Dr. Bhimrao Ramji Ambedkar, ook bekend als Babasaheb (Eng. ‘respected father’) Ambedkar (1891-1956) is een van de stichters van het moderne India en hij ontwierp de Indiase grondwet. In zijn vaderland wordt de jurist en econoom geëerd als voorvechter van gelijke rechten voor onaanraakbaren, de Dalits. Zelf een onaanraakbare bekeerde hij zich tot het boeddhisme in 1956 met zijn vrouw en 400.000 andere dalits. Dit artikel beschrijft de grote lijnen van zijn essay Buddha or Karl Marx, waarover hij diverse toespraken hield. De aanvulling plaatst dit in een historisch kader.
Babasaheb Ambedkar begint zijn essay met de woorden: ‘A comparison between Karl Marx and Buddha may be regarded as a joke. There need be no surprise in this. Marx and Buddha are divided by 2381 years.’ Ondanks diverse bezwaren leek hem een vergelijking toch aantrekkelijk en leerzaam. ‘Omdat ik beiden heb gelezen en belangstelling heb voor de twee ideologieën, drong een vergelijking als van zelf aan mij op.’
Magesh Dahiwale legt in zijn artikel Ambedkars werkwijze uit. Hij inventariseerde de belangrijkste punten van het boeddhisme en van het communisme. Hierna vergeleek hij de methodes waarmee ze hun doel willen bereiken. Ten slotte vergeleek hij de effectiviteit van deze methodes. Dahiwale schrijft: ‘Dit was de methode die hij toepaste om te vergelijken, te bestuderen en om zijn stelling te bevestigen dat het boeddhisme een meer duurzame methode is om de wereld te reconstrueren.’
De opvatting van de Boeddha
Babasaheb begint zijn opsomming over het boeddhisme met de opmerking dat de Boeddha veel meer onderwees dan alleen Ahimsa, geweldloosheid. Hij somt 25 principes op, zoals hij deze begrijpt uit de Tripitaka, de collectie vroegste geschriften van het boeddhisme.
Omdat het ondoenlijk is ze alle 25 op te sommen, hieronder vijf ervan met de oorspronkelijke nummering van de auteur:
3. ‘Religie moet gericht zijn op de feiten van het leven en niet op theorieën en speculaties over God, de ziel, de hemel, of de aarde.’
12. ‘Privébezit van eigendom geeft de ene klasse macht en de andere ellende door uitbuiting.’
13. ‘Het is noodzakelijk voor het welzijn van de samenleving dat ellende wordt opgeheven door het wegnemen van de oorzaak.’
14. ‘Alle menselijke wezens zijn gelijk.’
20.’Niets is perfect. Niets is blijvend. Alles is onderworpen aan onderzoek.’
De oorspronkelijke opvatting van Karl Marx
Voor hem bestond er al socialisme, maar ‘Marx was erin geïnteresseerd om te bewijzen dat zijn socialisme wetenschappelijk was. Zijn kruistocht was net zozeer gericht tegen de kapitalisten als tegen hen die hij utopische socialisten noemde,’ aldus Babasaheb. ‘Wetenschappelijk’ betekent dat Marx’ socialisme onvermijdelijk moet zijn.
Vijf van de 10 uitgangspunten:
(ii) ’De kracht die de loop van de geschiedenis bepaalt is voornamelijk economisch.’
(iii) ’De samenleving is verdeeld in twee klassen, bezitters en arbeiders.’
(iv) ’Er is altijd een klassenconflict aan de gang tussen beide klassen.’
(viii) ‘Toenemende verarming van de arbeiders leidt tot een revolutionaire geest onder de hen en tot de omslag van het klassenconflict in een klassenstrijd.’
(ix) ’Omdat het aantal arbeiders het aantal bezitters overtreft, is het onvermijdelijk dat de arbeiders de staatsmacht grijpen en hun heerschappij vestigen, die hij de dictatuur van het proletariaat noemt.’
Wat erover bleef
Het was voor Babasaheb Ambedkar belangrijk om te bepalen wat erover was gebleven van Marx’ opvattingen. ‘Er bestaat amper twijfel over dat Marx’ claim over de onvermijdelijkheid van het socialisme compleet is weerlegd. Voor dat het communisme voet aan de grond kreeg in Rusland was er een revolutie en er moest veel worden gepland, met veel geweld en bloedvergieten.’
