Voorwaardelijk ontstaan is van de bron van lijden geworden tot de bron van verlossing. Loopt er tussen deze twee uitersten nog een weg van het midden?
Nagarjuna staat binnen het boeddhisme in hoog aanzien, maar ik vind het maar een rare denker. Zijn verzen getuigen van een koud soort logica. Dit kan niet en dat kan niet, en zus en zo evenmin, dus moet alles wel ‘leeg’ zijn. Zijn beroemde negatieve methode komt niet erg positief over. Nagarjuna (India, tweede eeuw na Chr.) legde het filosofisch fundament voor de ‘leegte’ of ‘sunyata’ en wordt wel de tweede Boeddha genoemd. Geef mij de eerste maar.
Je ziet mensen bijna over hun eigen gedachten struikelen wanneer je leest of hoort hoe ze proberen uit te leggen dat alles ‘zonder inherente existentie’ is. Het lijkt wel of ze zichzelf willen overtuigen dat ze recht in de leer zijn, terwijl van al dat dappere pogen ondertussen dikke druppels van kunstmatigheid afdruipen. Het gaat zo tegen iedere intuïtie in. Waarom niet gewoon zeggen: gooi maar in mijn petje?
Ik weet nooit goed of boeddhisme en filosofie wel een gelukkige combinatie vormen. Het begint al met de Abhidharma, een nogal schematisch uitgevallen proeve tot het systematiseren van de leer van de Boeddha. De volgende in de lijn, Nagarjuna, was misschien ook niet een geslaagd hoofdstuk.
Sommigen zullen tegenwerpen: daar gaat de hele onderbouwing van Mahayana in een keer het raam uit, maar daar ben ik nog niet zo zeker van. Er is meer onder hemel en aarde dan de afwezigheid van inherente existentie. We hebben bovendien onze ervaring als basis voor eigen, kritisch onderzoek.
Filters
Zelf vergelijk ik de Boeddha wel eens met de Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804). Aan hem wordt de ontdekking toegeschreven dat het menselijk verstand alle ervaring filtert. Tijd (verandering) en ruimte (vorm) zitten als het ware voorgeprogrammeerd in ons besturingssysteem, zei Kant. Wat wij kunnen kennen is ons verstand, niet de werkelijkheid ‘daarbuiten’. Het ‘Ding an sich’ ligt buiten ons bereik.
Ook de Boeddha kwam tot het inzicht dat de menselijke ervaring gefilterd wordt. Hij noemde zijn filters ‘skandha’s’. Als je lichaam en geest samen ontleedt in factoren, dan houd je alleen die skandha’s over. Samen maken deze uit wat je in de taal van onze tijd zou kunnen noemen: willen, waarnemen en bewustzijn.
In de visie van de Boeddha conditioneren deze factoren alle ervaring totdat je je ervan weet te bevrijden. Evenals veel later Kant met een compleet andere insteek, onderkende de Boeddha dat ‘de’ werkelijkheid een geconstrueerde werkelijkheid is.
Lang vóór onze geboorte begint de keten al waarin de vormkrachten huizen die ons leven in belangrijke mate zullen beheersen. We danken ons bestaan aan onze voorouders die ons een fonds van genetisch bepaalde mogelijkheden meegeven. Al in de baarmoeder wordt de basis gelegd voor het fysieke substraat dat ons later in staat zal stellen een begrippenapparaat te ontwikkelen waarmee we ons een eigen werkelijkheid gaan voorstellen.
We komen op deze aarde te midden van het geaccumuleerde karma van anderen. We hebben een zekere vrijheid om onszelf te ontwikkelen, maar geen absolute vrijheid. Onze vrijheid wordt ingeperkt door de vormkrachten die we met ons meedragen en door onze onwetendheid, aldus de Boeddha. Welkom in de wereld van het voorwaardelijke ontstaan.
