Mijn ouders deden thuis niets aan religie, maar dat nam niet weg dat vooral mijn vader regelmatig gebruik maakte van metaforen, verhalen en zelfs moppen om zijn kinderen iets duidelijk te maken. Zijn verhalen waren op uiteenlopende bronnen gebaseerd. Zo vertelde hij mij eens het volgende: “Er kwam een man bij de hemelpoort. Petrus vroeg hem: ‘Zo, waarom vind jij dat je het verdiend hebt binnengelaten te worden?’. De man antwoordde trots: ‘Omdat ik nog nooit in mijn leven één leugen heb verteld!’. Petrus leek niet onder de indruk. Hij vroeg slechts: ‘Kun jij eigenlijk wel liegen?’ ‘Eerlijk gezegd,’ klonk het fier, ‘ik kan het niet eens.’ Daarop wees Petrus de man gedecideerd weer terug naar de aarde, met de woorden: ‘Ga dan terug en leer liegen dat het gedrukt staat. Als je dát kunt, en het vervolgens nooit meer doet, is het pas een verdienste waarvoor ik de hemelpoort mag openen.’ (De apostel Petrus, een van de twaalf leerlingen van Jezus van Nazareth, die in christelijke (kinder)verhalen als poortwachter van de hemel wordt opgevoerd.)
In latere jaren heb ik allerlei variaties op dit thema gevonden. Onthechten is er één van. Wat, als de vraag zou luiden: ‘Ben jij eigenlijk wel in staat om je te hechten?’. En stel dat de aangesprokene daarop vervolgens antwoordt: ‘Eerlijk gezegd, ik kan mij niet eens hechten aan iets of iemand!’ Wijst dat dan niet op een levensgroot probleem?
Je nergens aan kunnen hechten, is naar mijn mening geen verdienste om trots op te zijn, maar een serieuze psychische stoornis. Dat is het ook volgens het DSM IV, de (m.i. zwaar overgewaardeerde) ‘bijbel’ van de moderne psychiatrie. (DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Dit is een Amerikaans handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen. DSM IV is de vierde versie van dat handboek. Er is inmiddels een vijfde versie.)Zelf betwijfel ik in ieder geval ernstig of mensen met hechtingsproblemen wel in staat zijn om een waarachtig onthecht leven te leiden. In mijn visie kun je namelijk pas serieus een begin maken met jezelf onthechten – om daarna onthecht verder te leven – nadat je eerst een bestaan hebt opgebouwd waarin je met hechte banden, hechte relaties en bezit – waaraan je gehecht bent geraakt – te maken hebt of hebt gehad; in dit of een vorig leven. Waar het om gaat is dat je je er helemaal van bewust bent wat hechten en gehecht zijn is; dat je het hebt ervaren. Zonder dat besef, heb je geen benul wat onthechten en onthecht leven inhoud.
Om helder te maken wat onthechten en onthecht leven volgens mij inhoudt, heb ik een aantal gedachtenexperimenten bedacht:
- Stel je voor dat je je in een volledig ingericht en van alle gemakken voorzien huis bevindt. Alles in dat huis staat je voor gebruik ter beschikking. Er is echter iets bijzonders: je wordt door draden aan alle in het huis aanwezige voorwerpen gehecht. Iedere draad afzonderlijk is lang genoeg om je toe te staan je door het hele huis te bewegen. Je zit echter niet aan één draad vast, maar aan tientallen, zo niet honderden. Ze wegen niets, en ze zijn onzichtbaar, maar ze zijn tegelijk stuk voor stuk erg sterk en niet rekbaar. Hoe zal het je vergaan? Hoe lang zal het duren voor je hopeloos in de knoop raakt en nauwelijks nog enige bewegingsvrijheid hebt door alle gehechtheid, alle draden? Als jij je bewegingsvrijheid weer terug wilt krijgen, zul jij jezelf moeten onthechten!
- Stel je voor dat je een aantal goede vrienden hebt die je absoluut niet kwijt wilt raken terwijl jullie samen met elkaar op stap gaan. En dat jullie je daarom allemaal aan elkaar vastbindt. Op een gletsjer is dat voor de veiligheid nog wel nuttig, maar in een bos? In een stad?
- Zelf stelde ik mij mijn eigen kinderen voor, van wie ik erg veel houd. En ik stelde mij hun opvoeding voor als een wandeling van huis naar een station, waar ieder kind op de trein zou stappen. Omdat ik per se zeker wilde zijn dat ik onderweg naar het station geen kind kwijt zou raken, deed ik ieder kind een handboei om en klikte ik de andere om mijn eigen pols…
Deze drie gedachtenexperimenten hebben mij duidelijk gemaakt waar het bij onthechten om gaat: het opgeven van zekerheden ter wille van vrijheid.
Door je van alle banden los te maken, verkrijg je weer de mogelijkheid om je door het hele huis (dit aardse bestaan) vrij te bewegen, maar schep je óók het risico dat anderen er met je spullen vandoor gaan.
Door je niet aan je vrienden vast te binden, behoud je de vrijheid om uit vrije wil naast en met hen door het leven te gaan, met het risico dat een of meer (of alle?) vrienden een kant opgaan die jij niet wilt, waardoor je steeds voor de keuze komt te staan of je hen wilt volgen. Doe je dat niet, dan verdwijnen ze mogelijk uit zicht. Hetzelfde geldt voor hen. Door jezelf te onthechten van vriendschappen, neem je geen vriendschappen weg, maar geef je al jouw vrienden de vrijheid om uit vrije wil bij je te blijven. Wie gaan wil, mag gaan.
