• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Twaalfde jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Ramo de Boer
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Boeddhisme » Ananda (deel 2)

Ananda (deel 2)

6 juni 2023 door André Baets

Dat monniken, na een beknopt onderricht van de Verhevene, Ananda om meer uitleg verzochten, alsook het feit dat de Boeddha hem verschillende malen vroeg om in zijn plaats een onderricht te geven (MN 53, DN 33), toont aan hoe hoog Ananda geacht werd.

In verschillende suttas spreekt de Boeddha zijn waardering voor Ananda uit. Zoals bijvoorbeeld in de Bahitika-Sutta (MN 88) waar de Verhevene, nadat Ananda koning Pasenadi onderricht had, tot de monnikengemeenschap zegt: “Het is een voordeel voor koning Pasenadi, het is een groot voordeel voor hem dat hij Ananda te zien kreeg en hem met een bezoek kon vereren.”

Op de vraag van een lekenvolgeling hoe, naast de Boeddha en de Sangha, de Dhamma moest vereerd worden, antwoordde de Verhevene: “Als jij, huishouder, de Dhamma wil vereren, ga dan naar Ananda en vereer hem, want hij is de ‘bewaker van de Dhamma’ (J 296)”.

En op andere keer toen Ananda, na een vraag van de Boeddha beantwoord te hebben de ruimte had verlaten, zei de Verhevene tot de monniken: “Ananda bewandelt het pad van de hogere training; het is niet gemakkelijk iemand te vinden die hem in praktijk evenaart” (AN 3:78).

Je zou verwachten dat al deze lofbetuigingen aan het adres van Ananda jaloezie en na-ijver tot gevolg hadden. Maar dat was niet het geval. Ananda was een man zonder vijanden. Hij werd zo in beslag genomen door de Dhamma dat roem hem niet raakte en trots hem vreemd was. Ananda besefte dat al het goede dat hem te beurt viel te danken was aan de Dhamma.

Alhoewel Ananda bekritiseerd en zelfs vermaand werd gaf dit nooit aanleiding tot wrijving. Een gerechtvaardigde kritiek of een vriendelijke herinnering, waarschuwing of zelfs een werkelijke berisping beschouwde hij als hulpmiddelen tot zuivering van de geest.

De keren dat Ananda werd berispt betrof het meestal een punt van sociaal gedrag, zoals beschreven in de Vinaya, nooit het begrip van de Dhamma. Zo was Ananda eens op bedelronde vertrokken zonder zijn bovenkleed; wat een inbreuk op de kledingcode is. Toen hij hierop gewezen werd, gaf Ananda de overtreding toe en zei dat hij het gewoonweg vergeten was. Hiermee was de zaak dan ook geregeld (Mv VIII.23).

Een ernstiger soort kritiek werd bij twee gelegenheden geuit door de eerwaarde Maha Kassapa.

Dertig leerlingen van Ananda hadden de sangha verlaten. Kassapa verweet Ananda dat hij de jonge monniken niet nauwlettend genoeg in de gaten had gehouden. De groep, zo luidde het verwijt, trok rond zonder ‘de zintuiglijke poorten te bewaken’; de jonge monniken waren niet gematigd in eten en onvoldoende getraind in aandachtigheid. Daardoor had zintuiglijke begeerte bij hen de bovenhand gekregen en waren zij teruggekeerd naar het leven van een huishouder.

Kassapa noemde Ananda dan ook ‘de vernietiger van het graan’ [de jonge monniken waren dan de spreekwoordelijke jonge halmen die vernietigd werden voordat er geoogst kon worden].

Ananda ging niet in op de kritiek van Kassapa en probeerde niet om zich met argumenten te verschonen of de zaak te minimaliseren. De feiten waren de feiten. Hij had blijkbaar de vorderingen van de jonge monniken te hoog ingeschat en dus een beoordelingsfout gemaakt; de kritiek was terecht (SN 16:11).

Het tweede voorval was van een geheel andere aard. Ananda had Kassapa gevraagd hem te vergezellen naar een verblijfplaats voor nonnen om daar onderricht te geven. Na de voordracht merkte de non Thullatissa op dat Kassapa de hele tijd aan het woord was geweest en dat hij Ananda geen kans op spreken had gegeven. “Het is”, zo zei ze, “alsof een naaldenventer een naald zou menen te moeten verkopen in het bijzijn van een naaldenmaker. Evenzo denkt meneer Maha-Kassapa de Leer uiteen te kunnen zetten in het bijzijn van de heer Ananda.” Ananda smeekte Kassapa om de non haar – door onwetendheid – ondoordachte uitspraak te vergeven. Kassapa ging daar niet op in maar raadde Ananda aan om in zijn contacten meer terughoudendheid te tonen. “Pas maar op, vriend Ananda, dat de Sangha geen nader onderzoek naar je instelt.” (SN 16:10)

Wat Kassapa Ananda verweet was dat deze overijverig was geweest bij het onderrichten van de nonnen en het gevaar van gehechtheid aan zijn persoon over het hoofd had gezien.

Alhoewel het soms anders wordt voorgesteld was de kritiek die Maha Kassapa in beide voorvallen uitte geen persoonlijke aanval op Ananda, maar was het bedoeld om hem in zijn praktijk verder te helpen. Kassapa berispte Ananda uit liefde voor hem en om de bezorgdheid voor zijn praktijk.