Voorstelling
Met een geconstrueerde werkelijkheid wordt niet bedoeld ‘perceptie’ zoals in ‘jouw perceptie is een andere dan de mijne’. Nee, wat de Boeddha zich realiseerde is dat dat maar een uitloper is van een veel dieper liggend probleem, namelijk dat mensen zich niet kunnen voorstellen dat datgene wat ze zich voorstellen maar een voorstelling is, en niet de werkelijkheid. En dat die onwetendheid een dimensie is van een menselijk bestaan dat zelf broos en wel meedeint op de golven van een zee van lijden.
De Boeddha overzag heel het systeem van ‘periodieke elementen’ dat voorwaardelijk ontstaan is gaan heten. Voorwaardelijk ontstaan gaat zowel over het systeem, de keten van wedergeboortes, als over de zelf-ervaring van de mens.
Helaas echter houden mensen er niet van wanneer hun hun werkelijkheid wordt afgepakt. De werkelijkheid is ‘wat voor jou werkt’: het schept orde in een chaos van data, scheidt signaal van ruis en lijkt een zeker houvast te geven om onheil af te weren.
“Fijn dat die werkelijkheid volgens u lijden is, mijnheer de Boeddha, maar wij doen het er toch maar graag mee,” zegt de mensheid in meerderheid nu al vijfentwintig eeuwen lang. En ook al vloek ik misschien in de kerk, ik voeg daaraan toe dat ik betwijfel of leegte en (het gebrek aan) inherente existentie veel zullen bijdragen aan de overtuigingskracht van het boeddhisme.
Reikwijdte
In de ogen van een sceptische buitenwereld heeft de school van de Leegte niet het ‘nihilistische’ imago kunnen verhelpen dat de leer van de Boeddha al als stigma met zich meedroeg. Er is echter nog iets anders wat je kunt inbrengen tegen leegte als concept. Als je opschuift van ‘onze ervaring is niet zelf’ via ‘de mens heeft geen zelf’ naar ‘geen enkel verschijnsel heeft een zelf’, dan kun je met de meest oprechte bedoelingen om een brug te slaan naar de oude Boeddha, steeds verder van hem af komen te staan.
De Boeddha zei: “Onze ervaring is niet zelf.” Maar naarmate je meer de leegte van alle verschijnselen gaat benadrukken, effen je ook de weg om de reikwijdte van het zelf steeds verder op te rekken. “De ander is even leeg als ik, dus ik ben daarin verbonden met de ander, wat zeg ik, met al het andere!”
Deze beweging heeft zich in de geschiedenis van het boeddhisme voltrokken. Voorwaardelijk ontstaan is van de bron van lijden geworden tot de bron van verlossing. Loopt er tussen deze twee uitersten nog een weg van het midden?
Dit is het tweede deel in de serie ‘Bronnen van het boeddhisme’ waarin Jules Prast de Dharma op een eigentijdse manier bevraagt, op zoek naar verbinding tussen traditie en de ervaring van vandaag.
John Willemsens zegt
Dit is een duidelijke uitleg van de twee interpretaties in het boeddhisme van het begrip pratityasamutpada: http://www.advayavada.com/the-doctrine-of-pratitya-samutpada/
Er staat nog veel meer op deze site onder pratityasamutpada, emptiness, enz.
robbie rosmalen zegt
Beste Jules,
het is waar dat niet iedereen de capaciteit heeft om de leringen over leegte te begrijpen. (of te onderwijzen..) Dat wil echter niet zeggen dat ze niet belangrijk zijn. Zonder rechtstreekse ervaring van leegte is nirvana onmogelijk, zowel in Hinayana (Theravada) als Mahayana.
Al is de uitleg verschillend.
Een intellectueel begrip van leegte kan al voor enige verlichting zorgen, gehechtheid vermindert, boosheid vermindert, jaloezie vermindert omdat we begrijpen dat de objecten niet op zichzelf bestaan maar louter naam zijn (Prasangika) , en projecties van de geest(Chittamatra). Dan begrijpen we ook waarom wanneer we de geest zuiveren, ONZE ervaring van de wereld ook zuiverder wordt en waarom nirvana mogelijk is.
