Meester Linji zegt:
Dwaalgasten, als ik, een eenvoudige bergmonnik, onderricht geef, wat onderwijs ik dan? Niets. Welk niets? Het niets van de lege leer. Welke lege leer? De leer van de weetnietgeest.
De weetnietgeest heeft geen weet van aards en heilig. Hij heeft geen weet van rein en onrein. Hij heeft geen weet van vergankelijk en onvergankelijk. Hij kent ze niet maar doorziet ze meteen.
De weetnietgeest – dat is kijken zonder kopen, denken zonder menen, proeven zonder slikken, voelen zonder vatten. Meer komt er niet bij kijken.
De manier waarop ik onderricht geef, is uniek. Stel dat Manjushri en Samantabhadra hun lichamelijke vorm aannemen en hier voor me verschijnen om me vragen te stellen over de leer. Nog voor ze hun mond opendoen heb ik ze al doorzien.
Hoe dat kan? Uiterlijk maak ik geen onderscheid tussen werelds en heilig, innerlijk verwijl ik niet in het absolute. Ik ken zekerheid noch twijfel en ik kijk overal dwars doorheen.
Wie is het die dwars door jullie heen kijkt? Wie is het die dwars door mij heen kijkt? Wie is het die dwars door deze vragen heen kijkt?