In het vervolg van dit sutta gaat de Verhevene over tot een van de meest diepzinnige uiteenzettingen over de centrale leer van het boeddhisme, namelijk die over het ‘niet-zelf’ (anatta).
Buddhavacana
Uposatha
Als individu ben je nooit alleen; er moet altijd op de één of andere manier rekening gehouden worden met anderen. Doe je dit niet, hou je geen rekening met anderen, dan plaatst de Boeddha die persoon onder type twee: “zij die anderen kwetsen, kwaad doen”.
‘De gelijkenis van de giftige slangen’
In gedachten houdend dat suttas oorspronkelijk uit het hoofd geleerd en gereciteerd werden, is deze tekst een typisch voorbeeld van hoe de Dhamma, de Leer, beknopt en aan de hand van een aantal opeenvolgende vergelijkingen (upaya, ‘handige middelen’) gemakkelijker kon onthouden worden.
‘Alle wezens zullen sterven, want het leven eindigt in de dood’
“Mijn oma, Heer, is gestorven. Ze was versleten, op jaren, ze had de eerbiedwaardige leeftijd van honderd en twintig jaar bereikt.”
Aandacht voor de (eigen) dood
Je beseft dat je de dingen niet tot morgen of volgende week of volgend jaar kunt uitstellen, want morgen kan voor jou misschien nooit komen.
“Welke zijn de vijf boeien van de geest die hij niet geslaakt heeft?”
“Als je slordig kan zijn, ben je dat niet; als je de gelegenheid hebt om je over te geven aan zintuiglijke prikkels, doe je dat niet; als je valt sta je terug op, opnieuw en opnieuw en opnieuw”.
André – Het boek van de bossen
In het laatste sutta treffen we een merkwaardig verhaal, een geval van verregaande scrupulositeit, aan. Daarin verwijt een godheid een monnik, die graag aan een lotusbloem ruikt, dat hij de geur van de bloem steelt en dus in zekere zin een dief is.
De timmerman en een monnik – dispuut over de dhamma
Er is één Dhamma (werkelijkheid, waarheid) maar deze kan op verschillende manieren verwoord worden.
‘Weinig mensen komen naar een Dhamma-voordracht om te horen hoe ze zich kunnen bevrijden van het aangename’
De Boeddha onderricht zijn zoon, Rahula (deel 3).
Vesak: Geboorte, ontwaken en dood van de Boeddha
Op de volle maan van de maand vesakha (in onze kalender gewoonlijk vallend in april/mei) herdenkt de boeddhistische wereld de geboorte, ontwaken en dood van de Boeddha. In de mahayana traditie gaat dit feest van Vesak dikwijls gepaard met het baden van de Boeddha.
De kleine analyse van karma
Omdat het opgebouwde karma niet enkel tijdens dit leven maar ook levensoverstijgend werkt is het mogelijk dat iemand – ondanks zijn negatief karma – zo een groot heilzaam karma in vorige levens verzameld heeft dat hij toch als mens wederboren wordt.
‘Gezondheid is het hoogste goed, nirvana het hoogste geluk’
Het achtvoudige pad – de veilige weg die naar het doodloze toe leidt.
De Boeddha, een sensitief, introvert denktype
Als Suddhodana, de raja van Kapilavatthu, had gehoopt dat zijn zoon, Siddhattha, zou opgroeien als een vastberaden, de wereld toegewende man van de daad met politieke ambities, dan werd hij teleurgesteld.
Tien jaar Boeddhistisch Dagblad
…
Evam me sutam: De pleisterplaatsen (1)
‘Zuivering van moreel gedrag’ wordt verkregen als we ons onthouden van onjuist spreken en van onjuist gedrag; als we ons houden aan de principes van juist levensonderhoud, als we materiële goederen wijs gebruiken en als we onze zintuigen bewaken.
‘En waar is het, monniken, dat Mara en zijn gevolg niet kunnen komen?’
In dit sutta gebruikt de Boeddha de gelijkenis van de hertenvanger om ons te onderrichten over de manier waarop wij kunnen ontsnappen aan de invloed van Mara, de Boze en dit door ‘onzichtbaar’ te worden voor hem. Door het daarmee gepaard gaande inzicht worden de mentale vergiften uiteindelijk vernietigd en de verlossing bereikt.
Buddhavacana: Dhananjani-Sutta
Na het overlijden van de Boeddha werd de Dhamma op twee manieren beleefd. Een groep monniken en nonnen leefden rondtrekkend, in afzondering of in kloosters en hoorden zich vooral bezig te houden met studie, meditatie en contemplatie. De leken gingen op feestdagen naar de tempels om naar de voordrachten van de monniken te luisteren en probeerden zo goed mogelijk de vijf oefenregels na te leven.
‘Je ervaart dat alles komt en gaat, dat je nergens een plekje hebt waar je absoluut zeker van bent dat het niet verandert’
Vandaag de Cula-Rahulovada-Sutta MN 147 (1): De Boeddha onderricht zijn zoon, Rahula (deel 3)
“Wat, Rahula is het element aarde? (2)
De Boeddha onderricht zijn zoon Rahula (2)
“Daarom, Rahula, moet je zo oefenen: “ik zal geen onwaarheid spreken, zelfs niet voor de grap.”
De Ambalatthika-Rahulovada-Sutta MN 61 (1). De Boeddha onderricht zijn zoon, Rahula, deel 1.
Als de Boeddha een mens was- waarom wordt er dan in de suttas over goden en godheden gesproken?
Als de Boeddha een mens was en geen uit een of andere hemel neergedaalde god en het boeddhisme dus geen godsdienst is, waarom wordt er dan in de suttas regelmatig over goden en godheden gesproken?
Geloof niet alles wat je denkt
Brahma in de Pali-Canon (1)
‘En wat, monniken, is heilzame inspanning?’
Je kan een bepaalde neiging vertonen, je tot iets negatief of onheilzaam aangetrokken voelen; maar het is aan jou de keuze om daar aan toe te geven of niet.
André Baets – over najaarsoverstromingen, poelkikkers en libellen
Je kan met redeneren, met woorden, nooit het mysterie van het leven ontcijferen. Je kunt er over praten, omschrijvingen geven. Maar het eindeloze van een Boeddha, zonder grenzen, zonder beperkingen, kan je nooit door woorden leren; je moet het ervaren. Doordringen in het mysterie kan je enkel door stil te worden. Zoals de riviergod stil werd bij het zien van de oceaan en in die oceaan ervoer wat oneindigheid is.