Als jij iets niet begrijpt, wil dat niet zeggen dat het geen plaats heeft in het boeddhisme. Theravada teksten zijn ook pas verschenen eeuwen na de Boeddha, dus ze hebben net zoveel of net zo weinig authenticiteit als de Mahayana. Er is geen enkele Mahayana en Vajrayana leraar die meent dat Boeddha enkel Hinayana (Theravada en andere sub-scholen) heeft onderwezen.
Al je veronderstellingen zijn louter dat… veronderstellingen, meningen, je gelooft dit… , je gelooft dat…. (naar aanleiding van je eigen kennis van geschriften, en je eigen ervaring en gebrek aan ervaring…)We gaan pas weten waneer we directe ervaringen krijgen via meditatie. Dan is er geen twijfel meer..
Jules Prast zegt
Dank voor je reactie, Robbie.
In de eeuwen na de Boeddha zijn er tal van boeddhistische scholen ontstaan. Sommige daarvan hebben (verschillende versies van) de Abhidharma voortgebracht. De Abhidharma is een bron van wijsheid, bijvoorbeeld op het gebied van de toegepaste psychologie.
Anderzijds vind ik de Abhidharma de plank misslaan waar deze zich stort op het inventariseren van ‘reëel bestaande’ dharma’s. Ten opzichte van de leer van de Boeddha verlegt dit mijns inziens de nadruk te veel van de levenspraktijk naar het gebied van filosofische speculatie waaraan de Boeddha zichzelf wijselijk niet wilde wagen.
Ik heb Nagarjuna en de literatuur over Nagarjuna bestudeerd en het komt mij voor als waarschijnlijk dat hij een filosofische reactie wilde formuleren op de reïficatie van dharma’s bij een of meerdere Abhidharma-scholen. Ik vind dat ‘afwezigheid van inherente existentie’ echter even abstract is als het filosofische alternatief waartegen hij opponeerde.
Er zijn in de geschiedenis van het boeddhisme elegantere oplossingen te vinden om sunyata ervaarbaar te maken. Daar kom ik in een volgend artikel nog op terug.
Zoals de aftiteling onder mijn artikel zegt, ik bevraag de Dharma op een eigentijdse manier, op zoek naar verbinding tussen traditie en de ervaring van vandaag. Ik vind afwezigheid van inherente existentie minder geschikt voor boeddhistisch onderricht over leegte.
Interessant genoeg schrijf je in je reactie op mijn artikel zelf dat ‘dat de objecten niet op zichzelf bestaan maar louter naam zijn’. Kijk, het is dus mogelijk leegte uit te leggen zonder inherente existentie aan te roepen!
Niet voor niets haal ik Kant in mijn artikel erbij. Je kunt boeddhistische inzichten ook zeer wel onderwijzen door vergelijkingsmateriaal erbij te halen dat vlak onder de oppervlakte van ons culturele zelfverstaan ligt. Boeddhisme doet zichzelf echt tekort wanneer het zichzelf vooral in eigen, oude terminologie wil uitdrukken.
Overigens zou de scheidslijn die je lijkt te trekken tussen intellectueel begrip en meditatie én die tussen ervaring en gebrek aan ervaring, ook een mooi onderwerp zijn voor een kritische beschouwing. De aannames die hieraan ten grondslag liggen, zijn voor mij niet vanzelfsprekend.
Boeddhistische scholen zijn, voordat ze aan meditatie toekwamen, van oudsher vooreerst bezig geweest met de vraag hoe ze kennisaanspraken zeker konden stellen, ook omdat ze zichzelf ten opzichte van andere stromingen (en elkaar) moesten legitimeren. Ik ben zelf een boeddhistisch beoefenaar en geen boeddholoog; ik ontken dan ook niet dat je in meditatie oplossingen kunt vinden, al teken ik hierbij graag aan dat dit geen panacee is omdat verschillende boeddhistische scholen verschillende vormen van meditatie kennen die tot verschillende uitkomsten kunnen leiden.
Robert Keurntjes zegt
Jules, ik lees je stukken met plezier. Ik begrijp ze als een reflectie van iemand die er in duikt en vervolgens met vragen zit.
