Welke meditatiemethode de beoefenaar uiteindelijk tot de zijne maakt hangt af van zijn persoonlijkheidsstructuur en van een rist externe factoren. In de Visuddhimagga worden veertig verschillende meditatietechnieken (P. kammatthana, letterlijk: ‘basis voor handelen, voor actie’) vermeld.
Maar er zijn er véél meer. Zelfs uiterst persoonlijke. Individuele. Aangepaste. De dhammanuvatti moet ze kritisch uitproberen en analyseren om te zien welke methode of techniek voor hem/haar het beste resultaat oplevert. Op elk moment. In elke situatie.
Ook in het zoeken naar én het uitkiezen van wélke techniek op een bepaald ogenblik het beste resultaat oplevert ligt de verantwoordelijkheid bij de beoefenaar. Nooit bij een ander.
De beoefenaar moet zijn eigen meester zijn. Zijn eigen eiland. Zijn eigen licht. Zonder hoofd boven zijn hoofd. Elke beoefenaar is zijn eigen beschermer. Zichzelf bevrijden van dukkha is een persoonlijke zaak. Dus ook de keuze van de (voor jou) beste meditatietechniek.