In het Münchense hotel Bayerischer Hof was het het afgelopen weekeinde een drukte van belang. Staatshoofden, regeringsleiders, ministers en andere bekleders van hoge ambten kwamen er samen voor de jaarlijkse conferentie over internationale veiligheid. Het onderwerp dat dit maal, evenals vorig jaar, aller spreekbeurten beheerste, was uiteraard de situatie in Oekraïne.
Taigu keek ernaar en werd er niet vrolijk van. Bijna een jaar geleden viel Rusland het Oekraïense vasteland binnen, nadat het in 2014 de Krim had bezet. Sindsdien rommelde het in het oosten van Oekraïne, waar milities met steun van Rusland twee provincies wilden afscheiden en als onafhankelijke republieken constitueren. Het was al oorlog in Oekraïne voordat Rusland er op 24 februari 2022 met massaal troepenvertoon een invasie startte.
Volgens de NAVO had Rusland er geen rekening mee gehouden dat de inval in Oekraïne de westerse bondgenoten zou verenigen. Dat klinkt mooi, maar Rusland had zijn zaakjes goed voorbereid door Europa op het verkeerde been te zetten. Na de val van de Sovjetunie in 1991 en de aansluiting van voormalige Oostbloklanden bij EU en NAVO, hadden Europese landen hun defensie-uitgaven verwaarloosd en zich naïef afhankelijk gemaakt van Russische energiebronnen. Ondertussen zon Ruslands alleenheerser op maatregelen om het Westen een zware slag toe te brengen. De agressieoorlog tegen Oekraïne is niet alleen een poging na jaren van gebiedskrimp de Russische invloedssfeer uit te breiden; het is ook een middel om de veiligheidsdoctrines van de westerse wereld aan het wankelen te brengen en de positie van democratieën te verzwakken.
In weerwil van de westerse publieke opinie, die kracht put uit verontwaardiging over Ruslands wandaden en fouten zoekt in de aanvalstactiek, staat de toestand in Oekraïne er minder goed voor dan men ons wil doen geloven. Voor Oekraïne houdt winnen in dat de Russen zich met de staart tussen de benen terugtrekken, ook uit de Krim. Ondanks verlies van oorspronkelijk veroverd gebied heeft Rusland zijn posities in het oosten en het zuiden van Oekraïne per saldo uitgebreid. Bovendien blokkeert het via de Zee van Azov en de Zwarte Zee de internationale exportroutes van Oekraïne. Dusdoende heeft het belangrijke touwtjes in handen om van Oekraïne de facto een ‘failed state’ (mislukte staat) te maken. De status quo behouden kan Rusland uitleggen als een overwinning. Een patstelling, een wapenstilstand, een ‘frozen’ (bevroren) conflict, is meer in het Russische belang dat in het Oekraïense.
Ondertussen kondigt Wang Yi, de Chinese minister van Buitenlandse Zaken, dit weekeinde in München een vredesvoorstel aan. Volgens sommige bronnen zou China’s president, Xi Jinping, dit op de eerste verjaardag van de Russische inval (24 februari) in een rede uit de doeken willen doen. Het Chinese voorstel zou, aldus Wang Yi, rechtdoen aan de beginselen van territoriale integriteit, maar ook aan de legitieme veiligheidsbelangen van Rusland. De VS, nog in de ban van een ballon boven eigen grondgebied, stelt zich behoedzaam op nu China met de aankondiging van een vredesvoorstel op het internationale toneel een gooi naar het initiatief doet. Anthony Blinken, Wang Yi’s Amerikaanse ambtsgenoot, laat in een reactie vanuit München weten dat zijn land binnenkort met bewijzen zal komen dat China bezig is zich op te maken voor de levering van militaire benodigdheden aan Rusland.
Containment (omsingeling) was sinds de Truman-doctrine uit 1947 de strategie waarmee de VS en zijn westerse bondgenoten de invloed van de Sovjetunie wilden intomen. Tot dusver lijkt Rusland bezig met een uitbraakpoging uit de omsingelingsstrategie die mutatis mutandis ook na de val van de Sovjetunie werd voortgezet. Harry Truman, Amerika’s president van 1945 tot 1953, sprak in de toelichting op zijn doctrine ook al over de strijd tussen democratie en autocratie. President Biden, die gisteren onverwachts opdook in Kiev, heeft het niet van een vreemde. Mocht, na Iran en Noord-Korea, nu ook China zich openlijk achter Rusland scharen, dan komt de agressieoorlog tegen Oekraïne opeens in het teken te staan van een conflict met wereldwijde dimensies.
En hoe effectief is de NAVO eigenlijk wanneer deze met vereende krachten optreedt? Terwijl de Franse president Emmanuel Macron zich in München bekreunt over gebrek aan betrokkenheid van andere landen in de wereld bij het Oekraïense conflict, tapt de Washington Post dit weekeinde in een fel hoofdredactioneel commentaar uit een heel ander vaatje. Volgens de krant zijn de NAVO-landen door hun reactieve, aarzelende, stroperige, stukje-bij-beetje antwoorden op het conflict, zelf verantwoordelijk voor de ontstane patstelling in Oekraïne. Angst (voor escalatie van het conflict) is een slechte raadgever, zegt de krant in zijn commentaar met zoveel woorden. Wil het Westen het existentiële gevaar voor democratische samenlevingen afwenden, dan moet het snel een paar tandjes hoger schakelen.
Een onbevangen waarnemer blijft met een onrustig gevoel achter wanneer hij diep luistert naar wat er in ‘München’ niet wordt uitgesproken. Het lijkt erop dat onze leiders één zijn in hun afkeer van agressie en oorlogsmisdrijven, maar zwalken wanneer het erom gaat hierop adequate antwoorden te geven. Sancties tegen Rusland werken minder goed dan gehoopt. Van de door het Westen toegezegde financiële en humanitaire steun is aan Oekraïne maar ongeveer een derde uitgekeerd. Over de levering van tanks en ander defensief wapentuig moet lang worden gesoebat door NAVO-lidstaten en dan nog is de uitvoering onderhevig aan nationaal beleid. Regeringsleiders spreken elkaar in de media tegen. Onder de bevolking van de VS en Europese bondgenoten beginnen de tekenen van oorlogsmoeheid zich op te stapelen. Dit is allemaal niet goed, overpeinst Taigu, wanneer mét Oekraïne de positie van de vrije wereld op het spel staat. En met de positie van de vrije wereld de vrijheid van religieuze belijdenis, ook die van boeddhisten.