Ik zal de laatste zijn om te beweren dat Nagarjuna makkelijke kost is, vooral omdat het niet evident is waar hij op reageert of wat de vraag is waar hij een antwoord op tracht te geven.
Voor mij was Kant juist een filosoof waardoor ik dacht dat ik een stukje dichter bij Nagarjuna kon komen. Als Kant gelijk heeft dat we het Ding an sich niet kunnen kennen impliceert dat dat we geen absolute uitspraken kunnen doen over wat er aan ons verschijnt. Ik begrijp Nagarjuna op die manier. Hij heeft het niet persé over het Ding an Sich maar over de verschijnselen. En alles wat aan mij verschijnt, verschijnt op basis van onderlinge afhankelijkheid en is dus leeg van een intrinsieke essentie.
Zo maar een gedachte van iemand die denkt dat boeddhisme en filosofie heel goed bij elkaar passen.
Jules Prast zegt
Robert: Ik kan me inderdaad goed voorstellen dat je via Kant bij Nagarjuna uitkomt al zou ik eerder aan Yogacara denken. Wat ik in het onderhavige artikel doe door de skandha’s naar het voorbeeld van Kant’s categorieën als filters te betitelen, is een opening maken om de Boeddha, voorwaardelijk ontstaan en leegte in een volgend artikel te bezien vanuit het perspectief van de existentiële fenomenologie. Ik ben de enige niet die dit doet, zie bijv. Stephen Batchelor (Alone with others), Thich Nhat Hanh (Understanding our mind) en Dan Lusthaus (Buddhist phenomenology). Dus zo somber ben ik ook weer niet over boeddhisme en filosofie. Er zullen naar ik verwacht echter wel weer lezers zijn die gaan informeren of ik nog wel eens mediteer en of ik niet eerst beter een boek zou kunnen schrijven.
robbie rosmalen zegt
Jules zegt: verschillende boeddhistische scholen verschillende vormen van meditatie kennen die tot verschillende uitkomsten kunnen leiden.
En juist daarom kan je niet categorisch leegte en afhankelijk ontstaan als een probleem benoemen. (en menen dat we maar bij de zgn oude teksten moeten blijven – die net zo betrouwbaar of onbetrouwbaar zijn als de Mahayana teksten)
Jules: . Ik vind dat ‘afwezigheid van inherente existentie’ echter even abstract is als het filosofische alternatief waartegen hij opponeerde.
Omdat je geen leraar hebt ontmoet die je kan uitleggen hoe dit begrip van leegte je kan helpen om 1- vrij te worden van problemen in het dagelijks leven en 2- bevrijding te bereiken uit samsara. Als je de juiste leraar ontmoet, zal je zien dat er niets abstracts is aan leegte, heb je weleens gehoord van : Leegte is vorm, vorm is leegte….(Hart-soetra)
Wie in nihilisme vervalt, of leegte als abstracte filosofie neerzet , begrijpt het niet. Nagarjoena ontkent niet dat dingen/verschijnselen bestaan, ze bestaan alleen anders dan wij denken.
Zij die deze erg diepzinnige onderwerpen begrijpen en gebruiken in het dagelijks leven (waarvoor dit bedoeld is..) ervaren een vermindering van lijden (waarvoor het Boeddhisme bedoeld is) en problemen en een toename van geluk en controle in hun leven en ervaringen.
robbie rosmalen zegt
Jules; Boeddhistische scholen zijn, voordat ze aan meditatie toekwamen, van oudsher vooreerst bezig geweest met de vraag hoe ze kennisaanspraken zeker konden stellen, ook omdat ze zichzelf ten opzichte van andere stromingen (en elkaar) moesten legitimeren
Dat is jouw idee Jules, maar daar geloof ik helemaal niets van….. Zonder meditatie, geen boeddhisme. Boeddha liet zien dat er gemediteerd moet worden om de kennis en ervaring op elkaar af te stellen.
Jules Prast zegt
Leegte is voor mij geen probleem.
Leegte uitleggen in termen van inherente existentie wel.
