers van de NSB).[1]

Bij de Statenverkiezingen van 16 april 1935 boekte de NSB een sensationeel succes: 7,94% van de stemmen.

De NSB had vooral aanhangers onder de middenklasse: middenstanders, ambtenaren en kleine boeren. De NSB was vooral sterk in de regio’s Drenthe (met name Assen), Utrecht, Noord-Holland (met name Amsterdam, Bloemendaal, Zandvoort, Marken en Texel), de Achterhoek (met name Winterswijk en omgeving, Borculo en Ruurlo), ‘s-Gravenhage en niet-bevindelijk gereformeerde delen van de Veluwe (met name Rozendaal), zowel vanwege de geringe kerkelijke binding daar alsook vanwege het succes van Landbouw en Maatschappij in die gebieden.

Nieuwe NSB-kiezers waren vooral voormalige aanhangers van de Liberale Staatspartij (LSP) alsook voormalig SDAP-electoraat. De eigenlijke partijfunctionarissen kwamen daarentegen uit alle lagen, politieke en confessionele groepen in de Nederlandse bevolking.

Landelijk gezien was de aanhang van de NSB (percentage stemmen tijdens verkiezingen van 1935 en 1939) groter in verstedelijkte gebieden, in gemeenten met meer welgestelden, in gemeenten met meer werklozen, en ook in gemeenten met relatief meer joden; de aanhang van de NSB bleef klein in gemeenten waar de ‘politieke’ verzuiling sterk was, afgemeten aan de steun voor de vier grote partijen die elk een zuil vertegenwoordigden De alledaagse verzuildheid, afgemeten aan de mate waarin men binnen eigen religieuze kring trouwde, vormde voor katholieken en gereformeerden niet een drempel die hen weerhield om te stemmen op de NSB. Waarschuwingen van de gereformeerde kerk lijken een remmend effect te hebben gehad op de groei van de NSB in gemeenten met meer gereformeerde inwoners.

Joodse leden

Aan het begin van het bestaan van de NSB konden Joden lid worden. Het aantal Joodse leden van de beweging is altijd marginaal geweest. In 1933 werd het aantal Joodse leden geschat op enkele tientallen, en in 1935 schatte Van Geelkerken het aantal Joodse leden op ongeveer 150. In oktober 1938 werd alle Joodse aanwezigheid en activiteiten in de NSB verboden. Op het hoogtepunt van de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog genoten in Doetinchem enkele Joodse voormalige NSB’ers – tijdelijk – een voorkeursbehandeling gedurende hun internering.

Vanaf eind 1935 begon de NSB-aanhang evenwel terug te lopen in de meeste gebieden. Het ledental was op 1 januari 1937 gedaald tot 48.000, daarna ging die daling in versneld tempo door (32.000 op 1 januari 1940). De Tweede Kamerverkiezingen van mei 1937 werden een echec: 4,22% van de stemmen, dus bijna een halvering ten opzichte van 1935. Bij de Statenverkiezingen van april 1939 daalde de NSB-aanhang verder tot 3,89%.

Die teruggang kwam doordat de tegenstand van de zijde van de democratische partijen, van de vakbeweging en de kerken veel sterker werd toen het fascisme een ernstig te nemen gevaar bleek. Kritische intellectuelen verenigden zich in het Comité van Waakzaamheid dat bezorgd de ontwikkelingen in Nazi-Duitsland volgde en het Nederlands publiek waarschuwde voor de partij. De Nederlandse regering nam maatregelen: eind 1933 was het NSB-lidmaatschap voor ambtenaren verboden en eind 1935 nam de regering-Colijn het initiatief tot een verbod van particuliere weerkorpsen (zie ook Uniformverbod). Dit werd geregeld in de Wet op de weerkorpsen. De NSB-leiding hief naar aanleiding hiervan de WA eigener beweging op.

Hoofdoorzaak van de teruggang was echter de radicalisering die de beweging vanaf 1935 doormaakte en die vele sympathisanten van haar vervreemdde. Op ideologisch gebied werden de staatsabsolutistische denkbeelden van hegeliaanse filosofen (B. Wigersma, S.A. van Lunteren e.a.), die in de eerste jaren in de NSB de toon aangaven, vanaf 1935 verdrongen door de ‘volkse’ theorieën van ‘bloed en bodem’. In zijn brochure De bronnen van het Nederlandsche nationaalsocialisme (herfst 1937) aanvaardde Mussert het racistische antisemitisme (in de dagelijkse propaganda van de NSB had een anti-Joodse mentaliteit reeds tevoren een onderhuidse rol gespeeld). Tijdens de Tweede Wereldoorlog steeg het aantal leden tot ongeveer 100.000. De nieuwe leden – van wie velen in mei 1940 toetraden – werden door de oudgedienden van de partij vaak smalend als ‘meikevers’ betiteld.

