Thaise boeddhistische monniken proberen met mondmaskers en gezichtsbeschermers voor een evenwicht te vinden in het sociaal afstand houden en hun dagelijkse aalmoesrondes (alms) tijdens de coronapandemie. De monniken zijn voor hun voedsel afhankelijk van de giften van de Thai. Alleen in Bangkok al leven duizenden monniken die voor zonsopgang opstaan om hun bedelrondes door de stad te maken.
Deze dagelijkse aalmoezenrondes zijn een centrale praktijk voor theravada boeddhistische monniken en novicen in een groot deel van Zuidoost-Azië. Het komt voort uit de disciplinaire regels voor monniken om zich niet bezig te houden met werken op het land, slechts een paar bezittingen te hebben en te eten wat hen gegeven wordt. Oudere of zieke monniken zijn vrijgesteld van die rondes maar toch ontvangt een aanzienlijk deel van de bijna 300.000 monniken in Thailand zijn voedsel uit hun ochtendronde.
Ook nadat het coronavirus medio maart in Thailand actief werd, en tempels voor het publiek werden gesloten en festivals en rituelen worden uitgesteld, mochten monniken toch de tempel verlaten om op alms te gaan. Dat werd niet alleen ingegeven door de noodzaak om voedsel te verkrijgen maar ook om leken de kans te geven verdiensten te laten verzamelen. In de boeddhistische leer wordt over het algemeen benadrukt dat de sociale situatie van een individu het resultaat is van karma, het effect van handelingen die eerder in dit leven of in een eerdere incarnatie zijn verricht.
Veel Thaise boeddhisten geloven dat het maken van verdienste – goed karma – door middel van het geven kan helpen de gevolgen van slechte daden te verzachten. Dit zijn handelingen die gemotiveerd worden door hebzucht, haat of waanideeën. Het geven van voedsel aan monniken is niet de enige manier waarop Thais verdienste maken, maar het is een gemeenschappelijke manier, gebonden aan het dagelijks leven in het hele land.
Ook economisch gezien is de dagelijkse aalmoezenronde belangrijk. In normale omstandigheden zijn de tempeleconomieën in Thailand gebaseerd op jaarlijkse festivals en individuele donaties die gekoppeld zijn aan familiegebeurtenissen. Ongeveer 10% van de monniken ontvangt financiële steun van de overheid, maar van dit geld worden voornamelijk de rekeningen van de nutsbedrijven betaald.
Individuele monniken ontvangen ook vaak geld voor het uitvoeren van begrafenissen, evenals andere riten, zoals het zegenen van nieuwe huizen of bedrijven, maar deze zijn in de pandemie door sociale afstandsregels ingeperkt. Als gevolg van de beperkingen zijn er voedseltekorten ontstaan voor monniken, met name op het platteland van Thailand en in andere delen van Zuidoost-Azië. Staatssteun is tot nu toe achterwege gebleven.
Monniken vragen niet om voedsel op hun rondes, maar de mensen komen vrijwillig naar hen toe. Terwijl de tempels geen formele gemeenten hebben, hebben de monniken vaak volgers die vaste beschermheiligen zijn. Het ritueel van het geven van voedsel elke ochtend is zeer formeel, waarbij noch de monnik noch de leek oogcontact met elkaar maken. De monnik zegent het voedsel, en de gever krijgt niets anders dan een karmisch voordeel.
Het coronavirus heeft belangrijke uitdagingen gebracht voor religieuze gemeenschappen. Bedevaarten en feesten over de hele wereld zijn in omvang afgenomen of geheel afgelast. Maar in Thailand is de ochtendlijke aalmoezenronde zo’n integraal onderdeel van het dagelijkse leven, zowel religieus als economisch, dat het niet eenvoudigweg kan worden uitgesteld.