De congruentie is tussen ons ver te zoeken: jij ‘weet’ het en ik stel ter discussie. Dat is een recept voor een gebed zonder eind.
robbie rosmalen zegt
Ik zeg niet dat ik HET weet. (Wist ik het maar…) Ik weet alleen wat ik ervaar. En je kan best dingen ter discussie stellen, maar jij doet dat door extreme stellingen te poneren. (Wellicht om reacties te krijgen.)
Ik geloof echter dat veel leringen van Boeddha ervaren dienen te worden voordat we ze volmaakt begrijpen. We kunnen best discussieren en ons intellectuele begrip verbeteren maar dat is nog geen “ervaring”, die vooral uit meditatie en het in praktijk brengen van leegte in het dagelijks leven voortkomt.
Jules zegt: Leegte is voor mij geen probleem. Leegte uitleggen in termen van inherente existentie wel.
Dan ben je wellicht beter af door de leringen over leegte van de Chittamatra school te bestuderen en als meditatie object te gebruiken. (Verschijnselen zijn een manifestatie van de geest, hebben dezelfde aard als de geest.) De Chittamatra zienswijze heeft mij heel erg geholpen om Madhyamika Prasangika van Nagarjoena iets) beter te begrijpen.
Jules Prast zegt
Dank voor je tip, Robbie. Op grond van mijn ervaring vind ik Yogacara veel beter passen bij de leer van de Boeddha qua voorwaardelijk ontstaan, leegte en meditatieve praktijk dan Nagarjuna. Ik ga daar in een volgend artikel over schrijven (zie ook mijn antwoord aan Robert) op het gevaar af dat ik ook daar weer van al te grofmazige generalisering wordt beticht. Yogacara is namelijk eveneens een zeer veelvormig thema. Feit is dat we ondertussen toch een levendige discussie hebben en aanschouwelijk onderricht voor de meelezers.
John Willemsens zegt
Jules, Hier wat info die je misschien wilt meenemen in je voorbereidend onderzoek over Yogachara, enz.: http://advayavada.wordpress.com/tag/t-r-v-murti/ Gr. John.
Tom zegt
Jules, met dit artikel breng je kennis over aan mij. Een boeddhistisch “groentje” dat nog met de starterskit worstelt.
Jouw artikel brengt kennis. De reacties van Robbie en Robert schenken vervolgens inzicht. Leegte vind ik nog lastig om te doorvoelen, blijvend te ervaren. Meestal gebruik ik een “zwart gat in het heelal” als metafoor. Zoals duisternis geen duisternis is, maar absentie van licht, is leegte dan geen leegte maar de afwezigheid van waarneembare massa? Ik vind het mooi dat brengers van kennis en inzicht middels dit platform het boeddhisme, voor beginners zoals ik, uitnodigend houden…
robbie rosmalen zegt
Misschien verduidelijkt dit de discussie ??
Uit- Modern Boeddhisme van Geshe Kelsang Gyatso;
Je Tsongkhapa heeft gezegd:
De kennis van leegte is superieur aan elke andere kennis,
De Leraar die leegte foutloos onderwijst is superieur aan elke andere leraar,
En de realisatie van leegte is de werkelijke essentie van Boeddhadharma.
WAT IS LEEGTE?
Leegte is hoe dingen werkelijk zijn. Ze is de manier waarop dingen bestaan in tegenstelling tot de manier waarop ze verschijnen. We geloven van nature dat de dingen die we om ons heen zien, zoals tafels, stoelen en huizen werkelijk bestaan, omdat we geloven dat ze op precies dezelfde manier bestaan als waarop ze verschijnen. De manier waarop dingen aan onze zintuigen verschijnen is echter bedrieglijk en volledig in strijd met de manier waarop ze werkelijk bestaan.
Dingen lijken van hun eigen kant te bestaan, zonder af te hangen van onze geest. Dit boek dat aan onze geest verschijnt bijvoorbeeld, lijkt zijn eigen, onafhankelijke, objectieve bestaan te hebben. Het lijkt ‘buiten’ te zijn, terwijl onze geest ‘binnen’ lijkt te zijn. We denken dat het boek kan bestaan zonder onze geest; we denken niet dat onze geest er op enige manier bij betrokken is het boek zijn bestaan te geven.
