In deze reeks schrijfsels probeer ik wat gedachten te delen, en misschien wel discussie aan te zwengelen, over het raakvlak van maatschappelijk engagement en boeddhisme. Met in deze eerste helft sterke nadruk op seculiere waarden, en zo min mogelijk alleen dharmatalk. Verderop komt de boeddhistische kant van het raakvlak meer aan bod. Een aantal fundamenten, zoals het mensen aanspreken als individu en onderliggende ethiek/metta, kon je in het eerste schrijfsel lezen
Nu ga ik wat meer in op wat geëngageerd boeddhistisch handelen voor impact heeft op overheids- en individuele keuzen in economie en onderwijs. Zoals altijd slechts mijn bescheiden bijdrage aan het debat, mits refererend aan dezelfde basiswaarden zoals boeddhisme zijn andermans meningen misschien wel waardevoller. En misschien, heel misschien, kan de lezer er iets mee…
Sociale democratie
De ‘middenweg’ tussen enerzijds roofkapitalisme (USA republikeinen) en anderzijds centralistisch communisme/socialisme (vele historische voorbeelden) is sociale democratie of hoe we het systeem in Nederland/België en in feite heel Europa ook noemen. En vandaar ook dat ik in het vorige schrijfsel meldde dat alle ‘mainstream’ partijen, van Groenlinks en PvdD links tot VVD midden-rechts, een voor een boeddhist acceptabele keuze kunnen zijn. Geen van hen wil sleutelen aan de fundamenten van de middenweg, omdat ze meer voor- dan nadelen van de huidige keuzen zien. Zoals ik het zou verwoorden staan ze dan voor:
- Een balans tussen vrijheid van ondernemen en collectief belang. Ieder mag een bedrijf oprichten en producten en diensten aan het publiek aanbieden, en ieder mag ook land en/of een huis bezitten.
- Maar dat werkgeversbelang mag niet doorschieten zodat werknemers en consumenten vogelvrij zijn. Aan werknemerskant is er bijvoorbeeld het vrije recht om vakbonden te vormen, en dicteert de overheid een minimumloon (ongeacht of de werknemer Nederlander is of uit een ander EU-land komt.) En de verplichte collectieve gezondheidsfinanciering, waar geen discriminatie naar leeftijd of ‘preexisting conditions’ (een mooie roofkapitalisme-verzekertruc) toegestaan is. Ook garandeert de overheid een uitkerings-vangnet voor wie wil werken; zoals al in recente discussie weer gemeld zie ik totaal niets in het idee van ‘basisinkomen’ vanwege de kans op misbruik, dus diefstal van je medemensen, door wie wel kan maar niet wil werken.
- En vanuit consumentenbelang bewaakt de overheid bijvoorbeeld kartelvorming. En probeert ze milieu-impact op alle zakelijke en privé-activiteiten ‘mee te nemen’ en meer en meer zelfs via de juiste doorbelasting in de prijs te laten meewegen. Denk aan steun voor elektrisch rijden en de kilometerheffing voor automobilisten.
- Onder andere vanwege het milieu, maar ook voor gelijke kansen van alle kinderen om naar een passende school te reizen, subsidieert en stimuleert de overheid ook openbaar vervoer.
- Hoewel de term ooit door de PvdA bedacht is heeft elk van de genoemde partijen ideeën over spreiding van kennis, macht en inkomen. En bij die ideologie hoort dan een lager dan wel hoger belastingniveau, al dan niet sterk of minder sterk nivellerend ingezet. En eventueel á la Thomas Piketty met keuzen om loon minder en kapitaal juist meer te belasten.
- En in dat nivelleren kunnen allerlei maatregelen genomen worden die een steuntje in de rug geven aan wie dat vanuit maatschappelijk belang nodig heeft. Zoals huurtoeslag voor wie te duur moet wonen, kinderbijslag en kinderopvangtoeslag voor wie extra kosten heeft voor kids (onze toekomstige belastingbetalers!), noem maar op. Of voor wie door gezondheidsproblemen niet inzetbaar is. En meer op groepsniveau, zoals buurten met veel achtergestelde bewoners, investeren in buurtwerk etc. Je kunt het daarnaast nog een niveautje groter bekijken, met betere spreiding wereldwijd. Dus herverdeling, via fair trade en ontwikkelingshulp, tussen ‘arme’ en ‘rijke’ landen; met dan wel de belangrijke toevoeging dat die landen zelf ook fors moeten werken aan corruptiebestrijding en nivellering/inkomensongelijkheid inplaats van een bodemloze put te bieden.