Nog duidelijker voor het grote publiek was de radicalisering ten aanzien van de buitenlandse politiek. In oktober 1935 verklaarde Mussert zich solidair met Italië, dat zojuist Ethiopië was binnengevallen, en sedertdien steunde de NSB de agressieve politiek van Hitler-Duitsland en Mussolini’s Italië. Naarmate deze opstelling de NSB meer isoleerde, werd ook haar binnenlands-politieke optreden steeds tomelozer en vulgairder en haar tactiek steeds minder burgerlijk en ‘legaal’.

Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, bepleitte de NSB voor Nederland strikte neutraliteit. Haar sympathie stond geheel aan de Duitse kant: zij verwachtte als resultaat van de oorlog een ‘nieuw Europa’ op nationaalsocialistische grondslag onder Duitse hegemonie. Nederland zou daarin nog slechts een plaats kunnen vinden als het Mussert en de NSB aan de macht bracht. Tijdens de meidagen van 1940 werden ongeveer 10.000 NSB’ers gevangengezet. Hun bevrijding door de Duitsers versterkte hun neiging om met de bezetters samen te werken. Op de ‘hagespraak’ van 22 juni 1940 te Lunteren schaarde Mussert zich volledig aan de Duitse kant: voor hem en zijn aanhang was de oorlog met Duitsland afgelopen en had het Oranjehuis de troon verspeeld. Een jaar na de Duitse inval (1941) in Nederland werden alle politieke partijen behalve de NSB verboden.

De feitelijke rol van de NSB tijdens de bezetting was slechts die van hulptroep van de Duitsers. Vele NSB’ers aanvaardden gretig lagere en middelhoge bestuursfuncties (burgemeester, commissaris, secretaris-generaal, enz.). Duizenden van hen namen dienst bij de Waffen-SS, vooral aan het oostfront. Vanaf de zomer van 1943 waren veel mannelijke leden georganiseerd in de Landwacht, een paramilitaire zelfverdedigingsorganisatie, die de bezetters hielp de bevolking te ‘beheersen’, wat zich uitte in terreuracties tegen burgers.

Jodenjagers

Van de zogenaamde Colonne Henneicke, een groep ‘Jodenjagers’ in Amsterdam die zich bezighield met het opsporen van Joden, was meer dan 80 procent lid van de NSB. Hoewel de NSB als organisatie niet heel nadrukkelijk werd ingezet door de Duitsers bij het uitvoeren van het deportatiebeleid, bevonden zich onder de leden van de NSB fanatieke antisemieten die zich bereid toonden hand-en-spandiensten te verrichten bij het oppakken van ondergedoken Joden.

Na de bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland werd de NSB verboden en werden veel van haar leden wegens hulpverlening aan de vijand berecht. Mussert zelf werd ter dood veroordeeld en gefusilleerd, Van Geelkerken kreeg een levenslange gevangenisstraf opgelegd. Meinoud Rost van Tonningen kwam op 6 juni 1945 in de gevangenis van Scheveningen onder verdachte omstandigheden om het leven.

Zodra een deel van Nederland bevrijd was, werden NSB’ers en anderen, verdacht van ‘hulpverlening aan de vijand’, gearresteerd door het Militair Gezag, de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en door onofficieel opererende groepjes burgers. Daarbij waren plundering van woonhuizen en diefstal van persoonlijke bezittingen van NSB’ers en met hen gelieerde burgers geen zeldzaamheid. De gearresteerden werden soms verbaal aangevallen en lichamelijk mishandeld. Honderden vrouwen werden kaalgeschoren vanwege hun omgang met Duitsers. Na de volledige bevrijding ondernam de regering geen maatregelen tegen plunderaars en personen die de arrestanten mishandelden. Hoewel zij dit niet hardop zei, was men overduidelijk van mening dat de overgelopen personen hun behandeling over zichzelf hadden uitgeroepen. Tegen de burgers die de mishandelingen en plunderingen pleegden, werd nauwelijks door de Nederlandse overheid actie ondernomen.

