De bouw van Chinese dorpen in een heilig boeddhistisch gebied in bezet Bhutaans gebied is onderdeel van een bredere anti-Indiase strategie.
Begin mei kondigde China aan dat de bouw van een nieuw dorp, Gyalaphug in het Tibetaans of Jieluobu in het Chinees, in het zuidelijk deel van de Tibetaanse Autonome Regio was voltooid. Er is slechts één probleem: Gyalaphug ligt in Bhutan, niet in China.
En er is meer. In Foreign Policy van 7 mei lezen wij dat China bezig is met de bouw van drie dorpen (waaronder Gyalaphug), ‘66 mijl nieuwe wegen, een kleine waterkrachtcentrale, twee administratieve centra van de communistische partij, een communicatiebasis, een opslagplaats voor rampenbestrijding, vijf militaire of politiebuitenposten, en wat men vermoedt een belangrijke seintoren, een satellietontvangststation, een militaire basis, en tot zes veiligheidslocaties en buitenposten,’ alles op Bhutanees grondgebied.
Wat China doet op het grondgebied van een soevereine staat is ongehoord, en de naam van het gebied, ‘Beyul’, roept onmiddellijk een diepe religieuze betekenis op. In het Tibetaans boeddhisme zijn beyuls verborgen valleien die door de ‘tweede Boeddha’ Padmasambhava in de 8e eeuw na Christus werden aangewezen als spirituele toevluchtsoorden. Beyuls zijn de plaatsen waar de spirituele en de materiële wereld elkaar raken. Het zijn ook, zo onderwees Padmasambhava, de plaatsen waar boeddhisten zich kunnen terugtrekken wanneer de rest van de wereld te corrupt wordt voor hun beoefening.
Het precieze aantal door Padmasambhava aangewezen beyuls wordt betwist, maar Beyul Khenpajong, het gebied dat nu door de Chinezen wordt bezet, is er zeker één van. Door nog een beyul te bezetten, naast die in de zogenaamde Tibetaanse Autonome Regio, geeft de CCP een krachtig signaal dat zij het Tibetaans boeddhisme onder de controle van de partij wil houden.
De stap heeft echter ook een geopolitieke betekenis. China en Bhutan onderhouden geen diplomatieke betrekkingen, maar er zijn periodieke politieke besprekingen, en de Bhutanese autoriteiten hebben wijselijk altijd geprobeerd een confronterende houding tegenover hun mammoetbuur te vermijden. Ze kunnen ervoor kiezen de andere kant op te kijken, zelfs wanneer China 495 vierkante kilometer Bhutanees grondgebied bezet in het Beyul Khenpajong en Menchuma Valley gebied, hoewel Foreign Policy opmerkte dat, ‘gezien het onvergelijkbare belang ervan voor de Bhutanezen en voor Tibetaanse boeddhisten in het algemeen, geen Bhutanese ambtenaar dit gebied ooit formeel zou afstaan aan China, net zo min als Groot-Brittannië Stonehenge of Italië Venetië zou afstaan.’ Het is nooit een Chinees gebied geweest, en de aanspraken van China zijn ongegrond.
Naar verluidt heeft China in de politieke besprekingen gezegd dat het bereid is het bezette deel van Beyul Khenpajong terug te geven aan Bhutan in ruil voor nog eens 269 vierkante kilometer (104 vierkante mijl) betwist gebied-Doklam, Charithang, Sinchulungpa, Dramana, en Shakhatoe in westelijk Bhutan. Deze gebieden liggen ver van Beyul Khenpajong, maar dicht bij de drievoudige grens tussen China, Bhutan en India, en de controle erover zou Peking een beslissend militair voordeel bieden om India te bedreigen.
Intussen nemen in China de haatcampagnes tegen India niet af. Bitter Winter berichtte over smakeloze sociale-mediaposts van officiële CCP-instellingen met beelden van de crematie van Indiase COVID-19-slachtoffers, vergezeld van commentaar op India’s vermeende op religie gebaseerde achterlijkheid. Hoewel de berichten werden verwijderd en door velen bekritiseerd, verklaarde professor Shen Yi van de Fudan Universiteit, die in China een social media held is geworden vanwege zijn ultranationalistische opmerkingen, dat de vergelijking van India’s ‘achterlijke’ brandstapels en China’s ‘progressieve’ raketlancering ‘heel goed’ was, eraan toevoegend dat ‘de opvliegendheid veroorzaakt door de flirtende hoer die India is, ook noodzakelijk is. Wat betreft de heiliger-dan-gij teven [verwijzend naar degenen die kritiek hadden op de slechte smaak van de berichten], als jullie je gevoelens willen uiten, ga dan naar India en verbrand brandhout.’
Bron Bittere Winter https://bitterwinter.org/china-occupies-sacred-land-in-bhutan-threatens-india/
Henk Molenaar zegt
Er jammer dat India in hun onverschilligheid nog steeds loopt te dromen. Hier hadden ze Bhutan moeten verdedigen, maar ook nu laten ze het weer liggen net als destijds met Tibet. Hadden ze Tiber eerder ingenomen, want dat was de vraag destijds, dan had de wereld er een stuk anders en wellicht beter uitgezien. Het kost erg veel moeite voor India hun verantwoordelijkheid te nemen, welk land krijgt het wel voor elkaar om in 10 dagen een groot ziekenhuis operationeel te krijgen…..Arme Bhutan, het zoveelste slachtoffer van India’s achteloosheid.
Michael den Hoet zegt
@ Henk: Dat zien de mensen in Bhutan helemaal anders. Toen India in 1948 onafhankelijk werd, nam de vroegere Britse Kolonie de beschermende functie voor Bhutan van Groot-Brittannië over. Op 8 augustus 1949 tekende Bhutan een vriendschapsverdrag met India, volgens welke India het buitenlandse beleid van Bhutan mede verzorgt en economische hulp verleend. Zonder de militaire ondersteuning van India was Bhutan waarschijnlijk al lang bij het communistische China ingelijfd. Toen in 2017 de VR China probeerde de Bhutaanse Doklam-vlakte te bezetten, greep India in en redde de situatie. Begin van dit jaar doneerde India zelfs over een half million porties Corona-vaccinaties. Daardoor kon Bhutan binnen twee weken bijna de hele bevolking met een immunisatie verzorgen. Dat China het (feitelijk onbewoonde) dorp op het grondgebied van Bhutan kon bouwen, had er ook mee te maken dat de VR China de afgelopen jaren het leger van India voortdurend zit te plagen in andere gebieden van de Himalaya – vooral in Ladakh, maar ook in het noorden van Sikkim. Niettemin is niet zeker dat dit dorp niet zal blijven. Het ligt direct aan en rivier waar vaker overstromingen plaats vinden.