In het recente antiracismedebat worden daarbovenop ook allerlei maatregelen gesuggereerd voor subjectieve factoren zoals ‘achtergesteld zijn door huidskleur’ of ‘historische schulden van hen met wit privilege’. Totale nonsens mijns inziens; achterstelling van lower class mensen los je op met nivellerende maatregelen gebaseerd op objectieve zaken zoals hun lage inkomen, niet subjectieve zaken-tussen-de-oren. - Let wel dat ik geen oordeel geef over óf en hoeveel je zou moeten nivelleren nationaal en wereldwijd, daarover heeft pakweg de VVD een andere mening dan GroenLinks of PvdA. En ook niet over hoe de balans zou moeten zijn tussen vertrouwen van de uitkering-ontvangende burger en controle; tot aan 2012 was er gezien o.a. de ‘Bulgaren-fraude’ te veel vertrouwen, in de periode erna gezien de Toeslagenaffaire te weinig, en er zal nu een nieuwe balans gevonden moeten worden met input van de politieke partijen die een meerderheid weten te vormen. Terug naar dat nivelleren: graag op basis van objectieve criteria; zoals in schrijfsel 1 gemeld viel ik in mijn jeugd onder ‘witte lower class’ en had ik écht recht op zaken als bijstand net zoals ‘zwarte/Chinese/Meditterane lower class’ dat had en heeft. Dus ja, ik blijf geloven in ‘meritocratie’: het beste in elk mens kan worden bovengehaald o.a. door onderwijs en opvoeding, en moet er dan voor zorgen dat ieder met gelijke kansen de arbeidsmarkt betreedt. (Met het beste profiel voor elk kind – dat hoeft echt niet voor iedereen universiteit te zijn.) Alleen met objectieve criteria over achterstand kun je daarin compenseren, niet met subjectieve criteria zoals ‘laten we de lat nu eens wat lager leggen zodat ook mensen met minder-geschikte-familie/groepsconditionering xyz een kans krijgen’. Dat is geheel tegen het vrijheid-gelijkheid-broederschap ideaal in!
Spreiding van banen
Ik zal inzoomen op een specifieke dimensie, alvast vooruitlopend op de volgende schrijfsels die meer over discriminatie zullen gaan. En die dimensie van de sociale democratie heet ‘sturen van gelijke kansen op de arbeidsmarkt’, zodat iemand van lower class-ouders dezelfde kansen op een goed diploma en daarna een goede job heeft als iemand met upper class-ouders.
Essentieel daarbij is onderwijs. Dus:
- Goedkoop/toegankelijk onderwijs ongeacht het inkomen van de ouders.
- En boven al genoemd, subsidies voor wie kinderen grootbrengt; ook kinderopvang zodat met name moeders meer kunnen werken.
Dan nog is er ondervertegenwoordiging vooral in de beter betalende banen van o.a. vrouwen en raciale minderheden. En velen van hen verwijten dat aan de inhurende personen, die ‘discrimineren ten faveure van witte mannen’ (zowel in bepalen wie er wordt uitgenodigd als daarna in de gesprekken.)
Helaas voor degenen die dit roepen: het bewijs, met wat voor wetenschappelijke ‘blinde’ proeven dan ook, is nihil. Er spelen veel andere factoren een rol, zoals de mentaliteit die heel wat van de ‘achtergestelden’ van huis uit meegenomen hebben – min of meer het Tokkie- danwel Flodder-syndroom. In mooi (ietwat gechargeerd toegepast) Amerikaans-Engels: is men een ‘victim of circumstances’ of inplaats daarvan ‘victim of one’s own poor choices’? Hoeveel steun je de kinderen ook op de ‘zwarte’ danwel ‘witte’ school geeft, het thuisfront werkt vaak niet volop mee. Die mentaliteit is soms wat minder geschikt om een job te krijgen dan het gewone in onze maatschappij verwachte patroon. Denk aan zaken als hard aanpakken, geen verzoeken van je familie of etnische groep-maatjes voorrang geven boven je werk-integriteit, je instelling tegenover seksegelijkheid. (In het volgende schrijfsel nog wat meer over de cultuurkloof die integreren lastiger dan nodig maakt.) En zo heb ik mijn pleegkids, met-een-kleurtje maar in het Westen wonend, ook steeds willen opvoeden: als je wilt meespelen in déze maatschappij, zorg er dan ook voor dat je de waarden en instelling die daarvoor nodig is volgt!