Door je kinderen geen handboei om te doen, kunnen zij vrij naast je naar het station lopen. Het kind blijft bij je, omdat het daar voor kiest (om wat voor reden ook) en niet omdat het niet anders kan. Jij blijft bij het kind, omdat je daar zelf voor kiest, en niet omdat het niet anders kan. De afstand tussen jullie kan onderweg naar het station voortdurend variëren – en soms is het misschien zelfs even uit zicht, bijvoorbeeld omdat het in een boom is geklommen, of omdat het zich speels heeft verstopt. En als het station bereikt is, is de stap naar een zelfstandig leven in vrijheid geen moeizaam proces meer van boeien losmaken, maar is het een eenvoudig voortgaan als weleer…
Onthechten en onthecht leven verschilt slechts in details met een leven in gehechtheid. Het verschil zit hem in het jezelf en daardoor ook anderen vrij maken en vrij laten, waardoor alles en iedereen alle ruimte en vrijheid krijgt te zijn wat het is; om te willen wat hij wil, te kunnen wat hij kan, te kiezen uit wat er te kiezen valt en om te doen wat er te doen is. Wat en wie bij je hoort, blijft bij je… of niet. Wat en wie niet bij je hoort, kan uit zicht en buiten bereik geraken. Of niet. En jij kunt er op jouw beurt keer op keer voor kiezen om bij anderen te blijven, zonder je te binden of de ander áán je te binden.
Er is nog een vorm van onthechten waar ik op wil wijzen. Misschien wel de lastigste van allemaal. Het is het jezelf onthechten van ideeën; opvattingen; meningen; voorstellingen; beelden; leerstellingen; interpretaties en andere abstracte zaken als waarden en normen. De banden waarmee wij mensen aan dit soort zaken vast zitten, zijn vaak bijzonder sterk en rekbaar. We zeggen zo gemakkelijk: “Dit is mijn idee, mijn interpretatie, mijn opvatting…” en denken daar vervolgens onuitgesproken bij: “Kom daar niet aan … want ik ben daar zeer aan gehecht!“.
Wanneer je gehecht bent geraakt aan verworven kennis; aan herinneringen; aan gevoelens en verlangens; aan angsten en wanen, vormt zic al snel een spinnenweb waarin je vast kunt komen te zitten, en – als je niet uitkijkt – gemakkelijk ingesponnen kunt geraken. Je hebt het zwaard van Manjushri1 nodig om jezelf hier weer uit te snijden. Andere kunnen je daarbij helpen, door jou dit zwaard aan te reiken, maar jij bent de enige die het kan hanteren om jezelf ermee te bevrijden. Hoe? Door niet alleen de ideeën, opvattingen, meningen; voorstellingen; beelden; leerstellingen; en ga zo maar door van alle anderen (inclusief die van Boeddha) van je los te snijden, maar ook (en vooral die) van jezelf. Wees gerust: de ideeën, opvattingen, meningen, en al dat andere zijn dan niet opeens helemaal weg of ineens waardeloos. Alles is er nog, maar je bent er vrij van! Je zit er niet meer aan vast en je kunt alle hersenspinsels nog altijd en overal in en om je heen waarnemen, als vonkenregens van vuur, bloemenkransen van creativiteit en zonnen van inzicht. En zo je wilt: je kunt er alle kanten mee op. Je bent vrij.
Tot slot:
Het is mijns inziens niet zo moeilijk om als moderne boeddhistische leraar (opgeleid op MBO, HBO of Universitair niveau) les te geven over onthechten en onthecht leven, als je maar voldoende kennis over het onderwerp hebt verzameld, en over voldoende onderwijsvaardigheden en praktisch lesmateriaal beschikt. Ik zie zo’n leraar al bij de poort van het Zuiver Land aankomen, alwaar een eenvoudige Boeddha hem opwacht en vraagt: ‘Zo, waarom vind jij dat je het verdiend hebt binnengelaten te worden?’ De leraar antwoord dan bijvoorbeeld met enige ingehouden trots: ‘Omdat ik als gediplomeerd leraar vele – door mijn leerlingen zeer gewaardeerde – lessen heb gegeven over onthechten en onthecht leven, toch een zeer belangrijk thema in het boeddhisme, dacht ik zo. En dat lijkt mij toch zeer verdienstelijk.’ De Boeddha van de Poort lijkt niet onder de indruk. Hij vraagt slechts: ‘Vertel mij eens, wat zou je er van vinden als ik nu al jou verdiensten van je afneem, vooral die welke je zegt te hebben verzameld met het geven van vele gewaardeerde lessen over onthechten en onthecht leven … voordat wij verder praten?’ De aangesproken leraar kijkt geschokt. Hij stamelt: ‘Alle verdiensten … en dan vooral deze … ? Maar wat houd ik dan …”. De Boeddha glimlacht vol compassie, en wijst de man gedecideerd terug naar de aarde, met de woorden: ‘Ga terug, en zwijg in alle talen over wat er in boeken en teksten staat. Leef alles vóór wat je anderen in dit leven tot nu toe alleen met woorden hebt wijsgemaakt. Zoek geen leerlingen, maar leef zo, dat mensen zich verwonderd gaan afvragen hoe jij zo vrij van alle banden en toch zo vol compassie met alles en iedereen overweg kunt. “ De leraar draait zich dan om en wil naar de aarde teruggaan, als de Boeddha van de Poort hem nog even terugroept: ‘Enne … om het je gemakkelijk te maken: ik zal er persoonlijk voor zorgen dat je in een grote, hechte familie geboren wordt, met veel macht, veel bezittingen en groot aanzien.’
- Manjushri: bodhisattvan van wijsheid en inzicht. Met zijn zwaard doorklieft hij de sluiers die het echte van het onechte scheiden, en legt hij de ware aard van elk fenomeen bloot. [↩]
Thamos zegt
Thxalot voor deze inspirerende woorden…