Er resteerde een ‘vonkje, maar dat was belangrijk’:
(a) ’De functie van de wetenschap is de wederopbouw van de wereld en niet om tijd te verspillen met de uitleg over het begin van de wereld.’
(b) ’Er bestaat een belangentegenstelling tussen de ene en de andere klasse.’
(c) ’Privébezit van eigendom geeft de ene klasse macht en de andere ellende door uitbuiting.’
(d) ’Het is noodzakelijk voor het welzijn in de samenleving dat de ellende wordt opgeheven door de afschaffing van privébezit.’
Overeenkomsten
Dahiwale somt de overeenkomsten op die Ambedkar uit zijn vergelijking afleidde en die hij onderbouwde met citaten uit boeddhistische geschriften. Het doel van het communisme is de uitbuiting in de wereld op te heffen, het doel van het boeddhisme het opheffen van het lijden. Boeddhisme en communisme zijn het erover eens dat er een belangrijke belangentegenstelling bestaat in samenleving.
De middelen van het boeddhisme en communisme
Babasaheb Ambedkar schrijft dat het basisuitgangspunt van Boeddha’s ‘Nieuwe Evangelie’ (‘New Gospel’) was ‘the fact that the world was full of misery and unhappiness. It was fact not merely to be noted but to be regarded as the first and foremost in any scheme of salvation.’ Zijn doel was het wegnemen van beide en zijn leer, wil deze enige zin hebben, is het middel hiertoe. Ambedkar licht deze middelen uitgebreid toe.
Babasaheb vatte Boeddha’s methodes om het lijden te beëindigen als volgt samen:
- De Pancasila (Vijf Deugden) zijn: niet doden, niet stelen, geen seksuele misdragingen, niet liegen en geen verdovende middelen.
- Het Edele Achtvoudige Pad dat bestaat uit: juiste zienswijze (samma ditthi), juist denken (samma sankappa), juiste spreken (samma vacca), juist handelen (samma kammanta), juist levensonderhoud (samma ajiva), juiste inspanning (samma vayana), juiste oplettendheid (samma sati) en juiste concentratie (samma samadhi).
- De leer van Nirwana is volgens Ambedkar een integraal deel van de leer van het Edele Achtvoudige Pad. Hij legt het verband tussen beide uit: ‘De leer van het Edele Achtvoudige Pad beschrijft de geestelijke instelling die iemand zou moeten hebben om het met hartstocht te bevorderen. De leer van Nirwana vertelt ons over de verleidingen en hindernissen die iemand werkelijk moet weerstaan als hij het Edele Achtvoudige Pad wil volgen.’
- De Tien Paramitas (Transcendente Deugden) zijn: vrijgevigheid (dana), deugd (sila), loslaten (nekhamma), inzicht (pañña), energie (viriya), tolerantie (khanti), volharding (aditthana), vriendelijkheid (metta), gelijkmoedigheid (upekkha).
Ambedkar noemt het geweld en de dictatuur van het proletariaat de twee methodes van het communisme.
In zijn blog citeert Sudarshan Ramabardan uit Ambedkars beroemde toespraak Buddha or Karl Marx: ‘De Boeddha zou geweld nooit toestaan, de communisten wel. Zonder twijfel behalen de communisten snelle resultaten, want als je het middel van uitroeien van mensen gebruikt, blijft er niemand over die tegen je opstaat. Om humaniteit te behouden zijn niet alleen economische waarden nodig, maar ook spirituele . De Boeddha streefde ernaar om de morele instelling van de mensen te veranderen zodat ze het pad vrijwillig volgen.’
Over de dictatuur schrijft Babasaheb: ‘Het beëindigen van de dictatuur heeft als doel het voortbestaan van de revolutie. Dit is een waardevol streven. Echter, kunnen de communisten bevestigen dat zij geen andere waardevolle doelen in gevaar hebben gebracht bij het nastreven van dit doel? In een parlementaire regering heb je een plicht en een recht: de verplichting je aan de wet te houden en het recht er kritiek op te hebben. Onder een dictatuur heb je alleen de verplichting te gehoorzamen.’