Terug naar de suggesties: tot op heden heb ik niet de indruk dat positieve discriminatie op de arbeidsmarkt, in de zin van quota (‘minimaal 40% vrouwen’, ‘minimaal 20% minderheden’) helpt. Het zou alleen maar leiden tot aannemen van minder geschikte mensen, en discriminerend zijn voor wie wél zijn stinkende best doet maar toevallig een witte man is. In India bijvoorbeeld wordt wél volop met deze methode gewerkt, met quota per bevolkingsgroep, en het leidt zelden tot selectie van de beste kandidaat.
Toch zijn er verbeteringen denkbaar op de arbeidsmarkt.
- De regel ‘bij gelijke geschiktheid krijgt een vrouw/minderheid de voorkeur’ is op zichzelf niets mis mee. Het is erg lastig beoordelen voor de inhurende personen of de geschiktheid écht 100% gelijk is, maar heel soms kan het de doorslag geven.
- Er wordt al tijden gewerkt aan experimenten met ‘anoniem solliciteren’: de mail/CV-selectie op basis waarvan kandidaten worden uitgenodigd gaat zonder naam/adres of andere gegevens waaruit geslacht en achtergrond van de kandidaat bepaald kan worden. Op deze manier weet je zeker dat de inhurende afdeling niet op dat soort dingen kan oordelen, ook niet onbewust, en de meest geschikte kandidaten uitnodigt.
- Quota zie ik, zie boven, niet zitten. Er is echter wel degelijk een dimensie waarmee werkgevers (met eventueel pressie van aandeelhouders en/of commissarissen) meer-diversiteit-dan-normaliter kunnen forceren, en hierbij hoeft de ‘witte man die dan verliest’ zich niet gediscrimineerd te voelen. Dat zit zo:
* In alle functies met enig contact met de consument (bedrijf) dan wel burger (overheid) kan het een pluspunt voor de werkgever zijn als de consument/burger herkenning heeft. Dus bijvoorbeeld niet 100% wit winkelpersoneel in een gekleurde volksbuurt-winkel, en 100% mannelijke dokters in een zeer gemengde buurt met ook culturen waar zieke vrouwen helemaal geen nabije inspectie van mannen mogen tolereren. Let wel – dit zijn zeker niet alle functies op de arbeidsmarkt, voor bijvoorbeeld magazijnmedewerkers of administratie heeft de werkgever er qua zichtbaar klantcontact geen nadeel van om 100% witte mannen in te huren.
* In ongeacht welke baan in een sector met personeelstekort, en ook na de covid-dip zijn er zat van die sectoren, speelt de ‘herkennings’ factor simpelweg in het kunnen aantrekken van personeel.
* Dus niet alleen moeten de werkgevers aantrekkingskracht vergroten door bijvoorbeeld zich in te zetten in vrijwilligerswerk in achterstandsbuurten of door met rolmodellen promotie te maken voor de vacatures. Nee ze moeten echt zorgen dat er voldoende rolmodellen, dus vrouwelijk als ze meer vrouwen willen aantrekken en gekleurd als ze meer minderheden willen aantrekken, bij hen werken!
* Je krijgt er in zo’n situatie simpelweg een beoordelingsdimensie bij. Om in mijn eigen vakgebied (met nog steeds schaarste) een gesimplificeerde versie te gebruiken, dan zijn de dimensies momenteel score-techniek en score-communicatie. Stel dat ik daarvoor zou scoren 9 en 6, dat is samen 15; en daarmee blijf ik een minderheids-sollicitant die 8-6 zou scoren voor en dus wordt aangenomen. Voegt de werkgever nu een derde dimensie toe, ‘arbeidsmarktstimulans’ ofzo, dan scoor ik daar als witte man slechts een 7. En mijn minderheids-concurrent pakweg een 8 of zelfs 9. De totaalscore wordt dan Ujukarin (15+7=) 22, en concurrent (14+9=) 23.
