‘Bhakti’ kun je omschrijven met ‘onvoorwaardelijke liefde en compassie’. Het begrip ‘karma’ slaat op al ons doen en laten, en heeft meerdere, eraan gerelateerde betekenissen. ‘Jhana’ tenslotte staat voor kennis; kennen; weten; wetenschap; inclusief intuïtie.
Er is door de jaren heen van alles over deze drie begrippen gezegd of geschreven. En in een maatschappij als de onze – waarin je voortdurend van alle kanten informatie krijgt aangereikt – papegaaien mensen elkaar vaak na, ongehinderd door kennis van zaken. Veel van wat je over karma, bhakti, jnana én yoga hoort of leest, is napraterij. Het resultaat is soms zinvol, vaker volstrekt onzinnig. Gekopieerde dwaasheid verandert nooit in wijsheid, zelfs niet wanneer grote groepen mensen een bepaalde dwaasheid voor ‘waar’ aannemen, omdat ‘iedereen het vindt”. Wijsheid kan daarentegen wél gemakkelijk verkeerd geïnterpreteerd worden, onbegrepen blijven of zelfs in volslagen nonsens veranderen. Probeer daarom zelf zoveel mogelijk zin en onzin van elkaar te onderscheiden. Zoek naar oorspronkelijk werk; luister naar wat erkende leraren en meesters over karma, bhakti, jnana en yoga zeggen en toets alles aan de realiteit.
Bhakti (sanskriet) betekent: liefdevolle overgave; toewijding; devotie en liefde voor de (of het) Ene. Over wat “liefde” is, denken mensen uit verschillende culturen vrijwel hetzelfde, maar de ene cultuur onderscheidt toch meer of minder soorten liefde dan de andere, ieder met een eigen lading. De oude Grieken onderscheiden bijvoorbeeld:
- agapé een evenwichtige, gecontroleerde en door principes geleide liefde die zich richt op de behoeften van de ander, het beste voor de ander zoekt, zonder daarvoor iets terug te verwachten of te verlangen. (zie hieronder);
- eros seksuele aantrekkingskracht en begeerte, lust.
- ludus liefdesspel, liefde voor het spelen.
- storge volwassen liefde die kan ontstaan tussen mensen die van elkaar houden als de eerste “vonken” er wel vanaf zijn. Onvoorwaardelijke, levenslange liefde, zoals meestal te vinden tussen ouders en kinderen en bij mensen die geluk hebben in liefde en/of vriendschap.
- pragma liefde waarin men elkaar steunt en effectief samenwerkt.
- mania obsessieve, bezitterige liefde.
Naast oud Griekse begrip agapé dat vaak door christenen wordt gebruikt, is er nog het begrip ‘metta’ (uit het Pali) dat vaak door boeddhisten gebezigd wordt. Het past ook goed bij Bhakti-yoga. Metta staat voor onvoorwaardelijke liefde die het beste met alle levende wezens voorheeft.
Onze eigen taal heeft ook synoniemen voor ‘liefde’ en ‘liefhebben’ die allemaal een andere lading dekken, zoals: beminnen; houden van; koesteren; toewijden. Sommige vormen van liefde zijn nauwelijks ‘onvoorwaardelijk’ in praktijk te brengen of zijn zelfs met het begrip in strijd. Het zijn vormen van liefde waar de yogi bovenuit moet stijgen om er los van te komen: begeren; hunkeren; smachten, verlangen. Alles hangt evenwel af van de vraag wie of wat er begeert, hunkert of smacht. Is het jouw diepste wezen dat begerig is naar éénheid, dat hunkert naar vereniging met de essentie in alles en iedereen en smachtend verlangt naar thuiskomen bij de (of het) Ene? Dan ligt dat in de lijn van yoga. Maar … is het daarentegen jouw ego of dikke IK die iets begeert, ergens naar hunkert of smachtend naar verlangt, dan ligt het allemaal anders. Kortom: in plaats van woorden te analyseren, is het zinvoller om onderscheid te maken tussen 1) vormen van liefde en liefhebben die éénheid bevorderen, en 2) vormen van liefde die dat niet doen.
Een begrip dat ook bij Bhakti yoga hoort is: ‘compassie’ . Dit woord is samengesteld uit 1) ‘com’ dat ‘met of mede’ betekent en 2) ‘passie’ dat je niet alleen kunt vertalen met ‘lijden’ maar ook met ‘vurigheid, hartstochtelijk ergens mee bezig zijn; intens beleven’. Compassie hebben, wil dan zeggen dat je mede-lijdt; meeleeft; meevoelt en deelneemt in wat de ander ervaart. Tussen compassie hebben en compassie tonen zit evenwel behoorlijk verschil. Je hebt compassie wanneer je je zodanig in de ander verplaatst, dat diens gevoelens in jou weerklank vinden. Je toont pas compassie wanneer de ander zijn eigen gevoelens door jou weerspiegeld herkent! Compassie tonen gaat derhalve verder dan alleen maar compassie hebben. Je kunt onmogelijk compassie tonen wanneer je het niet eerst hebt! Onechte, gespeelde of geveinsde compassie is schadelijker voor alle partijen dan eerlijk toegeven dat je je niet in de gevoelens van de ander kunt verplaatsen. Bovendien moet je óók jezelf liefhebben en compassie met jezelf hebben, anders is compassie met anderen onmogelijk.
Er zijn twee gezegden die dit perfect uitdrukken :
- ‘Heb uw naaste lief gelijk uzelf’; en
- ‘Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet.’.