Babasaheb Ambedkar licht zijn standpunt toe door middel van het citeren van boeddhistische teksten over de ideale heerser, de chakravartin, letterlijk ‘de draaier van het wiel’. De chakravartin is het toonbeeld van een ideale heerser, die volgens de dharma regeert. Het was de Verhevene zelf die het draaien van het wiel in gang zette en sindsdien doen miljoenen van ons dit.
Volgens de communisten zou de staat uiteindelijk uit zichzelf afsterven, maar het is Ambedkar niet duidelijk wanneer en wat ervoor in de plaats zou komen. Hij vraagt zich af waarom een dictatuur zichzelf niet zou kunnen opheffen als de missie is voltooid en de weg van de democratie veilig is gesteld. ‘Wat is een communistische staat waard als hij alleen maar door macht overeind gehouden kan worden en uitloopt op chaos als de macht die het bijeenhoudt is weggenomen?’
Wikipedia schrijft dat de passage over het afsterven van de staat van Friedrich Engels afkomstig is. Hij schreef in Anti-Dühring (1878): ‘The interference of the state power in social relations becomes superfluous in one sphere after another, and then ceases of itself. The government of persons is replaced by the administration of things and the direction of the processes of production. The state is not ‘abolished’, it withers away. (Der Staat wird nicht ‘abgeschafft’, er stirbt ab.)’
Boeddha’s sangha was volgens Ambedkar communistisch en weliswaar op kleine schaal ‘maar het was communisme zonder tirannie, een wonder dat Lenin faalde te volbrengen.’
Dr. Bhimrao Ramji Ambedkar heeft waardering voor sommige verdiensten van de Russische Revolutie, maar concludeert tot slot: ‘It cannot be overstated that society cannot afford to forsake fraternity or liberty to pursue equality. Without fraternity and liberty, equality will be meaningless. It appears that the three can only coexist if one follows the Buddha’s path.’
Aanvulling
Een groot deel van de boeddhistische Aziatische landen werd in de vorige eeuw bezet door communisten. Mongolië was het eerste Aziatisch land (1924), gevolgd door Noord-Korea (1948), China (1949), Tibet (1951), Vietnam (1975), Cambodja (1975), en Laos (1975).
Nationale schatten
Vreedzaam samenleven leek in het begin mogelijk door de overeenkomsten tussen het boeddhisme en het communisme. Jin Y. Park schrijft: ‘Boeddhisten noch communisten geloven in een schepper God en beide zijn gebaseerd op een visie van universele gelijkheid.
De bevolking van Mongolië bijvoorbeeld steunde het communisme, omdat dit het land had bevrijd van de Chinese bemoeienis. Vietnamese communisten streden tegen het westerse imperialisme en kregen daardoor sympathie voor het communisme. Enerzijds was het boeddhisme voor de communisten een bevestiging van de eigen nationale identiteit, terwijl anderzijds het communisme een middel was om het land te beschermen tegen het buitenland.
Dit werd overschaduwd door ideologische tegenstellingen. Boeddhisme is immers ‘opium van het volk’, fantasie en bijgeloof. ‘Volgens het communisme is religie een instrument in de handen van de bourgeoisie om het proletariaat uit te buiten en om hierdoor de proletarische revolutie uit te stellen.’
Binnen enkele jaren begonnen communistische partijen met het uitroeien van boeddhisten en hun tradities. Zeer berucht is de Grote Repressie (1937-1939) in de Volksrepubliek Mongolië onder leiding van Khorloogiin Tsjoibalsan, die zwaar leunde op adviseurs van de Sovjet staatsveiligheidsdienst (NKVD). In de Sovjet-Unie was tegelijkertijd een grote zuivering aan de gang. Bijzonder mensvijandig zijn de Killing Fields (1975-1979) door de Rode Khmer van ‘Broeder nummer 1’ Pol Pot in Democratisch Kampuchea.
‘In de jaren 1990 begonnen communistische regeringen een relatieve tolerantie te tonen ten opzichte van het boeddhisme en religieuze praktijken doken opnieuw op toen boeddhistische kloosters werden gerenoveerd en boeddhistische voorwerpen werden erkend als nationale schatten,’ aldus auteur Jin Y Park.