* Natuurlijk kun je ook van dit aantrekkingskracht-model stellen dat het “discrimineert voor wie wél zijn stinkende best doet maar toevallig een witte man is.” Het zal dus zeker niet gebruikt kunnen worden als een ‘game changer’ waar score-arbeidsmarktstimulans 2 x zo zwaar gaat tellen als alle andere dimensies. Het zou dan namelijk, net als in India, toch weer neerkomen op gereserveerde quota met als gevolg te lage kwaliteit, en het medicijn zou meer onethisch zijn dan het (op zichzelf in zekere zin ethische) gedrag dat het bijsturen wil.
Maar als aanvullende factor? Waarom niet? Het is beslist geen 100% ‘positieve discriminatie’, het is gewoon een extra stuk correctie waar de markt (ofwel de klant/burger, ofwel de arbeidsmarkt) om vraagt.
Economie/banenmarkt en onderwijs
Ook dit schrijfsel probeert wat te delen wat geëngageerd boeddhistisch handelen voor impact heeft: nu op overheids- en individuele keuzen in economie en onderwijs. Hoofdpunten zijn dat elke mainstream politieke partij ‘vanuit boeddhisme verdedigbare keuzen’ zal maken in het afwegen van alle belangen. En daarmee de fundamenten van onze sociaaldemocratie, een middenweg tussen ongebreideld roofkapitalisme en verlammende staatscontrole, respecteert. Nivelleren of juist denivelleren qua verhouding tussen inkomen en belasting, en subsidies voor minder verdienenden/zwakkeren, is daarbij gewoon één der keuzen die per partij zal verschillen. En stimuleren van goed en betaalbaar onderwijs is ook zo’n keuze; hoe beter onderwijs hoe meer kans op een steeds egaler verdeelde kennis-macht-inkomen. Stimuleren van betere vertegenwoordiging op de arbeidsmarkt van anderen-dan-hoger-opgeleide-witte-mannen tot slot zie ik wel degelijk als soms nuttig, maar primair iets voor de werkgevers (inclusief de overheid als werkgever) en beslist niet iets als dwangmaatregel-vanuit-de-autoriteiten.
Hopelijk brengt dit de lezer enige wijsheid, en tot een volgend schrijfsel waar ik meer expliciet op discriminatie zal ingaan!
G.J. Smeets zegt
“Nu ga ik wat meer in op wat geëngageerd boeddhistisch handelen voor impact heeft op overheids- en individuele keuzen in economie en onderwijs.”
Een paar opmerkingen/vragen hierover:
– ‘Geëngageerd handelen’ is een pleonasme, immers handelen is altijd en per definitie geëngageerd. Toch?
– Met ‘boeddhistisch handelen’ bedoel je waarschijnlijk ‘door boeddhisme *geïnspireerd* handelen’?
– Er zijn in NL, laten we niet krenterig zijn, 100.000 boeddhisten. De *impact* van die groep is nihil op ‘overheidskeuzes’. En individuele boeddhisten kruisen in het stemhokje zowat elk vakje aan dat op het stembiljet staat.
Je ontwijkt, althans benoemt niet, de echt nijpende risico’s waarmee iedereen – boeddhist of niet – zich toe te verhouden heeft. Namelijk dat de overheid te laat en te weinig doet aan zorg voor dat waar we allemaal van afhankelijk zijn: planet earth. De enige politieke partij in NL bij wie deze zorg *boven* op de agenda staat komt in al je teksten niet voor. Wat mij betreft voegt je schrijfsel (jouw woorden) niets toe aan wat we allang weten dankzij mensen die er meer verstand van hebben dan jij en ik. Mee eens?
Ujukarin zegt
Okay, een paar antwoorden. Dank voor de input!
