Waarom vonden de Keulse aanrandingen juist op Oudejaarsavond plaats? Een antropologisch antwoord.
In alle culturen worden overgangen ritueel begeleid. Denk aan een bruiloft, bij ons van vrijgezellenfeest via de huwelijkssluiting tot de huwelijksreis. De overgang gaat gepaard met afwijkend gedrag, zoals aparte kleding, maar soms ook moreel afwijkend, zoals bij het vrijgezellenfeest kan voorkomen.
Een ander voorbeeld is carnaval, als overgangsritueel naar de vastentijd. Daarbij wordt allerlei normaal gedrag omgekeerd. Deel van het spel is dat de burgemeester de sleutels van de stad overdraagt aan Prins Carnaval. Mannen verkleden zich als vrouw. Bij carnaval hoort de lichte suggestie dat afwijkingen van de normaal geldende moraal mogelijk zijn. In tussentijden staan de normale machtsverhoudingen en gewoonten even tussen haakjes.
Nog een voorbeeld. Ooit deed ik in Kongo bij een kleine vissersstam onderzoek naar een overgangsritueel, jongensinitiatie. Bij het pad naar het kamp waar de jongens in afzondering verbleven, kwamen op een avond vrouwen liedjes zingen met nogal schunnige teksten. Vanuit het kamp zongen de mannen even scabreuze antwoordliedjes. Alleen op dat moment kon dat.
De oudejaarsnacht is ook een tussentijd. En dus een uitnodiging voor afwijkend gedrag, zoals illegaal vuurwerk afsteken, inbegrepen overlast, letsel en verspilling. Of auto’s in brand steken en vervolgens de brandweer hinderen.
Omdat tussentijden in alle culturen voorkomen, voelden de Keulse aanranders het moment feilloos aan. Dat is niet de enige verklaring. En ook geen excuus. Een tussentijd is op zich neutraal, het is maar net hoe die ingevuld wordt. Jezus en Mohammed beleefden tussentijd in de woestijn en deden daar kerninzichten op. Een bedrijf houdt een heidag om nieuwe inspiratie op te doen. Keulen liet zien dat de omkering ook kwalijke vormen kan aannemen.
Tussentijden tonen de mens als knappe knoeier, als omkeringsexpert, constructief èn destructief.
Is oorlog niet een tussentijd waarin moord doodnormaal wordt?
Marcus zegt
Tussentijden verlopen volgens strikte schema’s en zijn nooit geen excuses om schade aan te brengen aan anderen of eigendommen. Ze zijn bovendien gericht op het opzettelijk of buitensporig negeren van gebruiken maar hebben nooit schade op het oog. Het in brand steken van auto’s is gewoon vandalisme en heeft weinig met antropologie te maken.
De Keulense aanranders hebben dus geen enkel excuus, kunnen zich niet beroepen op een cultureel gebruik uit hun landen of zelfs uit onze landen. Het besluit dat ze dan het moment feilloos aanvoelde getuigt dan van voorbedachte rade en maakt de feiten tweemaal zo erg.Zeer verontrustend is trouwens uw laatste zin waarin u peilt naar het feit of anderen in een oorlogssituatie moord ook doodnormaal gaan vinden.
Jesse zegt
Dag Marcus, heb jij een ander stukje gelezen dan ik? Volgens mij schrijft André duidelijk dat er geen excuus is voor de acties in Keulen. Ook lees ik niet dat hij peilt ‘of anderen in een oorlogssituatie moord ook doodnormaal gaan vinden’.
Wat ik wél lees is een uiteenzetting over de verschillende wijzen waarop wij mensen verschillende tussentijden invullen. Constructief of destructief. In dit geval (Keulen) dus destructief.
Wellicht nog eens lezen?
Overigens zou het feit dat ze het moment feilloos aanvoelden niet persé hoeven te duiden op wel of geen voorbedachte rade, maar dat terzijde.
