De Japanse biergigant Kirin onderzoekt of schenkingen die in augustus 2017 voor humanitair werk in Rakhinestaat in Birma zijn gedaan in de zakken van militaire- en burgergroeperingen terecht zijn gekomen die beschuldigd worden van het verdrijven van Rohingya moslims. Amnesty International stelt dat duizenden dollars via de Birmese staatsbrouwerij, zakenpartner van Kirin, aan veiligheidstroepen zijn gegeven die van wijdverspreide gruweldaden worden beschuldigd.
Kirin, een van ’s werelds grootste drankenfabrikanten, kocht in 2015 een belang van 55 procent in Myanmar Brewery. De rest was in handen van Myanmar Economic Holdings Limited, een bedrijf dat sterke banden heeft met het leger, zo meldt AFP. Op grond van de regeling van de joint venture is het fondsen niet toegestaan dat geld voor militaire doeleinden te gebruiken.
Birma heeft een aantal bedrijven en regeringen – waaronder China en Japan – om hulp en investeringen gevraagd om Rakhine weer op te bouwen. Het is de thuisbasis van de ongeveer 800.000 stateloze Rohingya, van wie er sinds augustus 2017 ongeveer 700.000 naar Bangladesh op de vlucht zijn geslagen voor het moordende Birmese leger en boeddhistische bendes. Amnesty vraagt zich af of het ethisch verantwoord is om een wederopbouwproces te steunen dat ertoe heeft geleid dat sporen van de geschiedenis van Rohingya in Rakhine zijn uitgewist. De regering van Birma zegt dat het optreden van het leger gericht was tegen terroristen die politieposten aanvielen.