In het najaar 2021 beloofde ik min of meer een cursus theologie te gaan volgen. Daar ben ik nu mee begonnen. De schriftelijke cursus telt maar liefst 48 lessen en ik denk dat er over iedere les ongetwijfeld iets valt te schrijven, doordat de inhoud mij op gedachten zal brengen die ik wel wil delen. Vandaag:
Het Geloof
Eerst een paar kernzinnen uit deze les: 1) De Christelijke geloofsbelijdenis begint met de zin: ‘Ik geloof in God …’. 2) Geloven betekent ‘Niet zeker weten’ en 3) Geloven betekent ook: ‘Vertrouwen; je vertrouwen stellen in…’
Zonder het beginzinnetje ‘Ik geloof in God,’ zou de rest van de belijdenis nergens op slaan. Wanneer je zegt in God te geloven zeg je twee dingen tegelijk. In de eerste plaats zeg je dat je niet voor honderd procent zeker weet wie of wat God is of waar het begrip ‘God’ precies voor staat. Zelfs mensen die ervan overtuigd zijn dat wél te weten, kunnen bij doorvragen niet anders dan toegeven dat hun geloof géén zeker weten is! Verder dan een ‘met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ komen ze niet. In de tweede plaats zeg je dat je erop vertrouwt dát God bestaat én dat God er voor jou is. Mensen die het zinnetje ‘Ik geloof in God’ uitspreken, zeggen daarmee niet veel anders dan Boeddhisten die zeggen dat ze hun toevlucht nemen bij of tot Boeddha. Boeddha is een realiteit en hij is er voor jou. Zou hij er niet voor je zijn, dan heeft het verdomd weinig zin je toevlucht bij hem te zoeken, toch?
Laat ik de hele Christelijke geloofsbelijdenis er eens bij nemen: “Ik geloof 1) in God, de Almachtige Vader, schepper van hemel en aarde; en 2) zijn enige zoon Jezus Christus, geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus; is gekruisigd, gestorven en begraven; die 3) nedergedaald is ter helle; de derde dag is verrezen uit de dood; opgestegen is ten hemel; en zit aan de rechterhand van God de Almachtige Vader. Ik geloof in de 4) de Heilige Geest; 5) de heilige (katholieke) kerk; 6) de gemeenschap van de heiligen; 7) de vergeving van zonden, 8) de verrijzenis uit de dood en 9) het eeuwig leven. Amen”
Laat ik eens proberen daar een Boeddhistische variatie op te maken: “Ik geloof in 1) Boeddha, de Zelf-Verlichte en 2) de door hem verkondigde vier edele waarheden; die 3) ons het achtvoudige pad uit het lijden heeft gewezen alvorens zelf op op hoge leeftijd te overlijden. Ik geloof in de 4) de Boeddhanatuur, 5) de gemeenschap van Bodhisattva’s 6) de sangha; 7) de verlichting; 8) het loskomen van het wiel van geboorte en dood; en 9) nirwana. Bodhi svaha!
Het is maar een poging. Lang heb ik er niet over nagedacht. Het zal dus wel rammelen en het staat iedereen vrij er van alles van te vinden. Afkraken mag. Mij gaat het om het geloof! Ik ben er eigenlijk wel van overtuigd dat er niet zo heel veel verschil zit tussen het geloof van Christenen en het geloof van Boeddhisten! Mensen hebben er een enorme behoefte aan ergens op te kunnen en mogen vertrouwen. Die behoefte zit diep in de mens; al sinds de oertijd. Geloven is diep en diep menselijk.
Zelfs wetenschappers die beweren nergens in te geloven, geloven toch! Zij vertrouwen erop dat wat zij doen zin heeft. Zouden ze daar namelijk niet op vertrouwen, dan zouden ze volslagen onzinnig bezig zijn. Geloof is de kurk waarop de menselijke geest in de oceaan van ‘niet weten’ dobbert.
Wat je als mens gelooft en waar je je individuele vertrouwen op stelt, is niet uit de lucht komen vallen. Opvoeding, onderwijs, studie en levenservaringen liggen eraan ten grondslag. Om te beginnen: waar groei je op? Waar geloofden jouw ouders, grootouders, opvoeders in? En wat droegen ze van dat geloof aan jou over? Welke verhalen, gewoonten, gebruiken, rituelen, ge- en verboden zijn deel uit gaan maken van wat jij ‘gelooft’? En als je dat weet, ben je er nog niet. Want wát heb je meegekregen van alles wat je hebt gelezen; gezien; gehoord?
Ja, gehoord. Veel sutra’s beginnen met “Evam me sutam’ (aldus heb ik gehoord). In vroeger tijden werden allerlei teksten mondeling overgeleverd. Het gevolg is dat wij zeer veel van vroeger weten van ‘horen zeggen’. Is dat erg? Nee. Het is wel tricky. Je moet gewoon geloven dat wat aan jou wordt overgeleverd wáár is. Anders gezegd: je moet er op vertrouwen dat wat ‘aldus is gehoord’ exact weergeeft wat er is gezegd. Daar heb je dat vertrouwen weer! Zonder vertrouwen, is ieder geloof niks anders dan drijfzand waar je in kopje onder kunt gaan. Uit modern wetenschappelijk onderzoek blijkt (aldus heb ik gehoord) dat zelfs de mensen met een perfect geheugen nooit 100% te vertrouwen zijn in wat zij hebben gehoord. Er sluipen onbedoeld, onbewust, kleine wijzigingen in hun verhaal. Kleine wijzigingen op kleine wijzigingen op kleine wijzigingen leveren op den duur behoorlijke veranderingen in een verhaal op. Het gebeurt zelfs bij punctueel overgeschreven verhalen! Een punt. Een komma. Een letter. Wil je een voorbeeld? Uit Christelijke hoek dan maar: Bij het tot stand komen van de Statenvertaling van de Bijbel, is lang en ernstig gediscussieerd over een komma. Stond er nu: 1) “Een boek beschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen” of stond er 2) “Een boek beschreven van binnen, en van buiten verzegeld met zeven zegelen”. Versie 1 zegt dat er op de buitenkant van het boek iets te lezen staat. Dat betekent dat je tenminste IETS kunt weten. Versie 2 zegt dat er alleen aan de binnenkant van het boek iets valt te lezen, maar dat je daar niets van kunt weten. Zeg het maar. Wat geloof je?
Eén letter kan trouwens ook enorm verschil maken: hartelijke en hatelijke groeten schelen slechts één letter, maar gevoelsmatig ligt dat anders.
En vergeet andere factoren niet: klank (de Fransen zeggen niet voor niets ‘c’est le ton qui fait la musique’), klemtoon; context… en ga zo maar door.
Evam me sutam … interessant, maar voor mij niet afdoende.
Wat ik in de hele les over geloven mis, en misschien komt dat later nog in een andere les aan de orde, is ‘het ervaren’. Misschien komt dat ter sprake wanneer het over mystiek gaat. Ik wacht het af.
(wordt vervolgd)