Deze manier van bestaan die onafhankelijk is van onze geest wordt afwisselend ‘werkelijk bestaan’, ‘inherent bestaan’, ‘bestaand van zijn eigen kant’ en ‘bestaand van de kant van het object’ genoemd.
Hoewel dingen rechtstreeks aan onze zintuigen verschijnen als waar, of inherent bestaand, hebben alle verschijnselen in werkelijkheid een afwezigheid van, of zijn leeg van werkelijk bestaan. Dit boek, ons lichaam, onze vrienden, wijzelf en het hele universum zijn in werkelijkheid slechts verschijningen aan de geest, zoals dingen die in een droom gezien worden.
Boeddha zegt dat hetzelfde geldt voor alle verschijnselen; ze zijn louter verschijningen aan de geest, volledig afhankelijk van de bewustzijnen die ze waarnemen.
Jules Prast zegt
Dankjewel. Exegese van leegte en Nagarjuna is zeker in het Tibetaanse boeddhisme een soort specialiteit geworden zonder dat ik het idee heb dat iemand er het verlossende woord al over heeft weten te spreken.
Jules Prast zegt
Dank, Tom. Ik beschouw je woorden als een aansporing om te kijken of ik naast kennis ook inzicht kan overdragen. Overigens geloof ik dat we allemaal beginners zijn die stukjes van ons incomplete begrip bij elkaar leggen en kijken of we zo samen iets wijzer kunnen worden.
John Willemsens zegt
Voor mij betekent ‘leeg’ simpelweg onderling afhankelijk. Ik zie en beleef alles zonder uitzondering als volkomen onderling afhankelijk. Ik deel Robbie’s idealistische interpretatie geenszins. Vorm en leegte zijn hetzelfde.
Tom zegt
Dank je wel Robbie, ik ben weer een stapje verder!
dirk marcelis zegt
Erg boeiende en fundamentele discussie !
De term “sunyata” (“leegte” – “niets”) kan in het nederlands vertaald inderdaad wat “negatief” overkomen, maar dat is dit begrip allesbehalve!
Wanneer gezegd wordt dat een ding (zowel een levend of niet-levend ding) “leeg” is, wordt bedoeld dat het niet op zichzelf bestaat; het heeft geen op zichzelf bestaande natuur.
Het boeddhisme gaat er immers van uit dat geen enkel iets op zichzelf bestaat, maat dat alles slechts in afhankelijkheid en verbondenheid bestaat. Thich Nhat hanh drukt dat mooi uit als “interbeing”.
De idee dat iets op zichzelf zou bestaan, is voor het boeddhisme juist de oorsprong van “lijden” . Wij gedragen ons allemaal alsof we louter op zichzelf bestaande wezens zijn, met een onverwoestbare eigen ziel, een “zelf” (een “atman” in het sanskriet – cfr ons woord “adem”, dat aan dat woord verwant is). Vanuit dit “ego-centrisch” standpunt zien we de dingen verkeerd en gedragen we ons dan ook vaak verkeerd. Een heleboel fundamentele dingen zijn dan ook voor ons niet begrijpelijk…
Voor het boeddhisme is er nu net géén zelf . We kunnen niet op onszelf bestaan, we hebben water licht, lucht en duizend andere dingen nodig (niet in het minst andere mensen – waar zouden we zijn zonder ouders…) om te kunnen blijven bestaan. Het boeddhisme geeft met de leer van “geen zelf” en “leegte” (sunyata) eigenlijk aan dat ons ware fundament precies die grote verbondenheid is, het “alles”. Onze echte “kern” is dus juist niet iets in “onszelf”, maar wel die verbondenheid, fundamentele onderlinge afhankelijkheid.
De “leegte” van alle individuele dingen verwijst zo uiteindelijk naar de volheid van het Al, het cognitief onvatbare “ganse”.
Om met een woordje van Dogen te besluiten : “That the self advances and confirms the ten thousand things is called delusion; That the ten thousand things advance and confirm the self is called enlightenment”