In zijn roman ‘4 3 2 1’ biedt Paul Auster vier versies van één mensenleven. Hij stopt eigenlijk vier romans in één boek en speelt op een onderhoudende manier met plausibele alternatieven in een levensloop.
André – Uitgebouwde werkelijkheid
Een mooie middag, Amersfoort, een brug vol mensen, allemaal met hun smartphone in de hand. Wat is hier aan de hand? O, gewoon, Pokémon.
André – Crypte
Bezinningsweek meegemaakt in Vézelay, met een focus op de basiliek. De kerk is indrukwekkend, groot en hoog. Wij verblijven in een dorp onderaan de heuvel, de kerk staat er bovenop. In de loop van de week wandelen we drie keer naar boven, één keer in stilte.
André – Waarden
Ik ging tanken. Bij onze dorpspomp was het druk. Ik sloot aan achter een grote zwarte Mercedes, type stationwagon.
Keuzevrijheid
Eigenlijk hebben we na vijf eeuwen nog geen goed kader voor de keuzevrijheid. We verkeren nog altijd in een tussentijd.
Zoals / ja maar
We pendelen de hele dag tussen algemene conclusies en unieke voorbeelden.
Misverstandje
De vis gaat onze mond in, de woorden zwemmen eruit. Zo leven we.
Bewustzijn
‘Ik worstelde als klein meisje al met de vraag waarom ik mezelf als een geest met een lichaam zie, maar niet omgekeerd: een lichaam met een geest. Terwijl dat wel is wat de wetenschap zegt: een materieel lichaam waarin ergens bewustzijn ontstaat. Zomaar.’
Minimaal
Canto Ostinato, minimal music van Simeon ten Holt, hoor ik graag. Maar waarom eigenlijk? Ik vermoed een religieuze ondertoon.
Dood
Mensen zijn, vaak tegen beter weten in, op zoek naar verder leven.
André Droogers – Kuitert
Een mooi voorbeeld van speelse spiritualiteit.
Betekenisdiarree
Sinds Homo Sapiens is gaan nadenken, lijdt h/zij aan betekenisdiarree. Alles en iedereen wordt voorzien van uiteenlopende betekenissen, en dat verandert dan ook nog met de setting en de tijd.