* Neen handelen kan wel degelijk niet-geëngageerd zijn. Het ’traditionele’ beeld van boeddhisme, in Westen en Azië, is juist dat laatste. Terugtrekken uit de Samsara-wereld, focus op zelfontwikkeling, en je zo min mogelijk inlaten met ‘wereldse’ zaken zoals milieu, vakbonden, minimumloon, spaarrente, vrijjheid van meningsuiting. Geëngageerd-boeddhistische bewegingen onderscheiden zich van dat beeld/die stromingen door wél de maatschappelijke dimensie mee te nemen.
* Ja, betere formulering dat *geinspireerd*
* Nee die 100.000 zijn die zich boeddhist noemen. De groep die ‘enige’ inspiratie uit boeddhisme haalt is veel groter. En ik geef gewoon als al dan niet bescheiden bijdrage hoe boeddhistische inspiratie je stemgedrag en gedrag in de maatschappij _kan_ beïnvloeden.
Nee hoor, de dimensie van Planet Earth zie je hierboven nadrukkelijk genoemd. Zoals in de frase “En probeert ze milieu-impact op ……en de kilometerheffing voor automobilisten.” Dat is een overheidstaak. Waarin de eveneens bovengenoemde “Groenlinks en PvdD links” veel verder gaan dan de partijen in het midden en rechts. Of dat zodanig belangrijk is vergeleken met alle andere maatschappelijke belangen dat je dan op die partij(en) zou moeten stemmen? Dat is echt jouw subjectieve mening, ik vind dit zelf nijpende risico’s maar een heleboel andere zaken OOK en daarin is Groenlinks/PvdD nou juist niet de partij met het beste programma, lees bijvoorbeeld mijn schrijfsel 4 jaar terug over het Groenlinks-programma. Dus die afweging maakt een ieder maar lekker voor zichzelf, ik geef alleen een grote shortlist die het hele midden-spectrum omvat (maar geen populistische partijen aan beide uiteinden van het spectrum omdat ze zwaar onethische doelen nastreven.)
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
“Of dat [‘planet earth’ G.J. ] zodanig belangrijk is vergeleken met alle andere maatschappelijke belangen dat je dan op die partij(en) zou moeten stemmen? Dat is echt jouw subjectieve mening…”
Nou, ik bevind me met dat stemadvies in betrouwbaar gezelschap. Ik noem er vijf:
1 Macro-economen pleiten al lang voor rigoreuze CO2-beprijzing aan de bron als de enige manier om een eind te maken aan de bizar lage fossiele brandstofprijzen. Gedoe over kilometerheffing etc. is poldergedoe van kamerleden en regering die weigeren te handelen naar wat ze weten.
2 De baas van Bank of England heeft al jaren geleden er met klem op gewezen dat de energietransitie voor het internationale geldsysteem zorgpunt nr.1 en dus speerpunt dient te zijn.
3 De grootste investeerder ter wereld is Black Rock met €8.000 miljard (!) in portefeuille. Dat bedrijf trekt wereldwijd (ook in China) aan de financiële touwtjes en is de facto machtiger dan alle centrale banken bij elkaar. De baas van Black Rock liet vorig jaar weten dat investering in duurzame, niet-fossiel gedreven, economische activiteit boven op zijn agenda staat.
4 Klimatologen stellen dat met het huidige lakse energie-transitiebeleid de opwarming op +3°C afstevent.
5 Onze (klein)kinderen zien de teloorgang van planet earth met grote belangstelling aan en hebben geduld noch sympathie voor ‘kilometerheffing’ en andere poldertrucs die de aandacht afleiden van waar het over gaat: een voor hen leefbare planeet.
Met boeddhisme of welk ander -isme heeft dat allemaal niets te maken. Helemaal niets.
Piet Nusteleijn zegt
Uljukarin, ik bespeur een onverzettelijkheid bij jou. Bij het basisinkomen is er géén kans op misbruik. Bij het basisinkomen is er géén kans op diefstal van medemensen.
Iedereen, ik herhaal iedereen, krijgt-ontvangt dat basisinkomen. Het is onvoorwaardelijk.
Je bent vrij om ermee te doen wat je wilt. Wil je werken en verkrijg je boven dat basisinkomen daardoor meer geld? Ga je gang! Je wordt niet gekort op het basisinkomen.