Aangekomen in de vaak geïmproviseerde internerings- en bewakingskampen (scholen, fabrieken, loodsen, forten en kazernes) of in voormalige Duitse concentratiekampen (Vught, Amersfoort en Westerbork) verdwenen dikwijls fouilleringsgoederen (horloges, trouwringen, vulpennen, sieraden). Er konden in de eerste maanden van internering onder meer lichte tot zeer zware mishandeling, moord, doodslag,  onthouding van medische zorg en voedsel en ook verkrachting op ruime schaal plaatsvinden.

Door dwangarbeid in onder andere kamp Hooghalen raakten vele gevangenen uitgeput en stierven de hongerdood. De prominente NSB-politicus en jurist mr. dr. Wilhelmus de Rijke werd in een strafkamp in de Noordoostpolder in de zomer van 1945 dusdanig mishandeld door een bewaker, dat zijn been geamputeerd moest worden. In het politieke gevangenenkamp Westerbork nabij Hooghalen stierven voornamelijk in de herfst van 1945 talloze geïnterneerde zieken, kinderen en bejaarden door systematische ondervoeding en de onhygiënische omstandigheden. In het bewaringskamp Harskamp werden in de laatste maanden van 1945 en in begin 1946 door de bewakers – willekeurig – talloze militaire collaborateurs, Duitse Wehrmachtssoldaten, Nederlandse krijgsgevangengemaakte Waffen-SS’ers, Landwacht- en tevens NSB-gevangenen door nachtelijk geweervuur in hun slaap vermoord.

Tussen 24 april 1945 en 1 december 1948 bleef het voormalige doorgangskamp Westerbork als straf- en bewaringskamp voor NSB’ers, oud-Waffen-SS-vrijwilligers en andere politieke delinquenten in gebruik. Tot 1946 werden daarbij naast BS-verzetslieden ook de in Westerbork tot de bevrijding achtergebleven Joodse voormalige gevangenen ingezet. De latere PvdA-politicus en joodse oud-gevangene Ed van Thijn verklaarde over deze tijd dat hij als tienjarige bij bewaking van verhongerende politieke gevangenen meegeholpen had:

‘Ik moest met de NSB’ers het bos in, hout sprokkelen. Deze mensen bewogen zich voort als schimmen, in ieder geval in mijn herinnering, en smeekten me om eten. Daar ging ik niet op in. Ik had dan wel een stok, maar ze hadden me makkelijk kunnen overmeesteren. Ze hebben het niet gedaan. Ik denk dat ik ze de baas kon. Ze waren zó verzwakt. Ze hadden alleen maar primaire levensbehoeften, uitgeteerd van de honger. Het was een absurde situatie.’

Eind september 2012 werden de overblijfselen van om het leven gekomen geïnterneerde NSB’ers en SS’ers gevonden in een ‘vergeten’ massagraf in een bos nabij het toenmalige politieke gevangenenkamp Westerbork.

De overheid maakte begin 1946 een einde aan de misstanden, maar er was toen al veel kwaad geschied dat haar door geestelijken en door enkele schaarse persberichten was gemeld. In Kamp Erica bij Ommen kwamen van 1945 tot de zomer van 1946 honderden politieke delinquenten, onder wie NSB-kinderen, om het leven door onbehandelde tyfus.

Slechts een zeer klein deel van degenen die zich misdroegen tegen NSB’ers werd wegens strafbare feiten vervolgd en gestraft. In totaal werden rond de 150.000 mensen geïnterneerd en werden ruim 450.000 collaboratiedossiers aangelegd tijdens deze bijzondere rechtspleging.

Een kleine minderheid van voormalige, voornamelijk kerkelijk betrokken, verzetslieden namen in enkele gevallen zelfs de verdediging van de eigendomsrechten van familieleden van NSB’ers op zich en beriepen zich op barmhartigheid. Zo verdedigde dominee Leendert Overduin (predikant der Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband), de verzetsman van het onderduiksysteem voor vele honderden Enschedese joden, na de bevrijding de Duits-Nederlandse NSB-weduwe Anne Christine Lasonder-Bauer bij de Nederlandse justitie en in de pers tot 1969. De misstanden en martelingen van NSB-leden en hun gezinsleden in het politieke detentiekamp Vught werden door de jezuïet Jan van Kilsdonk, en later door de bisschoppenconferentie, bekritiseerd. Pas na jaren werden de donkere kanten van de repressie in bredere kring belicht.

