De ‘andere kant’ van het leven kennen, het is zo verinnerlijkt dat het het leven zelf is geworden.
Jules Prast
Onrust in domineesland (vervolg)
Ieder mag zeggen wat hij of zij wil, en dus mag ik zeggen dat ik vind dat de discussie naar aanleiding van een aantal recent opgekomen thema’s een punt heeft bereikt waar we misschien de balans eens moeten opmaken. ‘Back to basics’: ieder zijn eigen rol.
Onrust in domineesland, een parabel over ideaal en werkelijkheid, speciaal voor boeddhisten
Onderwijl gingen de gelovigen in overgrote meerderheid door met deelnemen aan diensten volgens eigen gewoontes, tot heil van de wereld. Zoals het hoort. Gelukkig maar.
Leve de leegte? Of juist niet?
De Boeddha zei: “Onze ervaring is niet zelf.” Maar naarmate je meer de leegte van alle verschijnselen gaat benadrukken, effen je ook de weg om de reikwijdte van het zelf steeds verder op te rekken. “De ander is even leeg als ik, dus ik ben daarin verbonden met de ander, wat zeg ik, met al het andere!”
De Boeddha als kompas
Veel van wat we tegenwoordig in ons deel van de wereld aantreffen als boeddhisme drijft meer op de hoop van onze cultuur dan op de leer van de Boeddha. Volg het spoor terug naar de Boeddha en je vindt een kompas dat goed uit kan komen op je weg.
Een feest der herkenning waardoor je meteen de weg kwijt bent
Is niet-weten niet gewoon: erkennen dat je hier geen weet van hebt? En verder gaan op je weg met de coördinaten en de instrumenten die de contingentie je aanreikt, waaronder jouw voorstelling van wat ‘het’ boeddhisme te bieden heeft?
Solidair met de vragende underdog
Op het internet was ik er pas getuige van hoe de onschuld weer eens het onderspit dolf tegen het gelijk van degenen die het allemaal zeker menen te weten. In een Engelstalige discussiegroep over zenboeddhisme op Facebook vertelde iemand dat hij wat in de Pali Canon had zitten neuzen. Hij stelde de vraag welke rol er binnen zen eigenlijk is weggelegd voor het woord van de Boeddha.
Een zelfgenoegzaam, vrijblijvend iets-isme
Voor nu is er een extra inspanning nodig om te laten zien hoe je met boeddhisme de ‘eendimensionale mens’ uit de kluisters van zijn onwetendheid kunt losmaken.
De opvolger van Buddhaghosa XII
In niet helemaal vlekkeloos Engels hief hij de Hartsutra aan, gevolgd door het lied van Kwan Yin. “Beste mensen,” begon hij daarna, “welke taal je ook spreekt, alle woorden betekenen hetzelfde. Onze taak is alles te verstaan. Dat is het.”
Reclame voor geluk is trivialisering van de boeddhaweg
“Advertenties die ons verlangen naar bezittingen, seks en voedsel stimuleren, kunnen giftig zijn,” citeer ik Thich Nhat Hanh.
Een tekst geschreven vanuit verbazing
‘De Apollinische mens stelt zich op een afstand van de wereld op, nog niet zozeer om haar te overzien of te beoordelen als wel om zijn verantwoordelijkheid voor de wereld te kunnen dragen, en haar de wetten te kunnen stellen, die zij behoeft.’
Beroepsgelovigen en amateurzitters
In het hedendaagse Japan zijn er maar weinig leken die zich interesseren voor Zen. Slechts een enkeling mediteert.
De herberg van geborgenheid: kanttekeningen bij de Avatamsaka-commentaren van Edel Maex
De Avatamsaka Sutra is dikker dan de Bijbel en vol wollige mythologische passages die mijzelf wel eens huiverig maken de rest voor vol aan te zien.
De Boeddha aan het woord tijdens meditatie
In mindfulnesstraining actief mediteren op de woorden van de Boeddha? De tijd is rijp om de grenzen wat op te rekken. Laat de ervaring leidend zijn en neem de proef op de som. Tijdens het zitten knauwen op de condities van het lijden: wie durft?
‘In het nu verwijlen is een dwaalleer, het brengt niet de bevrijding die de Boeddha voor ogen had’
Wat is er toch met het boeddhisme dat je zo’n beetje op eigen kracht expert moet worden in de exegese van een berg van 2500 jaar teksten en tradities?
Boeddhistisch televangelisme: van Dalai Lama naar Digital Lama
Hoe talloos de levende wezens ook zijn, met het internet kun je ze allemaal bereiken. Het is wachten op een nieuwe generatie boeddhistische leraren die inhaakt op de jongste technologische mogelijkheden.
Het lied van het niet weten
Een gedicht voor een wereld die geen weet heeft van niet weten
Mahayana als historische aberratie?
Een beetje meer van de leer van de Boeddha zelf zou mijns inziens in geen enkele boeddhistische traditie misstaan. Een beschouwing van Jules Prast.
Shikantaza
Ga zitten en kijk. Doe niets. Wacht tot je het ziet.
Dokter Zen- een toekomstsprookje?
Hij zet de muziek aan en samen zingen we de Hartsutra. Leeg, alles wat vorm heeft leeg, zelfs de basiselementen van de natuur: leeg. Als we klaar zijn, grinnikt hij: “Ja ja, moleculen, atomen, proteïnen, enzymen, neuronen, axonen: allemaal leeg. Allemaal modellen. Modern science meets ancient wisdom.”
Veertig boeken over zen en boeddhisme
Dertig jaar geleden, in 1982, kocht ik in Londen het boekje van Alan Watts, The Way of Zen. Een paar jaar terug herlas ik het. Toen ik mijn onderstrepingen en in de kantlijn gekrabbelde aantekeningen zag, realiseerde ik me dat ik er indertijd niets van begrepen had.
Dood aan de Boeddha
Dood aan de Boeddha, maar niet in letterlijke zin. Je voorstelling kan in de weg staan van de ervaring waar het om gaat – dat wordt bedoeld.
Jules Prast: ‘Zen op je ziekbed’
Hoe moet je zen beoefenen vanaf je ziekbed? De veertiende-eeuwse Japanse zenmeester Bassui kreeg deze vraag ooit per brief door een patiënt voorgelegd.“Wie is hij die ziek is?”, schreef hij terug. “Wie is hij die zen beoefent? Iemands gehele zijn is de Grote Weg. Deze Weg is naar zijn inhoud inherent rein en overstijgt alle vormen. Is er hierin enige ziekte?”