Het gaat er hier steeds heter aan toe ’s nachts. De afgelopen nacht heb ik voor het eerst in lange tijd weer eens bovenop gelegen. Overdag is het al 2 maanden bloedheet, maar in de nacht koelde het steeds toch weer behoorlijk af. In de loop van de nacht moest ik daarom het laken over me heen trekken en tot vorige week kwam daar tegen de ochtend zelfs nog een dekentje bij. Maar vannacht was dat dus niet meer nodig. Toen ik vanmorgen wakker werd lag ik nog “gewoon” bovenop het laken.
De komende dagen lijkt dat zo te blijven. De voorspelling is dat we overdag de 42 graden weer gaan halen. Hoewel dat maar 5 graden boven onze gemiddelde lichaamstemperatuur is, voelt echt alles dan heel warm aan. De glazen waar we water uit drinken zijn warm, het drinkwater dat niet uit de koelkast komt heeft de temperatuur van theewater, het chocolaatje dat je niet meteen opeet is na 5 minuten vloeibaar, tuingereedschap dat je vergeten bent binnen te leggen is zo heet dat je het niet op kunt pakken, de wind is warm en de lucht die de ventilator tegen je aan blaast is warm. Zo warm dat we de siësta na een kwartiertje zwetend afbreken. Over een week gaan de temperaturen weer wat zakken en zie ik de eerste nachten van 23 graden al weer staan. Dan ga ik er weer onder, want 23 graden vinden we tegenwoordig echt wel frisjes. Hoopvol is dat er ook meer regenkans komt, maar de ervaring leert dat we ons daar niet te veel op moeten verheugen: langetermijnvoorspellingen zijn niet heel betrouwbaar.
De buren hebben uitgerekend deze droge warme tijd uitgekozen om allerlei grondwerk te verrichten. Buurman Ien heeft al een tijd geleden een stuk van zijn land verkocht of verhuurd aan bananenkwekers uit Lampang. Die hadden al aangekondigd daar een weekendhuisje neer te gaan zetten, maar vooralsnog gebeurde er na de aanplant van de eerste bananenstruiken niks, totdat vorige week de shovels aan de slag gingen. Behalve wat herrie hebben we daar verder (nog) weinig last van.
Toey, de buurman aan de andere kant, heeft grond verkocht aan de nieuwe buren. Het gaat om de bovenlaag van Toey’s land net achter ons stuk grond. Gisterenmiddag begon de shovel met afschrapen en het duurde even voor we ons ervan bewust waren dat de wind precies onze kant op stond en alles onder een dikke laag stof begon te verdwijnen. Toen we uiteindelijk de ramen dichtdeden was ook binnen alles al bedekt.
Vandaag hebben we de boel meteen al afgesloten en de camera’s en computer extra goed opgeborgen. Zo’n knus open huisje is op een dag als vandaag even iets minder knus. Het stof zit op de keukenkastjes, in de kopjes en glazen, op het fruit in de fruitschaal, op de kippen en de andere dieren, en in de lucht. Op het veelkleurige mozaiekwerk van Mieke verschijnt geleidelijk aan een grijszweem. En de net gewassen zonnepanelen zijn ook niet zwart meer. De mondkapjes krijgen ineens een betere functie: opwaaiend stof houden ze beter tegen dan virussen.
Normaal gesproken zouden we dan maar even een koffietentje opzoeken of ergens gaan eten en daar dan erg lang over doen, maar ja, net als in Nederland kan dat hier momenteel niet. Lijdzaam ondergaan is het devies. Daar zijn we gelukkig heel goed in geworden. De warmte is nu een voordeel, want we kunnen stoelen en tafels met de tuinslang schoonspoelen en een kleedje op de tafel met een nat doekje schoonvegen. Onze moeders draaien zich om in urn en graf…
In Thailand is momenteel sprake van de noodtoestand en van een avondklok. Als kind hoorde ik die termen wel eens op de distributieradio en dan spraken ze erg tot de verbeelding. Toen ik er eenmaal achter was dat het nood met een d was, en niet met een t, zag ik plaatjes voor me van mensen die angstig thuis zaten en straten vol militairen. Een zelfde plaatje als ik had bij verhalen over de oorlog, waarbij dat laatste nog net wat erger was, omdat er continu geschoten werd.
Zoals me pas veel later duidelijk werd dat veel mensen in de oorlog nauwelijks soldaten hebben gezien, is er ook van noodtoestand en avondklok in het dagelijks leven weinig te merken. Officieel mogen alleen de winkels die eerste levensbehoeften verkopen open zijn, maar in de praktijk is alles wel te krijgen, soms na voorafgaande bestelling. Ook alcohol is momenteel in de ban. Bij de grote supermarktketens staat dat inderdaad achter slot en grendel (ik zag ook de Heineken 0,0 in de afgesloten koeling staan), maar in de plaatselijke winkeltjes krijg je je biertje nog wel mee, als je het maar wel in een tasje doet.
Het wordt in een tijd als deze wel weer pijnlijk duidelijk hoe bevoorrecht we zijn met ons bescheiden pensioentje. Net als in Nederland is hier veel bedrijvigheid tot stilstand gekomen, maar anders dan in Nederland is er geen vangnet voor de velen die zonder werk zijn komen te zitten. De regering had een tegemoetkoming van 5000 Baht (€ 140) per maand gedurende 3 maanden aangekondigd voor mensen in de zogeheten informele sector. Dat zijn vooral de straathandelaren. Er was uitgerekend dat dat om 9 miljoen mensen zou gaan, maar er kwamen 27 miljoen aanmeldingen. Na 1 maand was de pot dus leeg. Steeds meer mensen worden afhankelijk van voedselpakketten die tempels, overheden en particulieren beschikbaar stellen, maar het nieuws dat er ergens pakketten worden uitgedeeld zorgt weer voor grote groepen mensen waarbinnen het risico op virusverspreiding groot is. De iets-meer-dan een euro waarvoor wij dagelijks een maaltijd kopen is voor veel mensen al een te grote luxe. En dan zijn wij niet eens rijk, althans volgens Nederlandse maatstaven. Over rijk gesproken: nu je toch thuis zit moet je echt eens even kijken naar de rijken.
François la Poutré zegt
Die laatste zin heeft eigenlijk alleen zin als je weet dat het om een documentaire van VPRO Tegenlicht gaat. Deze link hoort daarbij: https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/kijk/afleveringen/2019-2020/kijken-naar-de-rijken.html