BD publiceerde in 2019 over de vervolgingen in Mongolië en Cambodja in de artikelen Boeddhisme in duistere tijden 1 en 2.
Eigen ogen
Van Bhikkhu Amritananda krijgen we lovende berichten in zijn boekje Buddhist activities in socialist countries uit 1961. De bhikkhu was vice-president van de World fellowship of Buddhists en president van de Nepalese Buddhist association. In 1955 ontmoette hij voor het eerst boeddhisten uit de Volksrepubliek China en later boeddhisten uit andere socialistische landen. Dit gebeurde bijvoorbeeld tijdens de 4de conferentie van de World Fellowship of Buddhists in Kathmandu, Nepal november 1956. Hij schrijft: ‘Deze bijeenkomst maakte een einde aan alle twijfel over de vrijheid van godsdienst in socialistische landen.’
Dankzij een rondreis in 1959 kon hij het nieuwe China met eigen ogen zien en schrijft erover in het hoofdstuk China as I saw it. Hij prijst de vooruitgang van het land. Er zijn na 10 jaar machtsovername in heel China geen klaplopers, bedelaars, werklozen, dieven of rovers meer en iedereen heeft een dak boven het hoofd: ‘Dankzij onderwijs en begrip kan men discipline handhaven, niet door geweld. Ik heb buitenlanders horen zeggen dat in China alles met geweld gebeurt. Dat is een regelrechte leugen en pure onzin.’
Op bladzijde 18 van zijn boekje beschrijft hij de situatie van de Chinese boeddhistische monniken, die net als in andere landen leven van giften. Sommige kloosters hebben hun eigen bezittingen. In China zijn kloostereigendommen het eigendom van monniken en belastingvrij. Als er nood is ondersteunt de Communistische regering met subsidies de monniken en de tempels, aldus de monnik. Een citaat: ‘The Buddhist monks in Chinese temples are no more like beggars as before liberation. They are more educated now. Buddhist monks in Chinese temples live quite a simple life, as is usual in any other Buddhist country. They study their religious history, art, culture and philosophy. At present the monks also study foreign languages, economics, geography and even science with great interest.’
De situatie van het Nieuwe China die de monnik ‘met eigen ogen zag’ staat echter mijlenver af van wat we weten over het China van Mao in de jaren 1950 en 1960.
Jaap zegt
Mja, ik vind het niet het sterkste artikel, omdat het het marxisme totaal misrepresenteert door het westerse verhaal over socialisme compleet over te nemen. Massamoord dit, dictatuur dat, zonder echt context te geven of dieper onderzoek er naar te doen. Misschien is het boek beter, maar ik bespaar me de moeite.
Het socialisme wordt eigenlijk gestrawmanned….
Dictatuur van het proletariaat is niet één dictator van een land die zegt dat ie het voor het volk doet, maar de arbeidersklasse die de baas is (over de kapitalistische klasse).
De quote over “opium van het volk” wordt uit context gehaald (ookal is er zeker kritiek te geven op hoe de Sovjet unie omging met religie). De “bloedbaden” worden opgesomd zonder context. Zo ook Cambodja dat werd gesteunt door de VS om het daadwerkelijk socialistisch Vietnam te ondermijnen.
Over geweld… kapitalisme is een ongelooflijk geweldadig systeem, wat kosten wat het kost zichzelf in stand houd, dus met ongelooflijk veel “bloedvergiet”. Als je er een alternatief op bied zonder dat te kunnen verdedigen voor t kapitaal dan zal je altijd falen, want als het moet (wanneer kapitalisten hun macht verliezen) ben je je leven niet zeker…
kees moerbeek zegt
Mwoeah, mogelijk ben je het deel beginnend met ‘Aanvulling’ vergeten te lezen, contexten te over en diepte genoeg. Overigens vraag ik me af of je wel weet wie de lezers van BD zijn. Toch handiger om je voor de volgende keer beter te richten op de doelgroep van BD. Hieronder een :-)
Breng een zonnetje onder mensen: https://www.youtube.com/watch?v=q5QJ2_bWioQ