Je bent duidelijk verontwaardigd over het gebeurde, en dat is m.i. terecht, maar jouw reactie doet (wederom m.i.) geen recht aan het schrijfsel van André.
kees moerbeek zegt
‘Zeer verontrustend is trouwens uw laatste zin waarin u peilt naar het feit of anderen in een oorlogssituatie moord ook doodnormaal gaan vinden.’
Wat een rare reactie, Marcus! Je suggereert dat als een meerderheid ja op de vraag van Droogers antwoordt, Droogers moord in oorlogstijd doodnormaal vindt. Je legt hem nogal wat in de mond.
Onthoud je a.u.b. van lasterlijke taal!
‘Tussentijden verlopen volgens strikte schema’s,’ kun je een wetenschappelijke bron vermelden?
‘Het in brand steken van auto’s is gewoon vandalisme en heeft weinig met antropologie te maken.’ idem! Wat is gewoon aan vandalisme?
‘Het besluit dat ze dan het moment feilloos aanvoelde getuigt dan van voorbedachte rade en maakt de feiten tweemaal zo erg.’ Ken je ze, en zo ja, heb je hun identiteit doorgegeven aan de Keulse politie? De vrouwen die aangifte gedaan hebben, zullen je dankbaar zijn. Alsook de geschokte rechtsorde.
Onthou je a.u.b. van onzinnig gepraat!
Marcus zegt
Iemand die een vraag stelt peilt, suggereert en legt de lezer een dilemma op, waarin hij al dan niet op ingaat.
Sjoerd Windemuller zegt
Helaas, moord en oorlog zijn min of meer synoniem met elkaar.
Kees moerbeek zegt
Nou, dat is dan maar duidelijk, Marcus. En geen speld tussen te krijgen. Ga er een tegeltje van maken, hak het in marmer, zodat we er voor eens en altijd van overtuigd zijn!
Gelukkig mogen we in dit land nog steeds zelf denken wat we willen en het zeggen.
Blijkbaar vind je het niet nodig om je mening toe te lichten :-( Waarvan akte!
G.J. Smeets zegt
Geachte André Droogers,
je ‘Tussentijd’ doet me denken aan het feit dat tijd en tussentijd een vrouwelijke aangelegenheid is. Kwestie van biologie: 9 maanstanden, 28 zonsopgangen, etc.. Mannen hebben enkel abstract weet van tijd (ik overdrijf effe voor het redactionele gemak) en je zegt het: ze voelen de tussentijd -en die is er altijd- haarfijn aan, zeker als ze in het hun vreemde Keulen verkeren. Wat te doen?
http://www.economie.nl/weblog/vrouwen-en-kinderen-eerst
geeft een suggestie. Wat vind je als antropoloog daarvan? Ik ben er niet uit.
Frans-Jozef zegt
Beste André, wat een interessante belichting en mooi omschreven. Voor mij een mooie toevoeging in mijn proces van beeldvorming hierover. Dankjewel!
Hans van Dam zegt
Ik wens iedereen alle antwoorden toe die hij nodig heeft, antropologisch, boeddhistisch of anderszins.
Persoonlijk blijf ik liever vol in mijn verbijstering staan.
Al heb ik makkelijk praten, want daar stond ik toch al.
Sjoerd Windemuller zegt
Wie de jaren zestig heeft meegemaakt (ik als puber en jongvolwassene (21 +) kan zich misschien de jeugdbendes herinneren die rond ’62 tot ’66 de straten in Den Haag ’s avonds onveilig maakten. Vandalisme, aanranding, verkrachting en zelfs moord op onwetende passanten waren delicten die door groepen van 80 tot 200 jongeren en jongvolwassenen gepleegd werden. Veel jongens, maar ook meisjes.
In die tijd was dit vooral plaatselijk nieuws.
Het bijzondere was dat ze uit alle lagen van de bevolking afkomstig waren.
Gewoon van die gezonde Hollandse jeugd!?