“Welnu, bij een monnik is de passie voor, het verlangen naar, de dorst naar, de brandende hartstocht voor, de begeerte naar geneugten, het [eigen] lichaam en de lichamen [van andere mensen] niet verdwenen.
En verder, na believen zijn buik volgegeten te hebben geeft hij zich steeds over aan het genot van het liggen, van het van de ene naar de andere zij draaien en van loomheid.
Buddhavacana
Ananda (deel 2)
Buiten dat hij gedurende 25 jaar de persoonlijke verzorgen van de Boeddha was, is Ananda vooral bekend voor zijn fenomenaal geheugen, wat hem in staat stelde om, tijdens het eerste concilie, alle leringen van de Verhevene te reciteren.
André – De pleisterplaatsen
“Wonderlijk, vriend, buitengewoon, vriend, zoals door een geleerde leerling, die de Leer van de Leraar goed begrijpt, die diepe vragen punt voor punt gesteld werden. Het is een groot voorrecht voor de medebroeders om de eerwaarde Sariputta te zien, om hem te vereren.”
Upakkilesa-Sutta – Ruzie in de sangha van Kosambi
Uit het bovenstaande kunnen we ook afleiden dat er de eerste negen jaar van de missionering geen verbod voor monniken op het drinken van alcohol was. En dat daarna het verbod enkel gold voor volledig gewijde monniken, niet voor novicen. Later werd dan de regel – zoals we die nu kennen – uitgebreid tot alle kloosterlingen.
Het niveau van de getemde
Van belang is het woord ‘tembare’. De Boeddha gaat er in zijn voorbeeld van uit dat er olifanten, paarden of ossen [en in uitbreiding mensen] zijn die tembaar zijn maar die, als ze geen training krijgen, nooit uit zichzelf het gedrag van een tam dier zullen vertonen, nooit gedisciplineerd zullen zijn.
Noodzaak tot beheersing van de zintuigen
Men kan eigenlijk pas aan een meditatiepraktijk beginnen na een uitvoerige voorbereiding die bestaat uit het beoefenen van moreel gedrag en gematigd ascetisme, het bewaken van de poorten der zintuigen en het ontwikkelen van bewuste aandacht bij alle handelingen.
Het jaar 2023 – dag 66 – vlokjesneeuw
KNMI regen en natte sneeuw.
Somewhere over the rainbow, skies are blue.
Take care out-there.
In suttas is het niet altijd de Boeddha die spreekt
Ook zijn belangrijkste leerlingen, zoals Sariputta en Moggallana, komen aan het woord.
De Boeddha – over het slachten van dieren
De Boeddha verweert zich tegen de beschuldiging dat hij vlees zou eten van dieren die speciaal voor hem geslacht worden. Hij zegt dat ook zijn leerlingen dat niet doen en zet de regels voor de Orde over het eten van vlees uiteen. Hij wijst er verder nog op dat zijn monniken de brahmavihara’s beoefenen en daardoor niet geneigd zijn zichzelf of andere levende wezens te schaden.
Boosheid of kwade wil – hindernissen die onze geestelijke ontwikkeling blokkeren
Kwade wil of boosheid valt onder de categorie haat, want ook een lichte vorm van kwade wil kan uitlopen tot boosaardigheid of zuivere haat. Een smeulend vuurtje kan al snel uitlopen tot een heuse bosbrand.
Ludo – Bede
…
Omgaan met de (eigen) dood
Zo komt de Boeddha in de Pali-Canon, als hij met nabestaanden praat, soms schijnbaar hard en gevoelloos over. De Verhevene was geen mooiprater en troostte niet met holle woorden, maar met de waarheid, hoe onbarmhartig die ook mocht klinken. Het overlijden greep hij aan als middel om vergankelijkheid, verandering en – als dit door de betrokkene niet beseft werd – het daaruit voorvloeiende, door gehechtheid ontstane, lijden te verduidelijken.