Meester Linji zegt:
Wie er ook naar me toekomt, boeddha, monnik of leek, ik doorzie hem meteen. Waar hij ook vandaan komt, wie hij ook meent te zijn, wat hij ook beweert en adviseert, het is allemaal quatsch. Dwaze dromen van een goedgelovige geest.
Alleen wie geen speelbal meer is van zijn gedachten belichaamt het mysterie. De ware wegloper zegt niet van zichzelf: ‘Ik ben een boeddha.’ Hij zegt niet van zichzelf: ‘Ik ben geen boeddha.’ De ware wegloper staat nergens voor en claimt niets.
Als boeddha ben ik zuiver, als bodhisattva vol mededogen, als verlichte mysterieus, in nirwana sereen. Als mens ben ik onzuiver, als strijder meedogenloos, als kind naïef, in samsara ontstemd.
Afhankelijk van de omstandigheden ben ik nu eens deze, dan weer die, nu eens dit, dan weer dat, nu eens zus, dan weer zo. Daar hoef ik niets voor te doen en ik hoef er niets tegen te doen.
Wat is de ware vorm van een wateroppervlak? Wat is de ware weerspiegeling van de maan?