Twee Tibetaanse monniken die door de autoriteiten in de Chinese provincie Sichuan werden gearresteerd, zijn vijf maanden nadat ze in hechtenis werden genomen nog steeds incommunicado, terwijl familieleden zich steeds meer zorgen maken over hun welzijn.
Tenzin Norbu en Wangchen Nyima, broers, werden op 15 augustus 2021 gearresteerd en worden vastgehouden in een gevangenis in de provincie Tawu in de Tibetaanse autonome regio Kardze, zo meldt Radio Free Asia (RFA).
Een groot Chinees militair complex dat in 2012 werd gebouwd in Nyikhok, ongeveer 4 kilometer verwijderd van het grote Boeddhabeeld dat in Drago werd vernield, wordt intussen gebruikt als werkkamp voor Tibetanen. Ongeveer 12 Tibetanen worden daar momenteel vastgehouden, onder wie Khenpo Pagha, een monnik genaamd Nyima, en een paar Tibetaanse vrouwen.
De twee monniken zijn neven van Tulku Choekyi Nyima, abt van het Nenang klooster in de provincie Drago in Sichuan, waar Chinese autoriteiten onlangs in een ander klooster twee grote standbeelden hebben gesloopt die door Tibetaanse boeddhisten worden vereerd. Tibetanen die bezwaar maakten tegen de sloop werden gearresteerd en geslagen, aldus RFA.