Mijn inziens is het Basis-inkomen het mooiste, het rechtvaardigste en het meest boeddhistisch te noemen vangnet van de overheid.
G.J. Smeets zegt
Piet, helemaal met je eens. Basisinkomen is collectieve dana, om het in boeddistische termen uit te drukken. Ik vermoed dat anti-basisinkomen propagandisten verdwaald zijn in een achterhaald arbeids-ethos, gebaseerd op de ‘meritocratie’-doctrine waar Ujukarin zich voor heeft uitgesproken. Nou ja, van die dingen.
Ujukarin zegt
Piet, ik bespeur grote onverzettelijkheid bij je. Dapper, maar nodigt bepaald niet uit tot dialoog.
Wat ik op dit punt steeds herhaald heb is de praktische vertaling van Rust-Eenvoud-Tevredenheid, het derde van de vijf Leefregels, en ook wel enigszins de tweede leefregel namelijk geven-is-belangrijker-dan-nemen. ‘Werk naar vermogen en gebruik naar behoefte’.
Wie weigert te werken naar vermogen, maar inplaats daarvan als een soort begpacker of andere luie uitvreter zijn hand ophoudt naar de samenleving doe, snapt dat boeddhistische principe totaal niet. Ook niet als de tijd besteed wordt aan mantelzorg, vrijwilligerswerk, studie ofzo; dat zijn klaarblijkelijk allemaal dingen waarvan de samenleving bepaald heeft dat ze niet betaald worden. Dus wie weigert te werken naar vermogen steelt van zijn medemensen.
Als je weet uit te leggen hoe jouw voorstel in lijn te brengen is met ‘Werk naar vermogen en gebruik naar behoefte’, dan zouden we misschien een dialoog hebben…
With folded palms,
Piet Nusteleijn zegt
Ujukarin, je herhaalt, je herhaalt. Je hebt je ingegraven in je standpunten en uitgangsstellingen. Ik ga toch proberen ‘mijn’ voorstel in lijn te brengen met jouw “werk naar vermogen en gebruik naar behoefte”.
Oké. Het basisinkomen is dé manier en geeft de veiligheid en is dé uitnodiging om te gaan werken naar vermogen en naar je uitgangskwaliteiten en talenten.
De mate om verder inkomen te verwerven met deze arbeid kan je afstemmen op je behoeften-consumptie.
Beter en duidelijker kan ik het niet zeggen en uitleggen.
Verder blijf ik het vervelend vinden dat je spreekt over “luie uitvreters”.
Ik val ook in herhalingen. Dat is ook waar.
Ujukarin zegt
Daarom zullen we moeten constateren dat de meningen mijlenver uiteen liggen. Neen het basisinkomen stimuleert totaal niet om te werken naar vermogen omdat je ook in je basisbehoeften voorzien wordt door niet te werken.
Die nadruk op uitgangskwaliteiten en talenten is ook mede de makke. Het gaat iets te veel uit naar ‘Ik wil dat de samenleving dit en dat voor MIJ doet’ en niet ‘ik wil kijken wat ik voor de samenleving kan doen’. Dat is een vorm van vrijgevigheid, de 2e leefregel. Zelfs Amerikaanse presidenten hadden het met deze aansporing tot altruïsme wel eens bij het rechte eind.
Joop Ha Hoek zegt
We draaien in een kringetje rond. Als er geen nieuwe inzichten in de reacties komen sluit ik de reactiemogelijkheid morgen.
Joop Hoek, uitgever.
G.J. Smeets zegt
Ujukarin,
“‘Werk naar vermogen en gebruik naar behoefte” is je mantra uit de vorige eeuw.
Ik begrijp dat het lastig is voor je maar de mantra anno 2021 luidt “Werk naar behoefte, consuminder naar vermogen.” Ik twijfel er niet aan of ook jij vindt wel een passage in een boeddhistische tekst die dat staaft.
Ujukarin zegt
Helaas, die bal leg ik bij jou neer. De nadruk op consuminderen is zeker boeddhistisch, maar de aanname dat de consuminderaars ook nog van hun af te dragen belasting luie uitvreters moeten ondersteunen die wel kunnen maar niet willen werken kan ik met geen mogelijkheid verenigen met boeddhistische teksten…
With folded palms,