De meester riep: ‘Oud wijf!’ ‘Stokstijf!’ gilde Puhua, en lichtte zijn hielen.
de Linji-lu
Koan 17 – Bovennatuurlijk of oorspronkelijk?
Puhua trapte de eettafel omver. ‘Wat grof!’ riep de meester.
Koan 16 – Waar kom jij vandaan?
Om een klap uit te delen heb je echt geen vliegenmepper nodig.
Koan 15 – Waarom tot morgen wachten?
‘Die dwaas moet weer zo nodig zijn hoofd in het hol van de leeuw steken!’ riep de meester geschrokken.
Koan 14 – Wat is de dharma ontvangen?
“Wat een kneuzen, met je hoofd op je schouders naar je hoofd zoeken!”
Koan 13 – Subject of object?
De meester zei: ‘De lentezon breekt door en niemand werpt een schaduw.’
Koan 12 – Wie trekt er aan de touwtjes?
De meester zei: ‘Voor jullie lijkt dit misschien een spel, maar wat zijn dan de regels?’
Koan 11 – Wie is het eerste thuis?
De bergbeklimmer en de standwerker.
Koan 10 – Wie komt het verst?
Van huis uit.
Koan 9 – Wie is de gastheer, wie de gast?
Welkomstkreten.
Koan 8 – Wat vind jij van dat geschreeuw?
Kretologie.
Koan 7 – Waar vind je het zwaard?
Onder de gordel.