Bron Wikimedia.

Categorie: Boekbespreking, Geluk, Gezondheid, Krijgsmacht, Mensenrechten, Politiek, Rechtspraak Tags: Adolf Hitler, antisemitisme, Anton Mussert, arrestaties, collaboratiepartij, Duitse bezetting, Haye van der Heyden, Joden, kampen, NSB, NSDAP, rassenleer, repressie, Tweede Wereldoorlog, verkrachting

Lees ook:

  1. De rafelkant van onze democratische rechtsstaat – Deel 3
  2. Kwart Nederlanders twijfelt aan cijfers over de Holocaust
  3. Bitter Winter – ‘Ook vrouwen stelselmatig verkracht in Tibetaanse heropvoedingskampen’
  4. Jasper Schaaf – Rechtvaardig? Geef de Palestijnen hun grond terug

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

de redactie

 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 10 februari 2025
    Zen Spirit studiegroep 'Het verborgen licht'-vanaf 10 februari 2025
  • 2 mei 2025
    Phowa Studieweek
  • 9 mei 2025
    Seminar Tenzin Wangyal Rinpoche
  • 12 mei 2025
    Maandagochtend meditatie in Amsterdam-West
  • 13 mei 2025
    Verdiepingsbijeenkomst Hand in hand met de Boeddha
  • 13 mei 2025
    Dinsdagavond op even weken samen mediteren in Almere Buiten
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    Weet jij wat een anker is? Test jezelf!

    Hans van Dam - 2 mei 2025

    Deel 3 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystieke roos.

    ‘Het leven zelf is zazen’

    Wim Schrever - 28 april 2025

    De grote tragedie hier in het Westen is dat we onze eigen spirituele traditie zo snel hebben opgegeven en met het badwater -de religie- ook het kind -de spiritualiteit- hebben weggegooid. Terwijl een mens fundamenteel nood heeft aan spiritualiteit, aan zingeving.

    Geschiedenis als wapen deel 1

    Kees Moerbeek - 20 april 2025

    President Vladimir Poetin zei in 2014: ‘Onze collectieve herinnering bepaalt onze cultuur, onze geschiedenis en onze tegenwoordige tijd. En onze toekomst zal worden gevormd aan de hand van onze historische ervaring.’ Hij is het zelf die actief deze herinnering en ervaringen vorm geeft en propageert. Ivo van de Wijdeven schrijft dat in de Sovjettijd er nog werd gegrapt dat het land een zekere toekomst had, maar een onvoorspelbaar verleden. Onder Poetin is Ruslands geschiedenis als in beton gegoten. Er is maar één historische waarheid en deze is verankerd in de grondwet en de Nationale Veiligheidsstrategie.

    Jaloerse goden te slim af – de geschiedenis de baas…?

    gastauteur - 13 april 2025

    Hongersnood in een hermetisch afgesloten kuststrook die onwillekeurig aan de vernietigingskampen van weleer doet denken, besmet met meer dan een zweem van genocide… Regeert Adolf Hitler over zijn graf heen? Want bestaat Israël niet bij diens gratie? Zou zonder die bittere nazi-erfenis Palestina als land van drie monotheïstische religies niet nog gewoon zo heten? Is de grond er niet vervloekt, juist door godsdiensten die, gevoed vanuit één fictieve bron, vervolgens als protestbeweging steeds in chronologische volgorde aan haar voorgangster ontspruiten, waarmee de kiem voor een eeuwigdurende vete om de absolute waarheid is gelegd? En claimt niet elk van deze broeder- of zusterstromingen dat stuk met hun aller bloed doordrenkte aarde, aanvankelijk voor Abrahams JHWH, vervolgens voor Jezus’ Vader en ten slotte voor Allah – drie godheden die, in verbitterde onderlinge jaloezie verwikkeld, strijden niet alleen om religieuze hegemonie, maar ook om de profane en politieke macht?

    Wat is quiëtisme?

    Hans van Dam - 27 maart 2025

    Over het stillen van de wil.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Het pad uit het woord
    • Het jaar 2025 – dag 128 – eigen vrijheid eerst
    • Boeken – De Vallei van Troost
    • ‘Gebruik de rechter niet als zondebok voor falend beleid’
    • Boeddha’s pleegmoeder is een voorbeeld voor boeddhisten op Moederdag

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.