In de jeugdbeschermingsketen werken organisaties als Veilig Thuis, de gemeente, de politie, de Raad voor de Kinderbescherming, de gecertificeerde instellingen, de kinderrechter en de jeugdhulpverlening als collega’s met elkaar samen. Waar dat toe kan leiden willen we hier aan de hand van een casus bespreken.
Als in 2016 de ouders scheiden is hun dochter 9 jaar oud. Moeder vertrekt met dochter en vindt eerst onderdak bij familie en later krijgt ze een eigen woning. Een jaar later, in 2017, wordt de echtscheiding uitgesproken. De kinderrechter bekrachtigt dat het hoofdverblijf van de dochter bij moeder is. Vader is echter niet tevreden en procedeert door tot aan het Hof om het hoofdverblijf bij hem te krijgen. Het is tevergeefs. Vader doet ook een melding bij Veilig Thuis en beschuldigt moeder van psychische mishandeling van de dochter. De inmiddels 10-jarige dochter gaat meedoen met de beschuldiging van vader en beweert tegen de onderzoekster van Veilig Thuis al jaren psychisch mishandeld te worden door haar moeder. Vader besluit de dochter, na afloop van een weekend bij hem, niet meer naar haar moeder te laten gaan. Hij overlegt dit met de VeiligThuis-onderzoekster, die achter zijn actie staat. Op basis van interviews met vader, de dochter en moeder besluit de onderzoekster van VeiligThuis dat er sprake is van psychische kindermishandeling door moeder en dit komt ook zo in de eindrapportage te staan, welke naar de Raad van de Kinderbescherming gaat.
Moeder is het er niet mee eens dat de dochter nu bij vader woont en dat ze geen enkel contact meer met haar heeft. Ze ontkent iedere vorm van mishandeling door haar gedaan. Als moeder zich tot de politie wendt, omdat ze aangifte wil doen tegen vader, het hoofdverblijf is tenslotte bij haar. De politie neemt contact op met Veilig Thuis en kiest vervolgens de kant van vader. Aangifte doen is voor moeder niet mogelijk en het wordt haar ook verboden om naar school te gaan en haar dochter op te halen. Het resultaat van de bemoeienis van Veilig Thuis is dat moeder haar dochter kwijt is en vader triomfantelijk vertelt dat zijn ex hun dochter mishandelde, daarbij verwijzend naar Veilig Thuis.
Ondertussen wordt er een ondertoezichtstelling uitgesproken, omdat de emotionele ontwikkeling van de dochter bedreigd wordt en er wordt door de gecertificeerde instelling een gezinsvoogd aangesteld. Ook deze gaat uit van de conclusies van Veilig Thuis.
Ruim een jaar later, mede door de inzet van een advocaat, krijgt moeder de mogelijkheid om met Veilig Thuis medewerkers haar onvrede te bespreken. Het dossier was immers gesloten De onderzoekster zelf is inmiddels vertrokken vanwege slecht functioneren en er is een interim-manager aangesteld om orde op zaken te stellen in de organisatie zelf, die in een grote crisis zat. Volgens deze manager en de toen betrokken orthopedagoge zitten ze er zelf ook mee en had dit rapport nooit zo de deur uit gemogen. De psychische mishandeling door moeder is zeker niet bewezen. De onderzoekster was een ZZP-er, heeft zich laten beïnvloeden door vader en heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar feiten. Ze willen alles wel doen om hun hun fouten te herstellen.
Vervolgens heeft moeder en een gesprek met de politie. De betrokken jeugdagent en wijkagent schrikken enorm als ze horen dat Veilig Thuis nu afstand neemt van haar eigen rapport en ze beseffen dat ze zich op het verkeerde been hebben laten door Veilig Thuis. Ze nemen dit hoog op en gaan dit intern bespreken. In hun verontwaardiging delen ze ook nog mee dat ze al vaker hebben meegemaakt dat ze op basis van onjuiste informatie gehandeld hebben. Ze hebben zelfs een keer meegewerkt aan het uithuishalen van een kind op grond van een beschikking van een kinderrechter. Later bleek deze beschikking er helemaal niet te zijn. Je moet elkaar in de jeugdbeschermingsketen blindelings kunnen vertrouwen, zijn deze twee functionarissen van de politie van mening, maar in de praktijk blijkt dat dus niet te kunnen. Met als resultaat een escalatie van de problemen, kinderen die niet meer thuis wonen en onterechte beschuldigingen van kindermishandeling.