Ananda voelde zich ook niet in zijn persoon geraakt. De verhouding tussen beide monniken was wat in de teksten een ‘kalyana-mitta’, een spirituele vriendschap wordt genoemd.

Een spirituele vriend is iemand waar je niet alleen iets kan van leren; je moet er ook van leren. Samen met een paar gelijkgestemden zitten keuvelen over de Dhamma, instemmend knikkend bij wat er wordt zegt en elke tekortkoming van de ander bedekken met de mantel der liefde is niet wat de grondbetekenis van ‘kalyana-mitta’, een spirituele vriend is. Kritiek moet ter harte worden genomen, anders is groei bijna niet mogelijk.

Buiten dat hij gedurende 25 jaar de persoonlijke verzorgen van de Boeddha was, is Ananda vooral bekend voor zijn fenomenaal geheugen, wat hem in staat stelde om, tijdens het eerste concilie, alle leringen van de Verhevene te reciteren. Meer hierover in deel 3.

1.‘Ananda, the guardian of the Dhamma’ BPS 1975

Categorie: Andre Baets, Boeddhisme, Buddhavacana, Columns, Geluk Tags: Ananda

Lees ook:

  1. De Boeddha, psychologische aspecten
  2. De dhamma- Door het ontstaan van dit, ontstaat dat
  3. ‘Als de bel gaat, sta op’
  4. Het sprookjesbos van Shakyamuni

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

André Baets

Boeddhist en auteur (Kagyu, Zen en Theravada). André publiceert op zijn site Buddhavacana (woorden van de Ontwaakte) en het Boeddhistisch Dagblad sutta’s uit de Pali-Canon. 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door
  • Locaties
  • Overzicht op kaart

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

14 sep
Tao en geluk; vijf bijeenkomsten
14 sep 23
22 sep
Retraite: natuur en meditatie
22 sep 23
23 sep
Teaching over Bodhicitta, het actieve mededogen
23 sep 23
23 sep
De Vijf krachten en de Dood
23 sep 23
24 sep
Meditatiedag: handleiding voor creatieve meditatie
24 sep 23
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    De taal van het lijden  (deel 1 van 3)

    gastauteur - 20 september 2023

    De taal welke zich op verschillende momenten in ons leven aan ons openbaart, meestal in de vorm van verlies, pijn en verdriet, het diep begrijpen ervan, te leren het lijden te omarmen, er ruimte voor te creëren, zodat het uiteindelijk los kan komen.  Leren één te worden met de ontvouwing van het leven en het ontdekken, blootleggen en hervinden van deze nobele waarheid. Hoewel dit vaak een erg zware taak lijkt, en voor velen van ons te moeilijk om zelfs maar over na te denken, ligt er binnen dit proces van herkennen en het omarmen van lijden, een ontvouwen van kalmte, vreugde, vrede en harmonie met onszelf en de wereld om ons heen. Elke keer dat we dichter bij deze ontvouwing komen, tillen we een klein stukje van de sluier op die ons ware wezen omhult.

    Taigu – Tibetaans bijgeloof op gespannen voet met anatman

    Taigu - 19 september 2023

    Het geloof dat Tibetaanse boeddhisten vertegenwoordigen in de zielsverhuizing van de dertiende naar de veertiende Dalai Lama, en bij diens overlijden naar de vijftiende, onderstreept nog eens de ondoorzichtige magie waarvan het Tibetaanse boeddhisme is doortrokken. Je zou het een scepticus niet kwalijk kunnen nemen, wanneer deze de conclusie trekt dat bij de overgang van de ene op de andere Dalai Lama een loopje wordt genomen met het leerstuk van anatman, een van de klassieke hoekstenen van het boeddhisme.

    Ardan, van zenleraar tot brugwachter – ‘Je opent de brug en je sluit ‘m weer. Bijna zen.’

    Ardan - 11 september 2023

    'Ik wil mezelf niet opzadelen met titels. En bovendien zei me de titel 'zenleraar' niet zoveel. Was ik nu anders geworden? Kon ik nu beter mensen begeleiden dan daarvoor? Het klopte voor mij niet. Datgene wat mij het meest gebracht had, namelijk die vrije vrouw/man zonder titel liep nu met een titel rond. En dat beviel me niks.'

    Pseudo-Cicero, pseudo-troost?

    Erik Hoogcarspel - 11 september 2023

    Cicero voert in zijn epistel aan dat we niet overmatig moeten rouwen om de dood van een geliefde, omdat er bij de dood voor de geliefde zelf weinig verloren gaat. Het leven is nu eenmaal niets dan ellende. Als je de pech hebt geboren te zijn geworden, kun je maar beter gauw dood zijn. Je hoeft ook niet oud te worden om te slagen in het leven.

    Wat loert daar in de duisternis?

    Kees Moerbeek - 10 september 2023

    Eeuwenlang zwierven ze in de bergen, de bossen, de velden, in de rivieren en langs de kust en joegen de Japanners de stuipen op het lijf of belaagden ze. Ze zijn ook nu niet weg te denken, de yokai.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Kleefkracht
    • Het ene bewustzijn is het andere (niet)
    • Het jaar 2023 – dag 245 – benenwagen
    • Het BD en het grote driedaagse onderhoud
    • Ik keur alles af…

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.