Verwarring is het meest nabij
Mijn ware gezicht is geen gezicht
Ben jij eigenlijk wel een boeddhist?
Malen in de maalstroom
Die voorkeur is mijn zaak niet; hij maakt deel uit van de stroom.
Een duwtje in de rug
Ik ben niet beter en niet beter af dan jij.
En ook niet méér mezelf; alleen wat minder mij.
Een heiland die niet blaat
er is geen krom
geen recht
het is er goed
noch slecht
Hokjes, hekjes en haakjes
Sommigen noemen het non-dualiteit, maar mij is dat te diep.
Ik heb geen duikbrevet gehaald; ik ben door het ijs gezakt.
De nieuwe kleren van het seminarie
Vingers zijn allemaal hetzelfde.
In welke van de tien richtingen ook:
Als ze maar kunnen wijzen.
In ontbinding
“Overeenkomstig de diepste inzichten van broeder Ricard wens ik jou en iedereen die verbinding zoekt met het absolute een spoedige dood toe.”
Op hoop van zegen; heridentificatie in zen en advaita
Zengeest, beginnersgeest.
Stom
Monnik: “Wat is de leer?” De Boeddha plukt een bloempje. Monnik: “Is het bloemen plukken?”
De Intergalactische Waarheidsconferentie
Toen barstte de hele kosmos in lachen uit. Tot in de verste uithoeken van het universum wezen ingewijden brullend naar mijn persoon terwijl de tranen over hun wangen rolden.
Vrede zij met ons
Mijn vriend Wim verhing zich op zestienjarige leeftijd.