Zelfs de VeiligThuis-organisatie vindt nu achteraf dat dit onderzoeksverslag nooit zo naar buiten had gemogen en dat dit ten koste is gegaan van moeder en dochter. Er is geen enkel feitelijk bewijs van psychische kindermishandeling door moeder. Meningen zijn als feiten in het rapport gekomen en er heeft geen goed wederhoor plaatsgevonden. Opvallend is dat hoewel VeiligThuis dit toegeeft en dit ook al eerder besefte, ze zelf niet onmiddellijk hun ketenpartners hebben willen informeren over deze onjuiste conclusies. En ook nu nog willen ze niet de moeite nemen om hun partners in de jeugdzorgketen in te lichten en hun rapport in te trekken.
De politie is kritiekloos meegegaan met de onjuiste conclusies van VeiligThuis. Hierdoor was het voor moeder niet meer mogelijk op korte termijn iets te doen voor haar dochter en zichzelf. Bekend is dat klachtenprocedures in de jeugdzorg maanden, zo niet langer, duren en zelden iets opleveren.
Een conclusie is ook dat onderzoekers van Veilig Thuis vaak situaties moeten beoordelen die veel te complex zijn om door een Hbo-opgeleide functionaris. Op de opleiding wordt bijvoorbeeld niet of nauwelijks aandacht besteed aan hoe je onderzoek doet naar feiten en de noodzaak van wederhoor. Het idee dat kinderen onder druk gezet kunnen worden door een ouder om te verklaren dat ze mishandeld worden is niet bij deze onderzoekster opgekomen. De onderzoekster had geen expertise op het gebied van eventuele psychopathologie van één of beide ouders en ze heeft zich nooit verdiept in ouderverstoting en gaslighting. Weliswaar is er ondersteuning geweest van een orthopedagoge, maar bij complexe scheidingen is veel meer expertise nodig om te voorkomen dat dit soort ernstige fouten gemaakt worden. Een oplossing kan zijn als de onderzoekers van VeiligThuis gaan werken onder supervisie van Experts, zoals gespecialiseerde psychiaters of BIG geregistreerde klinisch psychologen.
De conclusies van een ondermaats onderzoek blijven in de huidige situatie ongecorrigeerd doorwerken in de verdere jeugdbeschermingsketen. Het is voor ouders schier onmogelijk om hun recht te halen. Het is geen geheim dat kinderrechters ook sterk geneigd zijn uit te gaan van wat professionals werkzaam bij de ketenpartners hem of haar aan informatie aanleveren.
En tenslotte, het komt zelden voor dat fouten toegegeven worden en in deze situatie is dit uiteindelijk wel gedaan en dan zou je verwachten dat de vervolgstap is dat het rapport van Veilig Thuis ingetrokken wordt. Daar is tot op heden geen gevolg aan gegeven. Bestuurders doen hun best dit soort problemen te ontkennen en reageren in de media vaak met obligate opmerkingen als ‘we zijn een lerende organisatie’ en ‘er gaat ook veel goed’. Moeder en dochter laten ze in de kou staan.
Wulf zegt
Zeer goed artikel. De complexiteit van een casus zoals die er talrijk zijn komt goed tot uitdrukking. Heel herkenbaar van toen ik in een klachtencie Jeugdzorg zat met. Hoe wordt het nog complexer? Wanneer er ook nog de Belastingdienst/toeslagenaffaire een plek in krijgt, en die als DE boosdoener aangewezen wordt.