Geïnspireerd door hoofdstuk 31 van de Daodejing
Meester Tja zegt:
Hoofden zijn wapens
Tanden zijn wapens
Handen zijn wapens
Vingers zijn wapens
Ellebogen zijn wapens
Schouders zijn wapens
Geslachten zijn wapens
Knieën zijn wapens
Schenen zijn wapens
Voeten zijn wapens
Hoeven zijn wapens
Horens zijn wapens
Tentakels zijn wapens
Stekels zijn wapens
Klauwen zijn wapens
Poten zijn wapens
Vleugels zijn wapens
Angels zijn wapens
Stenen zijn wapens
Kiezels zijn wapens
Grit is een wapen
Zand is een wapen
Kuilen zijn wapens
Diepten zijn wapens
Hoogten zijn wapens
Water is een wapen
IJs is een wapen
Gas is een wapen
Lucht is een wapen
Slijm is een wapen
Lijm is een wapen
Olie is een wapen
Vuur is een wapen
Stokken zijn wapens
Ploegen zijn wapens
Spaden zijn wapens
Hamers zijn wapens
Sikkels zijn wapens
Vijzels zijn wapens
Messen zijn wapens
Vorken zijn wapens
Ziekten zijn wapens
Medicijnen zijn wapens
Kinderen zijn wapens
Dierbaren zijn wapens
Rijkdom is een wapen
Armoede is een wapen
Kracht is een wapen
Zwakte is een wapen
Hersens zijn wapens
Kennis is een wapen
Onkunde is een wapen
Gedachten zijn wapens
Emoties zijn wapens
Woorden zijn wapens
Zwijgen is een wapen
Zonder wapens geen wereld
Ook wie Tja heeft voert ze
In vrede, oorlog en afzijdigheid
Links, rechts en in het midden